Blootstelling aan passief roken – zelfs in kleine hoeveelheden – houdt verband met een groter risico op een ernstige hartritmestoornis, blijkt uit onderzoek gepresenteerd op EHRA 2024, een wetenschappelijk congres van de European Society of Cardiology (ESC).(1)
De kans op atriumfibrilleren nam toe naarmate de duur van het passief roken langer werd.
“De gevaren van passief roken waren aanzienlijk, ongeacht of mensen thuis, buitenshuis of op het werk waren, wat aangeeft dat blootstelling universeel het risico op atriale fibrillatie verhoogt”, zegt studieauteur Dr. Kyung-Yeon Lee van het Seoul National University Hospital, Seoul. , Republiek Korea. “We moeten er allemaal alles aan doen om te voorkomen dat we tijd doorbrengen in rokerige omgevingen. De bevindingen zouden beleidsmakers er ook toe moeten aanzetten om het roken in openbare ruimtes verder terug te dringen en programma’s voor het stoppen met roken te ondersteunen om de volksgezondheid te verbeteren.”
Boezemfibrilleren is wereldwijd de meest voorkomende hartritmestoornis.(2)
Symptomen zijn onder meer hartkloppingen, kortademigheid, vermoeidheid en slaapproblemen. Er wordt geschat dat één op de drie Europeanen de aandoening tijdens zijn leven zal ontwikkelen. Mensen met atriumfibrilleren hebben vijf keer meer kans op een beroerte dan hun gezonde leeftijdsgenoten. 2
Het is algemeen bekend dat passief roken verband houdt met coronaire hartziekte en voortijdige sterfte. (3-8) Het verband tussen passief roken en atriumfibrilleren is echter onduidelijk. Deze studie onderzocht het verband tussen blootstelling aan passief roken en het langetermijnrisico van incidenteel atriumfibrilleren. Aan het onderzoek namen volwassenen van 40 tot 69 jaar deel die om welke reden dan ook gebruik hadden gemaakt van de Britse National Health Service (NHS) en waren ingeschreven bij de UK Biobank. Huidige rokers en mensen met atriale fibrillatie bij aanvang werden uitgesloten van het onderzoek.
In totaal werden 400.493 volwassenen in de analyse opgenomen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 56,5 jaar en 55,2% was vrouw. Er werd een touchscreen-vragenlijst gebruikt om de deelnemers te vragen hoeveel uur ze het afgelopen jaar in een gemiddelde week waren blootgesteld aan de rook van anderen, thuis en in andere omgevingen. Deelnemers werden ingedeeld in de ‘blootgestelde groep’ als ze enig contact hadden met passief roken en de ‘niet-blootgestelde groep’ als ze geen contact hadden met passief roken. Ongeveer 85.984 (21%) deelnemers waren het afgelopen jaar blootgesteld aan passief roken, met een gemiddelde blootstelling van 2,2 uur per week. Tijdens een mediane follow-up van 12,5 jaar ontwikkelde zich bij 23.471 (6%) deelnemers atriumfibrilleren.
De onderzoekers analyseerden het verband tussen blootstelling aan passief roken en incidenteel atriumfibrilleren, na correctie voor factoren die mogelijk de relatie zouden kunnen beïnvloeden, waaronder leeftijd, geslacht, etniciteit, body mass index, dagelijks alcoholgebruik, matige tot krachtige fysieke activiteit, diabetes, hoge bloeddruk, hoge bloedlipiden, sociaal-economische status en inschrijvingscentrum. De groep blootgesteld aan passief roken had een 6% hoger risico op incidenteel atriumfibrilleren tijdens de follow-up vergeleken met de niet-blootgestelde groep na correctie voor de eerder genoemde factoren (hazard ratio 1,06, 95% betrouwbaarheidsinterval 1,03–1,10, p <0,001 ).
Er werd een dosisafhankelijke relatie waargenomen, waarbij elke verlenging van de duur van het wekelijkse passief roken gepaard ging met een nog groter risico op atriumfibrilleren. Zo was 7,8 uur passief roken per week geassocieerd met een 11% hogere kans op hartritmestoornissen vergeleken met niet passief roken. Het risico op atriale fibrillatie voor passieve rokers was groter in huizen, op werkplekken en buitenruimtes.
Dr. Lee zei: “Volgens onze studie begint de kans op het ontwikkelen van atriale fibrillatie, zodra blootgesteld aan passief roken, toe te nemen, waarbij het risico aanzienlijk toeneemt naarmate de blootstellingsduur langer wordt. De bevinding dat passief roken niet alleen schadelijk is in afgesloten binnenruimtes, maar ook in de buitenlucht onderstreept het belang van rookverboden om de volksgezondheid te beschermen.”
1The abstract ‘Secondhand tobacco smoke and risk of atrial fibrillation: an observational epidemiologic and gene-environment interaction analysis’ will be presented during the session ‘Atrial fibrillation: basic science – epidemiology’ which takes place on 7 April 2024 at 08:30 CEST at Moderated ePosters 1.
2Hindricks G, Potpara T, Dagres N, et al. 2020 ESC Guidelines for the diagnosis and management of atrial fibrillation developed in collaboration with the European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS). Eur Heart J. 2020;42:373-498.
3Yankelevitz DF, Cham MD, Hecht H, et al. The association of secondhand tobacco smoke and CT angiography-verified coronary atherosclerosis. JACC Cardiovasc Imaging. 2017;10:652-659.
4Yankelevitz DF, Henschke CI, Yip R, et al. Second-hand tobacco smoke in never smokers is a significant risk factor for coronary artery calcification. JACC Cardiovasc Imaging. 2013;6:651-657.
5Peinemann F, Moebus S, Dragano N, et al. Secondhand smoke exposure and coronary artery calcification among nonsmoking participants of a population-based cohort. Environ Health Perspect. 2011;119:1556-1561.
6Gallo V, Neasham D, Airoldi L, et al. Second-hand smoke, cotinine levels, and risk of circulatory mortality in a large cohort study of never-smokers. Epidemiology. 2010;21:207-214.
7Glantz SA, Parmley WW. Passive smoking and heart disease. Epidemiology, physiology, and biochemistry. Circulation. 1991;83:1-12.
8Lv X, Sun J, Bi Y, et al. Risk of all-cause mortality and cardiovascular disease associated with secondhand smoke exposure: a systematic review and meta-analysis. Int J Cardiol. 2015;199:106-115.