Big Food, de grote voedselindustrie, wordt vaak vergeleken met de tabaksindustrie omdat ze soortgelijke tactieken gebruiken om hun producten te promoten en te beschermen tegen regelgeving die hun winst zou kunnen schaden. Hier zijn enkele van de belangrijkste overeenkomsten in hun strategieën:
1. Twijfel zaaien over wetenschap:
Net als de tabaksindustrie heeft Big Food geprobeerd wetenschappelijke bevindingen in twijfel te trekken die hun producten in een negatief daglicht stellen. Bijvoorbeeld, wanneer onderzoek wijst op de schadelijke effecten van suiker, zout of transvetten, kan de industrie reageren door studies te financieren die proberen deze bevindingen te weerleggen of de impact ervan te bagatelliseren.
2. Lobbyen tegen regelgeving:
Beide industrieën hebben intensief gelobbyd tegen overheidsreguleringen die de verkoop van hun producten zouden kunnen beperken. De voedselindustrie heeft bijvoorbeeld geprobeerd om strengere regels voor voedingsetikettering of het verbod op marketing gericht op kinderen te blokkeren.
3. Marketing gericht op kinderen:
Net zoals de tabaksindustrie kinderen en tieners targette om een nieuwe generatie klanten aan te trekken, richt Big Food zich op kinderen via reclame, vooral voor ongezonde voedingsmiddelen zoals fastfood, frisdranken en snacks met veel suiker of vet. Dit kan leiden tot ongezonde eetgewoonten op jonge leeftijd die moeilijk te doorbreken zijn.
4. Gebruik van “gezondheids”-claims:
Net zoals tabaksfabrikanten op een gegeven moment sigaretten probeerden te promoten als “minder schadelijk” of zelfs “gezond”, gebruikt de voedselindustrie claims als “vetarm”, “suikervrij” of “natuurlijk” om hun producten gezonder te laten lijken dan ze in werkelijkheid zijn, zelfs wanneer deze producten nog steeds schadelijke ingrediënten bevatten.
5. Beïnvloeding van overheidsbeleid:
Zowel Big Food als de tabaksindustrie hebben krachtige lobbygroepen en besteden veel geld aan politieke campagnes en lobbyen om ervoor te zorgen dat overheidsbeleid hen gunstig gezind blijft. Dit kan de implementatie van volksgezondheidsmaatregelen vertragen, zoals een suikertaks of beperkingen op ongezonde voedselreclame.
6. Focus op “persoonlijke verantwoordelijkheid”:
Beide industrieën leggen de verantwoordelijkheid voor gezondheidseffecten bij de consument. Net zoals de tabaksindustrie beweerde dat roken een persoonlijke keuze was, benadrukt Big Food vaak dat consumenten verantwoordelijk zijn voor hun eigen eetgewoonten, in plaats van de industrie verantwoordelijk te houden voor het produceren en promoten van ongezonde voedingsmiddelen.
Deze tactieken zijn gericht op het maximaliseren van winst en het minimaliseren van aansprakelijkheid, vaak ten koste van de volksgezondheid.
Ook maakt men gebruikt van zogenaamde revolving doors:
Big Food maakt gebruik van de zogenaamde “revolving door”-strategie, net zoals veel andere grote industrieën, waaronder de farmaceutische en tabaksindustrie. Deze strategie verwijst naar het fenomeen waarbij personen heen en weer bewegen tussen hoge functies in de overheid en leidinggevende posities in de industrie, wat invloed kan hebben op beleid en regelgeving. Dit zorgt vaak voor belangenverstrengeling en kan leiden tot zwakkere regelgeving ten gunste van de industrie. Hier zijn enkele manieren waarop de voedselindustrie deze tactiek gebruikt:
1. Overheidsfunctionarissen naar de industrie:
Voormalige overheidsfunctionarissen die werkzaam waren bij instanties die verantwoordelijk zijn voor het reguleren van de voedselindustrie (zoals volksgezondheid, landbouw, of voedingsbeleid) stappen vaak over naar goedbetaalde posities in de voedselindustrie. Hun kennis van beleid en regelgeving wordt dan gebruikt om de belangen van de industrie te bevorderen.
