Volgens een studie gepubliceerd in het open access tijdschrift BMC Public Health rapporteren werkende volwassenen in heel Europa met een slechte balans tussen werk en privéleven vaker een slechte algemene gezondheid.
Binnen de beperkte uren die per dag beschikbaar zijn, kunnen werkende volwassenen worden geconfronteerd met meerdere uitdagingen, waaronder deadlines, financiële verplichtingen en dringende verantwoordelijkheden in het gezin. Deze situaties kunnen een conflict veroorzaken tussen werk en privé en een negatieve invloed hebben op de betrokkenheid van een individu bij zijn werk, gezin en sociaal leven. Het vermeend onvermogen om een evenwicht te vinden tussen werk en privé-leven kan een negatief effect hebben op de gezondheid.
Om de associaties tussen werk-privé balans en zelfgerapporteerde gezondheid onder werkende mannen en vrouwen in Europa te onderzoeken, analyseerde een team van wetenschappers aan de Universität Bielefeld en het Leibniz Institute for Prevention Research and Epidemiology-BIPS, Duitsland, gegevens van het 6e Europese Working Survey, uitgevoerd in 2015. Deelnemers aan het onderzoek werd gevraagd te rapporteren over hun algemene gezondheid, hoe goed hun werktijden passen bij gezins- of sociale verplichtingen buiten het werk en een algemene beschrijving van hun werk te geven. Reacties van 32.275 werkende volwassenen in 30 landen werden opgenomen.
De auteurs ontdekten dat werknemers die een slechte balans tussen werk en privé rapporteerden, tweemaal zo vaak een slechte gezondheid ervoeren. Deze associatie was iets hoger bij vrouwen dan bij mannen, hoewel mannen over het algemeen vaker een slechte balans tussen werk en privé rapporteren. Langere wekelijkse werktijden werden vaker gerapporteerd door mannen dan door vrouwen, maar mannen bepaalden vaker zelf hun werktijden, terwijl de werkregelingen van vrouwen vaak door hun bedrijf werden bepaald.
De hoofdauteur van de studie, Aziz Mensah, een doctoraatsonderzoeker aan de Universiteit van Bielefeld, Duitsland, zei: “Traditionele en maatschappelijke verwachtingen van gedrag voor mannen en vrouwen, waarbij vrouwen verantwoordelijk zijn voor mantelzorg en huishoudelijke activiteiten en mannen die verantwoordelijk zijn voor betaald werk, kunnen de onevenwichtigheid verklaren tussen werk en privé tussen mannen en vrouwen en de nadelige gezondheidsresultaten die we hebben waargenomen. ”
De auteurs vergeleken ook conflicten tussen werk en privéleven en een slechte gezondheid in alle regio’s van Europa. Werkende mannen en vrouwen uit Scandinavische landen, waaronder Zweden, Denemarken, Finland en Noorwegen, rapporteerden het meest waarschijnlijk een goede balans tussen werk en privé (85,6% voor mannen en 86,9% bij vrouwen), terwijl werkende mannen en vrouwen uit Zuid-Europa, waaronder Griekenland, Spanje, Italië, Portugal, Cyprus en Malta, een minder goede balans tussen werk en privé (80,99% voor mannen en 76,48% voor vrouwen) rapporteerden.
Dr. Nicholas Kofi Adjei, co-auteur van de studie van het Leibniz Institute for Prevention Research and Epidemiology – BIPS, Duitsland zei: “Lange werktijden, verhoogde psychologische betrokkenheid bij het werk, starre werktijden en overbelasting van rollen kunnen allemaal bijdragen aan het conflict bij werknemers. Variaties in het sociaal economisch beleid die in meerdere landen voorkomen, zoals ouderschapsverlof, ondersteuning van kinder- en ouderenzorg en algemeen welzijns- en gelijkheidsbeleid, kunnen ook van invloed zijn op de balans tussen werk en gezinsleven.”
De resultaten tonen aan dat organisaties en beleidsmakers behoefte hebben aan arbeidsomstandigheden en sociaal beleid waarmee volwassenen kunnen omgaan met concurrerende eisen van werk en gezinsactiviteiten zonder een negatief effect op de gezondheid, aldus de auteurs.
Aangezien de balans tussen werk en privéleven werd beoordeeld aan de hand van een enkele vraag aan de deelnemers of de werkuren passen bij gezins- of sociale verplichtingen, waarschuwen de auteurs dat dit niet alle bijdragende factoren omvat, maar dat het wel een belangrijke indicator is. Aangezien zelfgerapporteerde gegevens werden gebruikt, kunnen individuele metingen van algemene gezondheid ook van land tot land verschillen.
Vertaling: Andre Teirlinck