‘De reguliere medische wereld heeft verbazingwekkend weinig aandacht voor de ademhaling. Misschien omdat er géén pil bestaat die de ademhaling verbetert?’
Stelling: ‘Om op een juiste wijze adem te halen, moeten we de hersenen her-programmeren!’
1.0 Inleiding
We kunnen een hele tijd zonder voedsel leven, een paar dagen zonder water, maar slechts enkele minuten zonder zuurstof in te ademen. Ademen is de belangrijkste lichaamsfunctie en als die ontbreekt gaan we dood. En nu wil men zelfs wereldwijd de aan zuurstof gepaarde kooldioxide (CO2) tot volksvijand nummer één maken, en dat is regelrecht een ramp!
Aan het eind van de 19e eeuw werd door wetenschappers Bohr en Verigo ontdekt dat kooldioxide (CO2) verantwoordelijk is voor de verbinding tussen zuurstof en hemoglobine. Want als het kooldioxidegehalte in het bloed lager dan normaal is, leidt dit tot problemen bij het vrijkomen van zuurstof uit hemoglobine. Volgens het Verigo-Bohr-effect kunnen we stellen dat een door te snel ademen veroorzaakte kooldioxidetekort leidt tot zuurstofgebrek in lichaamsweefsels en dus in de lichaamscellen. Hoe sneller we ademen, des te verder duwen we ons zuurstofniveau omlaag en des te meer lijden onze cellen aan hypoxie (verminderde zuurstofvoorziening van de cellen). Chronische, verborgen hyperventilatie (te veel ademhalen) komt dan ook veel voor bij westerse mensen.
Als we dus correct ademhalen, leven we over het algemeen langer en zijn we veel gezonder. Niemand – zeker de farmaceutische industrie – wil er openlijk voor uitkomen, maar er is géén beter medicijn dan zuurstof en géén betere manier om het in te nemen zonder extra kosten dan door te leren je ademhaling te beheersen!
2.0 Levensenergie
Een mens heeft ca. 14% zuurstof nodig om goed te kunnen leven. Maar ca. 41% van de mensheid krijgt minder dan 10%, en een sterk dalende tendens zet zich voort!
Ongeveer 90% van de ‘levensenergie’ van het lichaam wordt door zuurstof aangemaakt. Ja, alle processen in het lichaam worden door zuurstof geregeld. Onze hersenen bijvoorbeeld verwerken miljarden bits aan informatie per seconde, maar dan kan alléén dankzij zuurstof. Hoewel het menselijk brein slechts 2% van het lichaamsgewicht vormt, krijgt het ongeveer 20% van de totale zuurstofconsumptie van het lichaam. Het brein heeft een aanzienlijke hoeveelheid zuurstof nodig om alle noodzakelijke functies zoals voedselconsumptie of slaap uit te voeren.
De inademingslucht bevat circa 21% zuurstof. De uitademingslucht bevat altijd nog 17% zuurstof. Bij een normale, rustige ademhaling is dit proces in balans, waardoor het lichaam voldoende zuurstof krijgt om goed te kunnen functioneren. Maar uit wetenschappelijke onderzoeken is het al heel lang bekend, dat de mens onvoldoende zuurstof tot zich neemt; dat in bepaalde delen van het lichaam géén genezing kan plaatsvinden zonder voldoende zuurstof; dat de zuurstof die je moet inhaleren voor 90 tot 95% zuiver (!) moet zijn; dat het één van de vele eigenschappen van zuurstof is dat het schadelijke bacteriën dood; dat als we niet voldoende zuurstof hebben onze cellen zich met gifstoffen vullen; dat door een te snel ademhalen (stress is hier de oorzaak van) er een kooldioxidetekort ontstaat dat leidt tot zuurstofgebrek; dat er voldoende zuurstof in het bloed aanwezig is, maar onvoldoende in de cellen; dat er een precies evenwicht bestaat tussen kooldioxide en de concentratie van protonen in het bloed, etc. etc.
‘Tussen de leeftijd van 30 en 40 jaar daalt ons zuurstofniveau het sterkst (tot 10%)’.
