Rapport aanpak coronacrisis deel 3

Achtergrond en Doel

De coronacrisis, die begon in januari 2020, zette de Nederlandse samenleving en overheid voor ongekende uitdagingen. Dit derde deelrapport kijkt terug op de volledige crisisperiode tot september 2022, met een bijzondere focus op hoe het kabinet risico’s voor volksgezondheid en veiligheid beheerde. Het doel is lessen te trekken om Nederland beter voor te bereiden op toekomstige langdurige crises.

Fase 1: Januari – Mei 2020 (Begin van de Crisis)

  • Reactie op een Onbekend Virus: Het SARS-CoV-2 virus werd eind januari 2020 als A-ziekte geclassificeerd. Na de eerste besmetting in februari werd snel duidelijk dat het virus zich sneller verspreidde dan gedacht.
  • Nationale Crisisstructuur: Begin maart activeerde het kabinet de nationale crisisstructuur met de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb). Echter, de minister van Volksgezondheid (VWS) bleef centraal staan in de aanpak, wat zorgde voor onduidelijkheid over eigenaarschap.
  • Strategie: Maximaal Controleren: De aanpak richtte zich op drie doelen:
    1. Voorkomen van overbelasting van de zorg (met name ic-capaciteit).
    2. Bescherming van kwetsbaren.
    3. Zicht houden op het virus.
      Deze doelen bleven leidend tijdens de gehele crisis.

De focus op de ic-capaciteit zorgde ervoor dat ingrijpende maatregelen (zoals lockdowns) werden ingesteld zodra overbelasting dreigde.

Fase 2: Juni – December 2020 (Luwe Zomer en Tweede Golf)

  • Versoepelingen in de Zomer: Na de eerste golf versoepelde het kabinet de maatregelen. Er heerste een optimisme dat de pandemie onder controle was.
  • Tweede Golf in Najaar: In augustus en september stegen de besmettingen opnieuw. Dankzij uitgebreidere testcapaciteit en betere monitoring (zoals rioolwateronderzoek) kreeg het RIVM meer zicht op het virus.
  • Tekortkomingen in de Zorg: De zorgsector kampte met uitputting en personeelstekorten. Ondanks waarschuwingen vanuit de sector, koos het kabinet voornamelijk voor korte termijnmaatregelen.

Fase 3: Januari – Maart 2021 (Vaccinatie en Alfavariant)

  • Start Vaccinatiecampagne: In januari begon de vaccinatiecampagne met prioriteit voor ouderen en kwetsbaren. Dit bood hoop, maar de opkomst van de alfavariant zorgde voor nieuwe onzekerheden.
  • Avondklok en Verscherping: De avondklok werd ingesteld om verdere verspreiding te beperken. Ondanks oplopende maatschappelijke weerstand bleef het kabinet vasthouden aan het maximaal controleren.
  • Dataproblemen: Problemen in het delen van data tussen GGD’en, laboratoria en CBS hinderden een effectief overzicht van besmettingen en vaccinaties.

Fase 4: April – Augustus 2021 (Versoepelingen en Zomergolf)

  • Versoepeling na Vaccinaties: Na het vaccineren van kwetsbare groepen introduceerde het kabinet een openingsplan. Vaccins werden gezien als ‘game changers’.
  • Zomergolf: Door de snelle versoepelingen ontstond in de zomer opnieuw een golf, wat aantoonde dat de strategie kwetsbaar bleef. De focus op het heropenen van de samenleving kreeg prioriteit boven het herstellen van de uitgestelde zorg.

Fase 5: September – December 2021 (Deltavariant en Omikron)

  • Herijking Najaarsstrategie: Het kabinet besloot de strategie te herijken, maar bleef sturen op ic-capaciteit. Nieuwe gezondheidsrisico’s zoals postcovid en uitgestelde zorg werden nauwelijks meegenomen.
  • Deltavariant en Lockdown: De deltavariant leidde tot een forse stijging van besmettingen en dreigende overbelasting van de zorg. In december volgde een nieuwe lockdown vanwege de komst van de omikronvariant.

Fase 6: Januari – September 2022 (Omikron en Langetermijnaanpak)

  • Omikronvariant: Hoewel omikron voor hogere besmettingen zorgde, leidde het tot minder ernstige ziekte. Dit gaf ruimte voor versoepelingen.
  • Verantwoordelijkheid bij de Samenleving: Het kabinet legde meer nadruk op individuele verantwoordelijkheid. De communicatie over resterende gezondheidsrisico’s, zoals postcovid, bleef echter beperkt.
  • Langetermijnaanpak: In april 2022 presenteerde het kabinet een nieuwe strategie om “met het virus te leven”.

Belangrijkste Lessen en Aanbevelingen

  1. Vasthouden aan Doelen en Strategie: Het kabinet bleef de focus houden op ic-capaciteit en kortetermijnmaatregelen, terwijl de crisis veranderde. Het herzien van doelen en strategieën op basis van nieuwe risico’s (zoals postcovid) was noodzakelijk.
  2. Integrale Crisisaanpak: De verantwoordelijkheid voor de crisisaanpak lag voornamelijk bij VWS, terwijl andere departementen onvoldoende betrokken werden. Een gezamenlijke, integrale aanpak is essentieel bij langdurige crises.
  3. Betere Scenario’s en Vooruitkijken: Het kabinet baseerde zich vooral op het meest waarschijnlijke scenario en had te weinig oog voor extreme risico’s met grote impact. Scenariodenken moet verbeterd worden.
  4. Sociaalwetenschappelijke Kennis: Gedragswetenschappelijke inzichten zijn cruciaal voor effectief crisisbeleid. Deze adviezen moeten een gelijkwaardige rol krijgen naast epidemiologische modellen.
  5. Data-uitwisseling: Problemen met privacywetgeving en een versnipperde data-infrastructuur hinderden het zicht op het virus en zorgde voor vertraging in besluitvorming.
  6. Communicatie en Transparantie: Het kabinet legde keuzes en afwegingen (zoals risico’s van versoepelingen) onvoldoende uit aan de samenleving. Dit bemoeilijkte de individuele verantwoordelijkheid van burgers.

Conclusie

De coronacrisis toonde aan hoe complex en langdurig een pandemie kan zijn, met gevolgen die verder reiken dan gezondheid alleen. De lessen uit deze crisis – zoals het belang van flexibele strategieën, integrale aanpakken en betere dataverwerking – moeten nu worden vertaald naar concrete voorbereidingen voor toekomstige crises.

Link