Verhoogde bloedwaarden van toxische chemicaliën uit pesticiden, anti-aanbaklagen, en brandvertragers zijn gelinkt aan een verhoogd risico op coeliakie bij jonge mensen, laat nieuw onderzoek zien.
Volgens NYU Grossman School of Medicine onderzoekers die de studie leidden, hebben mensen met de immuunziekte ernstige reacties in de darmen, waaronder diarree en een opgeblazen gevoel door voedsel dat gluten bevat, een eiwit dat men vindt in tarwe, rogge en gerst. De enige remedie is een glutenvrij voedingspatroon zonder brood, pasta of gebak, zegt hoofdonderzoeker en promovendus Abigail Gaylord, MPH.
Het NYU Langone team, online publicerend op Environmental Research op 12 mei, ontdekte dat kinderen en jongvolwassenen met hoge bloedwaarden met betrekking tot pesticiden–en met hoge waarden met betrekking tot pesticiden-gerelateerde chemicaliën, dichlorodiphenyldichlorethylenes (DDE’s) genaamd, twee maal zoveel kans hadden om gediagnosticeerd te worden met coeliakie dan diegenen zonder verhoogde waarden.
De studie ontdekte ook dat verschillen in geslacht van toepassing waren bij coeliakie qua relatie tot blootstellingen aan gifstoffen. Bij vrouwen, die in de meerderheid zijn qua diagnose, betekende een hoger dan normale blootstelling dat ze op zijn minst acht maal meer kans hadden om glutenintolerant te worden. Jonge vrouwen met verhoogde niveaus van anti-aanbak chemicaliën, perfluoralkylstoffen of PFA’s genaamd, waaronder producten als Teflon, hadden vijf tot negen maal zoveel kans om coeliakie te hebben.
Jonge mannen echter, hadden twee maal zoveel kans om de diagnose te krijgen als ze verhoogde bloedwaarden hadden van de vlamvertragende chemicaliën, polygebromeerde difenylether, of PBDE’s.
Mede-onderzoeker van de studie en gezondheids-epedemioloog Leonardo Trasande, MD, MPP, the Jim G. Hendrick, MD Professor aan de NYU Langone, zegt dat vervolgstudies nodig zijn om aan te tonen dat deze toxische chemicaliën een directe oorzaak zijn van coeliakie, maar hij merkt op dat allen bekend staan om het verstoren van hormoonniveaus van mens en dier, welke een sleutelrol spelen bij zowel seksuele ontwikkeling als bij het afweersysteem tegen infecties.
Eerder onderzoek deed het vermoeden rijzen dat de herkomsten van coeliakie, hetgeen 1 op de 100 volwassenen wereldwijd treft, grotendeels genetisch waren, en het werd doorgegeven van ouders op kinderen. Trasande, die ook werkt als ‘hoofd kindergeneeskunde en milieu’ in het Department of Pediatrics aan de NYU Langone, en zijn collega’s wilden onderzoeken of er een verband bestond tussen blootstelling aan toxines en het risico op een specifieke immuun-aandoening die direct beïnvloed wordt door hormoonniveaus zoals coeliakie.
“Onze studie brengt de eerste meetbare aansluiting tot stand tussen blootstelling aan de omgeving met betrekking tot toxische chemicaliën en coeliakie”, zegt senior-onderzoeker en kindergastro-enteroloog Jeremiah Levine, MD. “Deze resultaten brengen ook de vraag naar voren of er potentiële verbanden zijn tussen deze chemicaliën en andere auto-immuun/darmaandoeningen, welke allen nauwlettend toezicht en vervolgstudies rechtvaardigen”, zegt Levine, een professor in het Department of Pediatrics aan de NYU Langone.
Trasande zegt dat als verdere studies dezelfde verbanden laten zien, dergelijke resultaten als bewijs kunnen dienen, dat de basis, of onderliggende oorzaak voor veel van deze auto-immuunziekten wellicht niet enkel genetisch is, maar ook te maken heeft met omgevingsfactoren.
Voor de studie analyseerden onderzoekers niveaus van toxische chemicaliën in het bloed van 30 kinderen en jongvolwassenen, in de leeftijd 3 tot 21, welke pas gediagnosticeerd waren met coeliakie, aan het NYU Langone Hassenfeld Children’s Hospital. Testresultaten werden vergeleken met die van 60 andere jonge mensen van dezelfde leeftijd, en hetzelfde geslacht en ras. Mensen met de genen HLA-DQ2 en HLA-DQ8 staan erom bekend een grotere kans te hebben om de diagnose coeliakie te krijgen. Andere symptomen van coeliakie omvatten diarree, moeheid en bloedarmoede.
Vertaling: Arnoud