Een gevolg van de pandemie van het coronavirus zijn de wereldwijde beperkingen op de mobiliteit. Dit heeft op zijn beurt een effect gehad op de vervuilingsniveaus in de atmosfeer. Onderzoekers van over de hele wereld maken gebruik van deze unieke mogelijkheid om metingen te doen, gegevens te verzamelen en studies te publiceren. Een internationaal team onder leiding van Forschungszentrum Jülich’s Institute of Climate and Energy Research – Troposphere heeft nu een uitgebreide review gepubliceerd met een overzicht van de resultaten tot september 2020. De studie heeft ook een eigen speciale website, waar aanvullende meetgegevens kunnen worden toegevoegd als aanvulling op en bestaande onderzoeksresultaten verfijnen. Tegelijkertijd kunnen met deze gegevensverzameling wetenschappelijk onderbouwde voorspellingen worden gedaan over de vervuilingsniveaus van toekomstige mobiliteitsscenario’s.
De meta-analyse werd gecoördineerd door prof.Astrid Kiendler-Scharr, directeur van Jülich’s Institute of Climate and Energy Research – Troposphere. De analyse omvat de meetgegevens van ongeveer 200 onderzoeken uit de eerste zeven maanden na het uitbreken van de pandemie. Het richt zich op de volgende luchtverontreinigende stoffen: stikstofdioxide, fijnstof, ozon, ammoniak, zwaveldioxide, zwarte koolstof, vluchtige organische stoffen (VOS) en koolmonoxide. Een derde van de studies houdt bij de berekening van de invloed van lockdowns op de luchtsamenstelling rekening met de heersende meteorologische situatie. De Government Stringency Index (SI) – die de ernst van lokale stilleggingsmaatregelen samenvat in een getal dat op internationaal niveau kan worden vergeleken – fungeerde als referentiewaarde.
Een belangrijke bevinding van de analyse is dat lockdowns, die als enige doel hebben de infectiegraad te vertragen, ook de wereldwijde vervuiling van de atmosfeer met stikstofdioxide en fijnstof verminderen – hoe hoger de SI, hoe groter deze impact. Dit geldt echter alleen voor polluenten die primair een antropogene oorsprong hebben, d.w.z. rechtstreeks door de mens worden uitgestoten, vooral op het gebied van mobiliteit. Daarentegen namen de ozonniveaus toe. Deze toename was het resultaat van atmosferische chemische processen veroorzaakt door verlaagde stikstofoxideniveaus in de lucht.
De studie benadrukt ook de huidige hiaten in de gegevensverzameling en de noodzaak van verder onderzoek. De auteurs zijn daarom van mening dat de analyseperiode moet worden verlengd tot het hele jaar 2020. De wetenschappers leggen een bijzondere nadruk op koolwaterstoffen, die tot dusverre slechts sporadisch in studies zijn onderzocht, en op uitgebreide analyses die naar de impact van emissieveranderingen op het klimaat.
Een belangrijke aanvulling op de meta-analyse is een database die via een website (COVID-19 Air Quality Data Collection) toegankelijk is. Het bevat alle gegevens uit het onderzoek naar vervuilingsniveaus, inclusief gegevens over vervuilingsniveaus in de afzonderlijke landen. Onderzoekers kunnen ook een lijst met publicaties tot nu toe vinden en zo snel een overzicht krijgen van eerdere onderzoeken.
De website nodigt wetenschappers ook uit om data van hun nieuwe studies te presenteren en zo onderdeel te worden van het referentiesysteem. Het fungeert daarom als een “levende versie”, waarbij de presentatie van de verzamelde resultaten voortdurend wordt verfijnd. Evenzo zijn er plannen om de gegevensverzameling verder te ontwikkelen met meetresultaten en de analyse van andere verontreinigende stoffen die geen deel uitmaken van de huidige canon, bijvoorbeeld koolwaterstoffen.
De belangrijke gegevens zouden ook de basis kunnen vormen voor een betere inschatting van de effecten op de atmosferische chemie in toekomstige scenario’s.
Dit omvat een aanzienlijke, langdurige vermindering van de vervuilingsniveaus voor een alomvattende overgang naar elektromobiliteit.
Links
http://dx.doi.org/10.1525/elementa.2021.00176