Volgens de huidige voedingsrichtlijnen vervangen we
verzadigde vetzuren door meervoudig onverzadigde vetzuren om
cardiovasculaire ziekten te voorkomen.
Wat is het verschil tussen verzadigde en meervoudig
onverzadigde vetzuren kun je je afvragen. Het grootste deel van een vetzuur bestaat uit een kern
van koolstofatomen die aan waterstofatomen zijn gebonden.
Wanneer het aantal waterstofatomen optimaal is zoals bij
verzadigde vetzuren, vormen hun elektronen stabiele paren
met die van de koolstofatomen. Verzadigde vetzuren zijn
verzadigd met waterstofatomen.
Bij onverzadigde vetzuren ontbreken waterstofatomen. Bij
enkelvoudig onverzadigde vetzuren ontbreken twee atomen; bij
meervoudig onverzadigde vetzuren (ook wel
PUFA's genaamd) ontbreken vier of meer atomen. In plaats van
één elektronenpaar met elkaar te delen, delen een aantal
koolstofatomen twee paar electronen met hun koolstofbuur
waardoor zij een zogenoemde dubbelbinding hebben. Gebrek aan
waterstofatomen maakt de vetzuren onstabiel, ze worden snel
ranzig. Hoe meer dubbele bindingen ze hebben hoe onstabieler
ze zijn.
Twee van de PUFAs, linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn
essentieel wat betekent dat ons lichaam ze niet zelf kan
produceren en wij ze in kleine hoeveelheden langs ons
voedsel dienen aan te voeren.
Voeding uit de zee is rijk aan omega-3 vetzuren en oliën
uit maïs-, zonnebloem-en sojabonen zijn rijk aan omega-6
PUFA. Heel kort (de PUFA biochemie is ingewikkeld) omega-6
PUFA stimuleert ontstekingen en omega-3 verlaagt ze.
Ontsteking is een nuttig proces bijvoorbeeld als we besmet
raken, maar het mag niet te ver gaan. Dit verklaart waarom
het eten van veel omega-6 wordt geassocieerd met
verschillende ziekten zoals astma, artritis, vaatziekten,
trombose, immuun-inflammatoireprocessen en
tumorproliferatie.
Dertig jaar geleden werd een dieet experiment uitgevoerd
in Sydney Australië. Ongeveer de helft van 458 mannelijke
patiënten met hart-en vaatziekten werden onderworpen aan een
dieet met weinig verzadigd vet en cholesterol en met een
hoog gehalte aan linolzuur. De anderen aten wat ze gewoon
waren.
Vijf jaar later was 17,2 procent uit de dieet groep
overleden aan een cardiovasculaire ziekte tegenover slechts
11 procent uit de controlegroep. Daar alleen de totale
mortaliteit werd gemeld in het oorspronkelijke rapport (17,6
versus 11,6 procent), werden de resultaten onlangs opnieuw
gepubliceerd in het British Medical Journal
http://www.bmj.com/highwire/filestream/629053/field_highwire_article_pdf/0/bmj.e8707.full.pdf
omdat de auteurs wilden waarschuwen tegen het eten van te
veel omega-6
meervoudig onverzadigd vet.
Zij hebben nu een analyse gepubliceerd van het
gecombineerde resultaat van vier soortgelijke studies waar
verzadigd vet werd vervangen door omega-6 PUFA en uit alle
studies blijkt dat de mortaliteit het hoogst was in de
controlegroep. Zij analyseerden ook vier studies waarbij de
voeding bestond uit zowel omega-3 als omega-6 PUFA en in
deze onderzoeken was de mortaliteit een beetje lager in de
controlegroepen.
