Honingbijen krijgen fysiologische stress en leven korter als ze worden blootgesteld aan twee ruim verkrijgbare en veelgebruikte pesticiden. De pesticiden werden speciaal ontwikkeld om de gezondheid van bijenvolken te waarborgen.
Transform en Sivanto zijn twee toegelaten en geregistreerde bestrijdingsmiddelen die speciaal werden ontwikkeld om onschadelijk te zijn voor honingbijen. De honingbij is belangrijk voor de teelt van uiteenlopende landbouwproducten. Honingbijen bestuiven onder andere fruit-, noten-, groente- en zaadgewassen. Zowel kwaliteit als opbrengst van de teelt zijn sterk afhankelijk van deze stuifmeelboodschapper.
In combinatie met andere stressfactoren zoals ongedierte, virusinfecties en ontoereikende voeding verhinderen deze relatief nieuwe pesticiden de soepele uitvoering van vitale taken. Imkers en sommige milieugroepen waarschuwden al eerder hebben tegen de negatieve effecten van sulfoxaflor en flupyradifuron – de werkzame stoffen in de merken Transform en Sivanto – op bijenpopulaties.
Eerder onderzoek richtte zich voornamelijk op bijensterfte. In deze vernieuwende studie werd gekeken naar gezondheidseffecten die niet onmiddellijk tot sterfte leiden, de zogenaamde “subletale” effecten. Het gaat hierbij vooral om het optreden van fysiologische stress met als gevolg een verhoogd risico op een kortere levensduur.
Bijen die werden blootgesteld aan Transform (sulfoxaflor) leefden aanmerkelijk korter – ze stierven binnen zes uur na blootstelling aan de op de verpakking vermelde aanbevolen concentraties. Daarmee werd de giftigheid van het middel onmiskenbaar aangetoond ook bij in de teeltpraktijk gangbare hoeveelheden.
Auteur Basu benadrukt dat de auteurs niet pleiten voor een verbod op Sivanto of Transform. “We willen deze middelen niet van de markt halen maar dringen wel aan op aanscherping van de tekst op etiket en ‘bijsluiter’. Er is ook meer onderzoek nodig naar de effecten van voortdurende blootstelling op de lange termijn”.
Sivanto en Transform worden ingezet bij de bestrijding van ongedierte zoals bladluis en wittevlieg. Voor het gebruik gelden al een aantal beperkingen. Zo mag Transform bijvoorbeeld niet worden toegepast op bloeiende gewassen.
Volgens auteur Sagili ondervinden bijenpopulaties ook indirect de nadelige consequenties van de pesticideblootstelling. “De gemiddelde werkhoningbij leeft in voorjaar en zomer gedurende ongeveer zes weken. Als het bijenleven met 5 tot 10 dagen wordt verkort, is dat een enorm probleem voor de bijenpopulatie. Een kortere, gemiddelde levensduur heeft een negatief effect op het hele bijenvolk en kan uiteindelijk zelfs een kolonie in gevaar brengen”.
Onderzoekopzet
In de studie werden twee experimenten uitgevoerd met elk een steekproef van 450 gezonde bijen, afkomstig uit de bijenkorven van de universiteit. Het ene experiment duurde 6 uur, het andere 10 dagen. De bijen werden ingedeeld in drie groepen van elk 150 bijen die werden ondergebracht in drie verschillende kooien. De groepen verschilden alleen wat betreft hun blootstelling aan pesticiden: de contolegroep (groep 3) werd nergens aan blootgesteld, experimentele groep 1 ‘kreeg’ Transform/ sulfoxaflor en experimentele groep 2 werd blootgesteld aan Sivanto/ flupyradifuron.
Van elke groep werden de fysiologische reacties, sterfte, voedingsgedrag (suikersiroopconsumptie), drinkgedrag (waterconsumptie) gemeten. De intervallen tussen het bepalen van de sterfte verschilde per experiment: om het uur in het korte (6 uur) en elke dag in het lange (10 dagen) experiment.
Conclusies
Sivanto bleek niet onmiddellijk dodelijk maar veroorzaakte in de bijenweefsels wel een verhoging van oxidatieve stress en apoptose (geprogrammeerde celdood). Het pesticide is wellicht minder giftig voor bijen dan Transform maar ook Silvanto veroorzaakt een verkorting van de levensduur vanwege de oxidatieve stress die het bestrijdingsmiddel veroorzaakt.
Dick Schrauwen (bewerking van https://tinyurl.com/ycwn9qus)
Publicatie
De studie door onderzoekers van de OSU (Oregon State University) werd gepubliceerd in het tijdschrift PLOS ONE (https://tinyurl.com/y8fqsndf)
Auteurs
Auteur Ramesh Sagili is universitair hoofddocent bijenteelt bij de faculteit College of Agricultural Sciences van de OSU en specialist in de groei van bijenvolken. Priyadarshini Chakrabarti Basu is de hoofdauteur van de studie en is werkzaam als postdoctorale onderzoeker in het Honey Bee Lab van dezelfde faculteit. Ook de andere auteurs zijn verbonden aan dezelfde faculteit: afgestudeerd student Emily Carlson, facultair onderzoeksassistent Hannah Lucas en assistent-professor en bestuivingspecialist, Andony Melathopoulos.