‘Naarmate we ouder worden, daalt ons zuurstofniveau elke tien jaar gemiddeld 5%!’
3.0 De hersenstam; het ademhalingscentrum
‘Het ademhalingscentrum lijkt het meest op een thermostaat in je woonkamer’
Het ademhalingscentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling. Dit is een netwerk van zenuwcellen in het onderste deel van de hersenen; in een gebiedje genaamd het preBötzinger complex. Biochemicus Mark Kranow noemt deze structuur ook wel de ‘pacemaker voor ademhaling’.
Ademen is een semi-autonoom proces. Dat autonoom betekent dat de ademhaling zichzelf regelt: we hoeven er niet op te letten. En het is semi-autonoom, omdat we de ademhaling daarnaast ook bewust kunnen beïnvloeden. We kunnen bijvoorbeeld bewust diep en snel gaan ademen, of de ademhaling een tijdje stoppen.
De werking van dit ademhalingscentrum is echter complex, maar in grote lijnen is dit wat er gebeurt:
- Het ademhalingscentrum houdt de zuurgraad, deconcentratie zuurstof (O2) en de concentratie koolzuurgas (CO2) van het bloed nauwlettend in de gaten. Daarvoor maakt het gebruik van sensoren (een soort chemische waarnemings-receptoren, chemoreceptoren) die het langsstromende bloed meten en signalen afgeven.
De zenuwprikkels die in het ademhalingscentrum binnenkomen, zijn afkomstig van de longen, de borstkas en ‘lichaampjes’ in de halsslagader en de aorta. Een zeer belangrijke sensor zit in de halsslagader die bloed naar het hoofd toebrengt. - In de hersenen bevinden zich vergelijkbare centra, die ook gevoelig zijn voor chemische veranderingen in het bloed. Die zorgen er bijvoorbeeld voor dat de ademhaling versnelt als het kooldioxidegehalte (CO2) in het bloed stijgt. Als de ademhaling versnelt, kan het overtollige kooldioxide namelijk beter uit het bloed worden afgevoerd.
- Het uitzetten van de longen wordt bovendien beperkt door een reflexmechanisme, dat in werking treedt als de luchtwegen uitrekken. Verder versnelt de ademhaling als bepaalde zintuigcellen in de longen (J-receptoren genaamd) geprikkeld worden, doordat kleine bloedvaatjes in de longen verstopt raken of als er zich vocht in de longen ophoopt (oedeem).
Op basis van al deze informatie regelt het centrum de ademhaling. De concentratie CO2 is daarbij het allerbelangrijkste omdat deze voortdurend wisselt; veel sneller dan de zuurgraad [1] van het bloed of de concentratie zuurstof (O2) in het bloed. Het ademhalingscentrum probeert dus de hoeveelheid CO2 (kooldioxide) in het bloed constant te houden. Het heeft als het ware een bepaalde concentratie CO2 als norm (!) gekozen en probeert het werkelijke CO2-niveau in het bloed zo dicht mogelijk bij deze norm te houden.
[1] Zuurgraad van het bloed: als het bloed reeds te zuur is, kan het lichaam niet anders dan de gifstoffen uit het bloed halen en ze in cellen afzetten om te zorgen dat he bloed de juist pH-waarde behoudt. Daarbij komt nog dat als het bloed te zuur is, de cellen niet via het bloed kunnen ontgiften.
4.0 Het effect van een verkeerde ademhaling
Het lichaam heeft voor de productie van energie zuurstof O2 nodig. Bij de productie van deze energie wordt kooldioxide (CO2) gevormd. Een veelgehoord misverstand in de geneeskunde is dat koolstofdioxide alléén een afvalproduct is, dat afgevoerd moet worden. Ten dele klopt dit, maar CO2 heeft ook een belangrijke functie in ons lichaam. Het zorgt er namelijk voor dat de zuurstof die we inademen, kan worden opgenomen door ons lichaam. Door te veel lucht in- en uit te ademen, daalt de CO2-concentratie in de longen. Hierdoor daalt ook de CO2 concentratie in het bloed. Gevolg hiervan is, dat er minder zuurstof kan worden opgenomen door ons lichaam!