Op een gesloten consensus bijeenkomst in 2010 in
Kopenhagen van uitgenodigde wetenschappers (nee, ik was niet
uitgenodigd; onderzoekers met een controversiële visie zijn
nooit uitgenodigd op consensusconferenties op dit gebied)
was de conclusie dat "het bewijs uit epidemiologische,
klinische en mechanistische studies consistent is dat het
risico op hart-en vaatziekten wordt verlaagd wanneer de
zeeproducten worden vervangen door meervoudig onverzadigde
vetzuren. "Je kunt hier meer over lezen
in een studie geschreven door zeventien internationale
experts
http://ajcn.nutrition.org/content/93/4/684.full.pdf
Zoals ik heb aangetoond in mijn boeken, in mijn verslagen
en in mijn nieuwsbrieven, is er geen enkel bewijs. Lees ook
wat is geschreven door auteurs van
één van de secties
http://www.karger.com/Article/Pdf/229002
in het recent WHO
/ FAO-rapport (blz. 191): "De beschikbare gegevens van
cohort- en
gerandomiseerde gecontroleerde studies is onbevredigend en
onbetrouwbaar om een oordeel te vellen over en onderbouwing
te geven voor de effecten van vet in de voeding op het
risico van CHD". Ondanks deze slechte beoordeling van hun
studie zien de wetenschappers geen enkel reden om hun advies
in te trekken.
De meeste PUFA's in onze daglijkse voeding zijn van de
omega-6 types. Niets in de richtlijnen of in de analyse
adviseert welk typevan meervoudig onverzadigde vetzuren wij
best eten, wat betekent dat als je mensen vraagt om meer
PUFA's te eten ze automatisch veel meer omega-6 dan omega-3
PUFA's naar binnen werken en degenen die zonnebloem-,
maïs-en sojaolie produceren klappen natuurlijk in hun
handen, net als onderzoekers die worden gesponsord door de
industrie.
Reeds in 1991 waarschuwde Scott Grundy, één van de
belangrijkste actoren in de cholesterolcampagne, waarschuwde
tegen het eten van te veel omega-6 PUFA. Volgens
Grundy was er geen epidemiologische ondersteuning voor dit
advies, het onderdrukt het immuunsysteem, het verlaagt de
"goede" HDL, bevordert LDL oxidatie en verhoogt het risico
op galstenen. Van bijzonder belang was dat linolzuur kanker
kan bevorderen bij mensen zoals aangetoond bij laboratorium
proefdieren. Sindsdien zijn er verschillende studies die dit
hebben bevestigd. Verbanden zijn gevonden tussen omega-6
vetzuren en prostaat-, pancreas-, dikke darm- en in het
bijzonder borstkanker. Eén van de
eerste en langste dieetproeven
http://circ.ahajournals.org/content/40/1S2/II-1.short
waarbij verzadigd vet werd vervangen door PUFA leidde ook
tot kanker. Minder overleden aan een hartaanval, maar meer
overleden aan kanker. (Dat er minder gestorven waren aan een
hartaanval kan, althans maar ten dele worden verklaard, door
het feit dat er
veel meer rokers waren in de controlegroep).
Na de introductie van de Dietary Guidelines for Americans
in 1977 is onze inname van verzadigd vet afgenomen en die
van koolhydraten toegenomen. Een paar jaar later begon een
obesitas en diabetes epidemie die in veel landen nog altijd
voortduurt. Gaan we nu ook een vorm van kanker epidemie
zien? De vraag is relevant omdat kanker ook een effect is
van behandeling met statines:
http://qjmed.oxfordjournals.org/content/early/2011/12/08/qjmed.hcr243.full.pdf
Enkele weken geleden werd ik door The Norwegian Heart and
Lung Patient Organization in Oslo uitgenodigd voor een
conferentie . Ik raakte dit probleem aan op het einde
van mijn toespraak, die beschikbaar is op Youtube
Uffe Ravnskov, MD, PhD, onafhankelijke onderzoeker
Woordvoerder van THINCS www.thincs.org
The
International Network of Cholesterol Sceptici.
Magle Stora Kyrkogata 9, 22350 Lund, Zweden
tel. +46 46145022 of +46-702580416
www.ravnskov.nu/uffe
Mijn boeken www.ravnskov.nu/my%20books.htm
Mijn nieuwsbrieven
www.ravnskov.nu/newsletters
Vertaling: Andre Teirlinck