Zuigelingen bij wie de diagnose autismespectrumstoornis (ASS) werd gesteld toen ze 24 maanden oud waren, hadden verschillen in de visuele verwerkingsgebieden van de hersenen die zichtbaar waren op de leeftijd van 6 maanden, volgens een onderzoek dat werd gefinancierd door de National Institutes of Health. De onderzoekers theoretiseerden dat verstoring van de visuele verwerking zou kunnen interfereren met hoe baby’s de wereld om hen heen zien, waardoor de manier waarop ze omgaan met en leren van zorgverleners en hun omgeving kan veranderen. Deze vroege veranderingen kunnen de verdere ontwikkeling van de hersenen beïnvloeden en een rol spelen bij ASS-symptomen.
De studie werd uitgevoerd door Jessica Girault, Ph.D., van de University of North Carolina School of Medicine, Chapel Hill, en collega’s. Het verschijnt in het American Journal of Psychiatry.
Aan de studie namen 384 broers en zussen deel, van wie de oudste gediagnosticeerd was met ASS. Uit eerder onderzoek van het team bleek dat jongere broers en zussen meer kans hadden om ASS te ontwikkelen als hun oudere broers en zussen hogere niveaus van ASS-kenmerken hadden. Onderzoekers voerden Magnetic Resonance Imaging-scans uit op de hersenen van de jongere broers en zussen op de leeftijd van 6, 12 en 24 maanden.
Van de 89 jongere broers en zussen die ASS ontwikkelden, hadden degenen van wie de oudere broers en zussen ernstige ASS-kenmerken hadden een groter volume en oppervlak van de grote hersenen, die spraak, denken, emoties, lezen, schrijven en leren beheersen; groter oppervlak in het deel van de visuele cortex dat belangrijk is voor het herkennen van objecten; en minder volwassen verbindingen in het splenium, dat de linker en rechter visuele cortex van de hersenen verbindt en een rol speelt bij visuele aandacht.
Girault, JB et al. Infant Visual Brain Development and Inherited Genetic Liability in Autism. The American Journal of Psychiatry. 2022. doi: 10.1176/appi.ajp.21101002