Helaas, de medische wetenschap – de farmacie met name – blijft maar aanmodderen met het verstrekken van onjuiste informatie, omdat ze in wezen niet willen accepteren dat er een direct verband bestaat tussen zuurstof én kooldioxide. Weinig medische wetenschappers én adem-coaches weten dat een verlaagd koolstofdioxideniveau in het bloed leidt tot een verminderde zuurstoftoevoer naar de cellen in het lichaam, met inbegrip van hersenen, hart en nieren!
Ons hoofdprobleem is dus een ontregeld ademhalingscentrum [= disfunctioneel ademen]
Continue te veel en te diep, te snel ademen kan er ook voor zorgen dat er juist een tekort aan zuurstof ontstaat in onze lichaamscellen en dus onze organen. Dit kan allerlei klachten veroorzaken, denk bijvoorbeeld aan duizeligheid, vermoeidheid, etc. etc.. Het lichaam wil dit zoveel mogelijk compenseren en kan verschillende maatregelen nemen, zoals het vernauwen van bloedvaten en bronchiën en het produceren van meer slijm in de longen. Zo kan bijvoorbeeld chronische hyperventilatie op langere termijn allerlei klachten veroorzaken, zoals vermoeidheid, benauwdheid, concentratieverlies, lusteloosheid, geestelijke vermoeidheid, hartkloppingen, hoge bloeddruk en angst. Zelfs ziektes zoals ADHA en autisme worden door sommige onderzoekers aan een slechte ademhaling gekoppeld.
Stress en een burn-out: ‘een groot maatschappelijk probleem aan het worden!’
5.0 Ontregeld ademhalingscentrum
Het hoofdprobleem van een ‘verkeerde’ ademhalingsmethode is dus, dat het ademhalingscentrum in de hersenen ontregeld is. Dit ademhalingscentrum meet voortdurend de hoeveelheid koolzuurgas [kooldioxide, CO2] in het bloed (bijvoorbeeld in een halsslagader), en bepaalt op basis van deze informatie hoe diep en hoe vaak we moeten ademen. Maar helaas ons ‘ontregeld ademhalingscentrum’ is gewend geraakt aan een (te) lage concentratie koolzuurgas en probeert dit lage niveau vast te houden door de ademhaling diep (volume) en snel te houden.
Bij een tekort aan CO2 ontstaat altijd vaatvernauwing, waarbij een vermindering van de bloedvoorziening in de hersenen tot 30% a 40% kan worden aangetoond! Stress is in veel gevallen de veroorzaker, de boosdoener!
6.0 Met een lichte inademing neem je evenveel zuurstof op als met een diepe ademhaling.
‘Herprogrammering van de hersenen is een must’.
Over het algemeen wordt aangenomen dat door diep ademen de aanvoer van zuurstof in het lichaam verbetert, maar de Russische dokter Buteyko ontdekte dat in feite precies het omgekeerde het geval is! Een (te) diepe ademhaling (longhyperventilatie) is schadelijk, want daardoor wordt koolzuurgas (CO2) bovenmatig afgescheiden. Daardoor ontstaat er een tekort aan koolzuur, waardoor het lichaam niet meer in goed in staat is om zuurstof af te geven aan de cellen!
De patiënt krijgt het gevoel van luchttekort en gaat steeds dieper ademhalen met als gevolg een tekort aan energie, opeenhoping van afvalstoffen, verslechtering van de weerstand, hoge prikkelbaarheid van het zenuwstelsel en lage stressbestendigheid.
Gevolg hiervan is dat we nog meer gaan ademhalen en we krijgen op den duur een extreme vorm van hyperventilatie, astma, COPD, slaapapneu of andere aandoeningen, zoals verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol, hoofdpijn, spierpijn of chronische vermoeidheid.
Een verkeerde manier van ademhalen zal meestal niet zonder gevolgen blijven, indien je dit jaren achter elkaar doet! Op deze manier ontstaat een vicieuze cirkel en krijgt bijvoorbeeld astma een chronisch karakter.
