Vlaamse jongeren slapen te weinig én slecht, zo blijkt uit de studie ‘Jongeren en gezondheid’ van de UGent bij 11000 deelnemers.
Op het eerste wereldslaapcongres in Praag in 2017 werd de verstoorde slaap van jongeren als een ‘globale epidemie’ beschreven. Recent Vlaams onderzoek bevestigt dit probleem.
Slaaptekort
Jongeren tussen 11 en 12 jaar hebben negen à elf uur slaap nodig, terwijl jongeren tussen 13 en 18 jaar geadviseerd worden acht à tien uur te slapen.
In de jongste leeftijdsgroep haalt bijna de helft van de jongeren de minimum norm van negen uur niet tijdens de schoolweek. Bij de oudere leeftijdsgroepen ligt dat aandeel nog hoger: in de groep van 17 tot 18 jarigen slaapt acht op tien van de jongens en zeven op tien van de meisjes minder dan acht uur tijdens de schoolweek.
Een verontrustende vaststelling, want voldoende slaap is noodzakelijk om alert te zijn op school, een gezonde levensstijl aan te houden en problemen de baas te kunnen. Bovendien wordt slaaptekort op lange termijn gelinkt aan een verhoogde kans op cardiovasculaire aandoeningen, overgewicht, diabetes en depressie.
Het onderzoek toont aan dat jongeren hun slaaptekort proberen in te halen tijdens weekends en vakanties. Dergelijk compensatiegedrag heeft echter weinig zin. Uitslapen brengt hun slaapritme in de war. Regelmaat en routine zorgen ervoor dat jongeren sneller inslapen en vlotter opstaan en daardoor minder suf zijn overdag.
Slechte slaapkwaliteit
Jongeren slapen niet alleen te weinig, ze rapporteren ook een slechte slaapkwaliteit. Van de meisjes tussen 11 en 18 jaar ervaren ongeveer vijf op de tien regelmatig slaapproblemen (zoals moeilijkheden bij het in slaap vallen, verstoorde nachtrust, ochtendmoeheid,…) tegenover drie op tien van de jongens.
Ook hier zijn duidelijke verschillen aanwezig naar leeftijd: hoe ouder, hoe meer slaapproblemen de jongeren hebben.
Uit eerder onderzoek blijkt dat deze slechte slaapkwaliteit kan toegeschreven worden aan verschillende oorzaken zoals veranderingen in de hormonenbalans tijdens de puberteit, het gebruik van smartphones en andere elektronische media voor het slapen gaan, gebrek aan beweging overdag en schoolstress.
Verschillen naar opleidingsvorm
Verder is er ook sprake van ongelijkheden in slaapduur en slaapkwaliteit naar opleidingsvorm. Zo blijkt dat de prevalentie van slaaptekort hoger ligt bij jongens uit het BSO en TSO dan bij jongens uit het ASO. Bij meisjes worden voor slaaptekort geen verschillen naar opleidingsvorm gezien.
De resultaten met betrekking tot slaapkwaliteit leveren daarentegen het tegenoverstelde beeld op. Meisjes uit het BSO en TSO rapporteren meer slaapproblemen dan meisjes uit het ASO. Bij jongens worden voor slaapkwaliteit geen verschillen waargenomen.
Data
De data werden verzameld in kader van de internationale HBSC-studie (Health Behavior in School-aged Children studie), die ondersteund wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De HBSC-studie wordt om de vier jaar uitgevoerd in 49 landen in Europa en Noord-Amerika en peilt naar de gezondheid en gezondheidsgedragingen van jongeren.
De Vlaamse HBSC-studie staat bekend onder de naam ‘Jongeren en gezondheid’ en wordt gefinancierd door het Vlaamse agentschap Zorg en Gezondheid. De studie biedt actuele inzichten in de gezondheid en gezondheidsgedragingen van Vlaamse jongeren en bestudeert hoe dit alles evolueert doorheen de tijd. Met deze waardevolle informatie kunnen beleidsmakers en actoren werkzaam binnen het terrein van de gezondheidsbevordering aan de slag om nieuwe initiatieven te ontwikkelen of bestaande initiatieven bij te sturen met het oog op gezondheidswinst bij de jongeren.