We worden dagelijks bestookt met klimaatangst verhalen maar je moet weten dat er nog drie zaken spelen die nu het weer kunnen beïnvloeden.
1) El Niño is een klimaatverschijnsel dat wordt gekenmerkt door de periodieke opwarming van de zeeoppervlaktetemperaturen in het centrale en oostelijke deel van de evenaar in de Stille Oceaan. Deze opwarming kan aanzienlijke gevolgen hebben voor weerspatronen over de hele wereld.
2) De zonnecyclus kan invloed hebben op het weer en het klimaat op aarde, hoewel de mechanismen en de mate van invloed nog steeds onderwerp zijn van wetenschappelijk onderzoek. Hier zijn enkele manieren waarop de zonnecyclus het weer en klimaat kan beïnvloeden:
Zonne-energie: De zon is de belangrijkste energiebron voor het aardse klimaat. Veranderingen in de zonneactiviteit, zoals die welke optreden tijdens de zonnecyclus, kunnen de hoeveelheid zonne-energie die de aarde bereikt beïnvloeden. Dit kan op zijn beurt kleine variaties in temperatuur en klimaatpatronen veroorzaken.
Ultraviolette (UV) straling: Tijdens het zonnemaximum is de productie van UV-straling hoger. UV-straling beïnvloedt de ozonlaag in de stratosfeer, wat op zijn beurt de temperatuur en dynamiek in de atmosfeer kan veranderen. Dit kan leiden tot variaties in windpatronen en weersystemen.
Kosmische straling: De zonnecyclus beïnvloedt ook het niveau van kosmische straling dat de aarde bereikt. Tijdens perioden van hoge zonneactiviteit (zonnemaximum) wordt de aarde beter beschermd tegen kosmische straling vanwege een sterker magnetisch veld van de zon. Tijdens zonneminima, wanneer de zonneactiviteit lager is, bereikt meer kosmische straling de aarde. Sommige onderzoekers suggereren dat kosmische straling invloed kan hebben op de vorming van wolken, wat op zijn beurt weer het klimaat kan beïnvloeden.
Geomagnetische stormen: Verhoogde zonneactiviteit kan geomagnetische stormen veroorzaken door de interactie van zonnedeeltjes met het aardmagnetisch veld. Deze stormen kunnen het weer in de hogere atmosfeer beïnvloeden en hebben soms indirecte effecten op het weer in de lagere atmosfeer.
Terwijl de zonnecyclus enige invloed kan hebben op het weer en het klimaat, is deze invloed complex en nog niet volledig begrepen. Andere factoren, zoals broeikasgassen, vulkaanuitbarstingen en oceaanstromingen, spelen ook een belangrijke rol in het bepalen van de weers- en klimaatpatronen op aarde.
3) Schonere lucht kan voor extra opwarming zorgen
Ja, schonere lucht kan paradoxaal genoeg leiden tot meer opwarming van de oceanen en de aarde. Dit verschijnsel wordt vaak besproken in de context van het “aerosol paradox”. Hier zijn enkele redenen waarom schonere lucht kan bijdragen aan meer opwarming:
Minder aerosolen: Aerosolen zijn kleine deeltjes in de lucht die afkomstig zijn van zowel natuurlijke als door de mens veroorzaakte bronnen, zoals stof, zeezout, rook van bosbranden, en vervuiling door industrie en voertuigen. Deze deeltjes kunnen zonlicht reflecteren terug de ruimte in (direct effect) en kunnen ook de vorming van wolken beïnvloeden door als condensatiekernen te dienen (indirect effect). Minder aerosolen betekent dat er minder zonlicht wordt teruggekaatst en meer zonlicht het aardoppervlak bereikt, wat leidt tot opwarming.
Wolkenvorming: Aerosolen spelen een cruciale rol in wolkenvorming. Ze fungeren als kernen waarop waterdamp kan condenseren om wolken te vormen. Minder aerosolen kunnen leiden tot minder of dunner bewolking, wat de hoeveelheid zonnestraling die het aardoppervlak bereikt, kan verhogen. Dit kan leiden tot een toename van de temperatuur van zowel de lucht als de oceaan.
Direct zonlicht: Schonere lucht betekent ook minder deeltjes die zonlicht direct kunnen verstrooien of absorberen. Dit resulteert in een hogere intensiteit van direct zonlicht dat het aardoppervlak bereikt, wat bijdraagt aan de opwarming.
Kortstondige effecten van lockdowns: Tijdens de COVID-19-pandemie werden bijvoorbeeld tijdelijke verbeteringen in luchtkwaliteit waargenomen vanwege verminderde industriële activiteit en verkeer. Dit leidde tot een tijdelijke toename van zonnestraling die het aardoppervlak bereikte, wat een klein maar meetbaar effect had op lokale temperaturen.
Samengevat kan de vermindering van luchtverontreiniging leiden tot een afname van de afkoelende effecten van aerosolen, waardoor de opwarmende effecten van broeikasgassen meer op de voorgrond treden. Hoewel schonere lucht belangrijk is voor de volksgezondheid en het milieu, benadrukt dit fenomeen de complexiteit van klimaatverandering en de noodzaak van uitgebreide strategieën die zowel de vermindering van broeikasgassen als de regulering van aerosolen in overweging nemen.