Een voorbeeld hiervan is de overstap van voormalige medewerkers van het Amerikaanse FDA of USDA naar grote voedselbedrijven. Hun eerdere contacten binnen de overheid kunnen helpen om gunstige regelgeving voor de industrie te bevorderen of af te zwakken.
2. Industriefunctionarissen in de overheid:
Omgekeerd worden mensen uit de top van de voedselindustrie soms aangesteld in hoge overheidsposities. Dit kan ervoor zorgen dat de regelgeving milder of gunstiger wordt voor de industrie. Deze functionarissen brengen vaak hun bedrijfsgerichte visie mee naar de overheid, wat kan leiden tot minder strikte regels voor voedselveiligheid of etikettering.
Een bekend voorbeeld hiervan is het aantreden van Michael Taylor, die in zowel de overheid als bij Monsanto werkzaam was. Taylor was eerst een hoge ambtenaar bij de FDA en werkte later bij Monsanto, een toonaangevend bedrijf in de voedselproductie en landbouw.
3. Beïnvloeding van beleidsvorming:
Dankzij deze personeelswisselingen heeft de voedselindustrie directe toegang tot besluitvormers, waardoor ze beleid kunnen beïnvloeden dat direct van invloed is op de volksgezondheid. Dit kan variëren van het vertragen van beleid rond suikertaksen of vetbeperkingen tot het bevorderen van minder restrictieve regels voor voedseladditieven.
Deze relaties kunnen leiden tot regelgeving die de winsten van de industrie beschermt, maar de volksgezondheid in gevaar brengt, vergelijkbaar met hoe de tabaksindustrie profiteerde van zwakke regelgeving in het verleden.
4. Lobbyen en adviesraden:
Ex-overheidsmedewerkers die voor de voedselindustrie werken, spelen ook een belangrijke rol in lobbywerk. Omdat ze de ins en outs van de overheidsstructuur begrijpen, kunnen ze beter lobbyen voor wetten en regels die gunstig zijn voor de industrie. Ook dienen industrievertegenwoordigers vaak in adviesraden of commissies die invloed hebben op beleidsbeslissingen, wat hen in een machtige positie plaatst om regelgeving in hun voordeel te sturen.
Gevolgen van revolving doors:
- Vertraging van strenge gezondheidsreguleringen: Dit fenomeen kan het doorvoeren van strikte gezondheidsmaatregelen, zoals reguleringen rond zout-, vet- en suikergehalten in voedsel, ernstig vertragen.
- Verlies van vertrouwen in overheidsinstanties: Het publiek kan het vertrouwen verliezen in de onafhankelijkheid van overheidsinstanties als ze zien dat de lijnen tussen overheid en industrie vervagen.
- Onvoldoende bescherming van de volksgezondheid: Door de invloed van de industrie kunnen regelgeving en beleid te zwak zijn om consumenten effectief te beschermen tegen de negatieve gezondheidseffecten van ongezonde voedingsmiddelen.
Het gebruik van revolving doors door Big Food creëert een situatie waarin de belangen van de industrie vaak prioriteit krijgen boven de bescherming van de volksgezondheid.
Een interessant artikel noemt o.a. dit:
Grote tabaksbedrijven zoals Philip Morris en R.J. Reynolds namen in de jaren tachtig op strategische wijze grote voedingsmiddelenbedrijven over, waardoor ze het Amerikaanse voedselsysteem meer dan 20 jaar domineerden en de samenstelling van verwerkte voedingsmiddelen vormgaven. Voedingsmiddelen die eigendom zijn van tabaksbedrijven waren eerder “hyper smakelijk”, gemaakt met specifieke combinaties van vet, suiker, zout en koolhydraten die de beloningscircuits in de hersenen overmatig activeren, wat leidt tot eetgedrag dat lijkt op verslaving.