‘Her-train je ademhalingscentrum’
Een (te) diepe ademhaling verstoort het zuur-base evenwicht (pH) in het lichaam. Om dit te compenseren, wordt de activiteit van enzymen en vitaminen in het lichaam veranderd. Bovendien verandert ook de elektrolytische samenstelling van het bloed. Als gevolg daarvan ontstaat er een verstoring van de stofwisseling. Dat laatste veroorzaakt onder andere allerlei allergieën, neiging tot verkoudheid en daling van de weerstand.
‘Je hersenen blijven je hele leven ‘plastisch’. Dit wordt ervaringsafhankelijke plasticiteit genoemd!
Een tekort aan koolzuur versterkt de binding tussen hemoglobine en zuurstof, waardoor zuurstof slecht kan worden afgescheiden en dus moeilijker bij onze cellen kan komen. Dus hoe dieper de ademhaling is, hoe minder zuurstof er in de cellen van de hersenen, ons hart en onze nieren komt!
Om zich te tegen bovenmatige uitscheiding van koolzuur te beschermen, vernauwt het lichaam de uitstromingskanalen van koolzuurgas. De bloedvaten vernauwen, de neus raakt verstopt en de bronchiën kunnen vernauwen. Het tekort aan zuurstof in de hersenen, (veroorzaakt door de diepe ademhaling) wordt nog eens versterkt door het vernauwen van de bronchiën en bloedvaten. Ergo, hoe meer de mens ademhaalt, hoe meer hij een gebrek aan lucht voelt en hoe meer hij gaat ademhalen. Er ontstaat een vicieuze cirkel met als gevolg dat ziektes, die met een diepe ademhaling gepaard gaan, een chronisch karakter krijgen.
Door de ademhaling in de juiste norm [1] te krijgen, worden de negatieve gevolgen van een verkeerde ademhaling voorkomen en genezen de ziektes.
[1] In de medische boeken wordt gesteld dat de normale ademhalingssnelheid/- frequentie voor volwassen slecht 12 ademhalingen per minuut [Medische norm] in rust is. Ademhalingssnelheden bij kankerpatiënten en ander ernstig zieken zijn gewoonlijk hoger, meestal ongeveer 20 ademhalingen per minuut. De norm volgens dr. Buteyko behoort de ademhalingsfrequentie in rust slechts 8 x te zijn!
7.0 De kern van de ‘juiste’ adem-methode
‘Het doel van het gehele ademhalingssysteem is een normaal niveau van zuurstof én kooldioxide in de cellen én weefsels te onderhouden’.
Het is bijna onmogelijk om in een beginfase de ademfrequentie of –snelheid drastisch te verminderen. Je ademt elke dag tenminste 20.000 keer, dus dat veranderen kost tijd en doorzettingsvermogen.
De methode van ‘wilskrachtige vermindering van diepe ademhaling’ bestaat uit het geleidelijk verminderen van de diepte van de ademhaling. Zonder mentaliteitsverandering is het moeilijk om verandering van de ademhaling te bereiken. Dit wordt alleen bereikt door een wilskrachtige (bewuste, maar niet gewelddadige) geleidelijke vermindering van de uitwendige ademhaling tot de norm, door ontspanning van de spieren die de ademhaling mogelijk maken (middenrif).
Klinische onderzoeken laten zien dat deze methode heel reëel is en werkt! Je moet niet denken dat alleen maar bepaalde ademhalingstechnieken onze ademhaling laten normaliseren. Alle methoden (zoals op een juiste manier sporten, vasten en gezond eten, geestelijke rust, meditatie en andere) die de ademhaling tot de norm verminderen, zullen de welvaartsziekten genezen. Het normaliseren van de ademhaling is het enige middel om welvaart ziekten te genezen.
‘Ademhaling is de meest onderschatte ‘tool’ voor een betere gezondheid, meer energie en verbeterde mentale staat’.
Hans Zevenboom
Bezoek onze website [………] en lees ook de Nieuwsbrief ‘Genezen met zuurstof’ – deel II, Oktober 2020
https://www.millennium-visie.org/site/nieuwsbrief/317-adembeheersing-en-hersenen