Trump executive order mbt censuur op online platforms

Op grond van de bevoegdheid die mij als president is verleend door de Grondwet en de wetten van de Verenigde Staten van Amerika, en artikel 301 van titel 3, United States Code, wordt hierbij het volgende bevolen:

Artikel 1. Doel. Het Eerste Amendement van de Grondwet van de Verenigde Staten, een amendement dat essentieel is voor het succes van onze Republiek, verankert het recht van het Amerikaanse volk om vrij te spreken in het openbaar zonder inmenging van de overheid. De afgelopen 4 jaar heeft de vorige regering de vrijheid van meningsuiting vertrapt door de meningsuiting van Amerikanen op onlineplatforms te censureren, vaak door aanzienlijke dwang uit te oefenen op derden, zoals socialemedia bedrijven, om meningsuiting te modereren, te deplatformen of anderszins te onderdrukken die de federale overheid niet goedkeurde. Onder het mom van het bestrijden van “misinformatie”, “desinformatie” en “malinformatie” heeft de federale overheid inbreuk gemaakt op de grondwettelijk beschermde meningsuitingsrechten van Amerikaanse burgers in de Verenigde Staten op een manier die het door de overheid geprefereerde verhaal over belangrijke kwesties van openbaar debat bevorderde. Censuur van meningsuiting door de overheid is onaanvaardbaar in een vrije samenleving.

Sec. 2. Beleid. Het beleid van de Verenigde Staten is om: (a) het recht van het Amerikaanse volk te waarborgen om zich bezig te houden met grondwettelijk beschermde uitingen;

(b) ervoor te zorgen dat geen enkele ambtenaar, werknemer of agent van de federale overheid zich bezighoudt met of faciliteert enig gedrag dat de vrijheid van meningsuiting van een Amerikaanse burger ongrondwettelijk zou beperken;

(c) ervoor te zorgen dat geen belastinggeld wordt gebruikt om zich bezig te houden met of faciliteert enig gedrag dat de vrijheid van meningsuiting van een Amerikaanse burger ongrondwettelijk zou beperken; en

(d) wangedrag uit het verleden van de federale overheid met betrekking tot censuur van beschermde uitingen te identificeren en passende maatregelen te nemen om dit te corrigeren.

Sec. 3. Censuur van beschermde uitingen beëindigen. (a) Geen enkele federale afdeling, agentschap, entiteit, ambtenaar, werknemer of agent mag handelen of federale middelen gebruiken op een manier die in strijd is met sectie 2 van deze order.

(b) De procureur-generaal zal, in overleg met de hoofden van uitvoerende departementen en agentschappen, de activiteiten van de federale overheid in de afgelopen 4 jaar onderzoeken die niet in overeenstemming zijn met de doelstellingen en het beleid van deze order en een rapport opstellen dat via de plaatsvervangende stafchef voor beleid aan de president moet worden voorgelegd, met aanbevelingen voor passende corrigerende maatregelen die moeten worden genomen op basis van de bevindingen van het rapport.

Sec. 4. Algemene bepalingen. (a) Niets in deze order mag worden uitgelegd als een aantasting of andere aantasting van:

(i) de bevoegdheid die door de wet is verleend aan een uitvoerend departement of agentschap, of het hoofd daarvan; of

(ii) de functies van de directeur van het Office of Management and Budget met betrekking tot budgettaire, administratieve of wetgevende voorstellen.

(b) Deze order zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van kredieten.

(c) Deze order is niet bedoeld om enig recht of voordeel te creëren, materieel of procedureel, dat afdwingbaar is in rechte of in billijkheid door enige partij tegen de Verenigde Staten, haar departementen, agentschappen of entiteiten, haar functionarissen, werknemers of agenten, of enige andere persoon, en zal dit ook niet doen.