COVID-19-vaccins hebben een cruciale rol gespeeld in het verminderen van ernstige ziekte en sterfte tijdens de pandemie en lijken ook bescherming te bieden tegen long COVID. Toch melden sommige mensen langdurige symptomen die kort na vaccinatie zijn begonnen. Dit fenomeen, bekend als post-vaccinatiesyndroom (PVS), is nog niet erkend door medische autoriteiten en de onderliggende biologische mechanismen blijven grotendeels onbekend.
Een nieuwe studie van onderzoekers aan Yale University heeft de eerste stappen gezet om PVS te karakteriseren en mogelijke immunologische patronen te identificeren die deze groep onderscheiden van mensen zonder symptomen na vaccinatie. Hoewel de bevindingen nog in een vroeg stadium verkeren en verdere bevestiging vereisen, kunnen ze bijdragen aan de ontwikkeling van methoden voor diagnose en behandeling.
Symptomen en aard van PVS
Mensen met PVS ervaren veelvoorkomende klachten zoals:
- Ernstige vermoeidheid
- Hersenmist (cognitieve problemen)
- Slaapproblemen (insomnie)
- Duizeligheid
- Verminderde inspanningstolerantie
Deze symptomen beginnen meestal binnen een dag of twee na de vaccinatie en kunnen in de daaropvolgende dagen verergeren. Ze blijven vervolgens langdurig aanhouden. De exacte prevalentie van PVS is nog onbekend en verdere studies zijn nodig om vast te stellen hoe vaak deze aandoening voorkomt.
Onderzoeksmethode en belangrijkste bevindingen
Het onderzoek maakt deel uit van Yale’s LISTEN-studie, die tot doel heeft long COVID en PVS beter te begrijpen. Voor deze specifieke studie werden gegevens geanalyseerd van 42 deelnemers met PVS-symptomen en 22 controlepersonen zonder symptomen na vaccinatie.
Uit bloedmonsters van de deelnemers ontdekten de onderzoekers verschillen in immuuncellen en antilichamen tussen de twee groepen:
- Mensen met PVS hadden lagere niveaus van effector CD4+ T-cellen (belangrijke witte bloedcellen voor immuunrespons).
- Ze hadden hogere niveaus van TNF-alpha+ CD8 T-cellen, wat duidt op een mogelijke ontstekingsreactie.
- Mensen met PVS die nooit COVID-19 hadden gehad, hadden lagere antilichaamniveaus tegen het SARS-CoV-2 spike-eiwit. Dit kan komen doordat ze minder vaccinaties hadden gekregen dan de controlepersonen, waardoor hun immuunsysteem minder vaak was blootgesteld aan het virus.
Aanhoudende aanwezigheid van spike-eiwit
Een opvallende ontdekking was dat sommige PVS-patiënten, zelfs zonder eerdere COVID-19-infectie, hoge niveaus van het spike-eiwit in hun bloed hadden. Dit eiwit, dat door vaccins wordt gebruikt om een immuunrespons op te wekken, is normaal gesproken slechts enkele dagen na vaccinatie detecteerbaar. Bij sommige PVS-patiënten werd het echter tot meer dan 700 dagen na hun laatste vaccinatie nog steeds in de bloedsomloop aangetroffen.
Dit is een onverwachte bevinding, omdat langdurige aanwezigheid van spike-eiwit eerder is geassocieerd met long COVID. De onderzoekers weten nog niet zeker of dit eiwit direct verantwoordelijk is voor de symptomen van PVS, omdat niet alle PVS-patiënten het spike-eiwit in hun bloed hadden.
Mogelijke oorzaken en toekomstige richtingen
Onderzoekers verkennen verschillende mogelijke verklaringen voor PVS, waaronder:
- Auto-immuniteit: Een immuunreactie waarbij het lichaam per ongeluk zijn eigen weefsels aanvalt.
- Weefselbeschadiging: Langdurige ontstekingsreacties die schade veroorzaken.
- Reactivatie van het Epstein-Barr-virus (EBV): PVS-patiënten hadden vaker aanwijzingen voor reactivatie van dit virus, dat de oorzaak is van mononucleosis (“klierkoorts”). Dit zou kunnen bijdragen aan vermoeidheid en andere symptomen.
Volgens de onderzoekers kan een beter begrip van PVS bijdragen aan:
- Betere vaccins met minder bijwerkingen.
- Nieuwe methoden om PVS te diagnosticeren.
- Gerichte behandelingen, zoals het verwijderen van spike-eiwit uit de bloedbaan met behulp van monoklonale antilichamen.
Conclusie
De studie is nog in een vroeg stadium, maar levert waardevolle inzichten op in de immunologische verschillen bij mensen met PVS. De onderzoekers benadrukken het belang van verder onderzoek en erkenning van deze aandoening. Ze pleiten voor een wetenschappelijke, empathische benadering om patiënten met langdurige klachten na vaccinatie serieus te nemen en hen te helpen.
“Elke medische ingreep heeft risico’s, en het is belangrijk om te erkennen dat vaccins bijwerkingen kunnen hebben,” zegt professor Harlan Krumholz, een van de hoofdauteurs van de studie. “Onze focus moet liggen op het begrijpen en helpen van de mensen die hier last van hebben, met compassie en een open blik.”