Nieuw onderzoek dat dit jaar wordt gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de European Association for the Study of Diabetes (EASD), die dit jaar online wordt gehouden, toont aan dat wanneer de helft van een paar bepaald gedrag vertoont dat diabetes type 2 voorkomt, zoals goede dieet of lichaamsbeweging, dat gedrag ook kan worden gezien bij de partner. De studie is uitgevoerd door Omar Silverman-Retana, Department of Public Health, Aarhus University, Aarhus, Denemarken, en Steno Diabetes Centre Aarhus, Aarhus University Hospital, Aarhus, Denemarken, en collega’s.
In studie vergeleken de auteurs de mate van echtelijke concordantie in een reeks gedetailleerde pathofysiologische mechanismen en risicofactoren voor diabetes type 2 om te begrijpen waar in de causale cascade echtelijke overeenkomsten het meest relevant zijn. Ze gebruikten gegevens van de Maastricht Study, een grote lopende studie die zich richt op de etiologie van diabetes type 2, de klassieke complicaties en de opkomende comorbiditeiten.
Ze voerden een cross-sectionele analyse uit van 172 paren in deze studie om de gelijkenis van paren in pathofysiologische mechanismen van type 2 diabetes te beoordelen, waaronder bètacelfunctie en insulinegevoeligheid. Risicofactoren waren onder meer de body mass index, tailleomtrek, percentage lichaamsvet, tijd besteed aan lichte en intensieve lichamelijke activiteit, zittende tijd en voedingsindicatoren. Ze beoordeelden bovendien de glucosemetabolismestatus met behulp van nuchtere en 2 uur durende plasmaglucosetests, en ook geglyceerd hemoglobine (HbA1c).
De analyse van 172 paren toonde de sterkste echtelijke concordantie voor de Nederlandse Healthy Diet Index (DHDI) voor mannen, wat betekent dat een toename van één eenheid in de DHDI van vrouwen geassocieerd was met een toename van 0,53 eenheden in de DHDI van mannen.
Voor vrouwen was de sterkste overeenstemming de tijd die werd besteed aan fysieke activiteit met hoge intensiteit (HPA); dus werd een toename van één eenheid in de tijd die mannen aan HPA besteedden geassocieerd met een toename van 0,36 eenheden in de tijd die vrouwen aan HPA besteedden. De zwakste echtelijke concordantie werd waargenomen bij metingen van de bètacelfunctie.
De auteurs concluderen: “Onze resultaten laten met een hoog detailniveau zien dat echtelijke concordantie het sterkst was in gedragsrisicofactoren zoals dieet en fysieke activiteit, en dat concordantie verzwakte bij het stroomafwaarts bewegen naar pathofysiologische factoren in de causale cascade die leidde tot type 2 diabetes. Vanuit een praktisch oogpunt kunnen preventiestrategieën voor de volksgezondheid om het risico op diabetes te verkleinen, baat hebben bij gelijkenissen tussen echtgenoten in gezondheidsgerelateerd gedrag en diabetesrisicofactoren om innovatieve en potentieel effectievere op paren gebaseerde interventies te ontwerpen.