Uit onderzoek blijkt dat preconceptie stress de gezondheid kan beïnvloeden van vrouwen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan.
Mass General Brigham-onderzoekers melden dat vrouwen die vóór de conceptie meer stress ervoeren, hogere bloedsuikerspiegels hadden tijdens de zwangerschap, een voorspeller van de cardiovasculaire gezondheid.
Het is bekend dat stress tijdens de zwangerschap de gezondheid beïnvloedt, maar een nieuwe studie van Mass General Brigham-onderzoekers suggereert dat stressniveaus vóór de zwangerschap ook belangrijk zijn om te evalueren. Onderzoekers van het Massachusetts General Hospital en het Brigham and Women’s Hospital analyseerden het verband tussen zelfgerapporteerde stress vlak voor de conceptie bij vrouwen die vruchtbaarheidszorg zochten en bloedglucosewaarden, een indicator voor de gezondheid van het hart. Het team ontdekte dat maternale stress tijdens preconceptie geassocieerd was met hogere bloedsuikerspiegels, vooral bij vrouwen die intra uteriene inseminatie gebruikten om zwanger te worden en bij vrouwen met een hogere sociaal-economische status. De resultaten werden gepubliceerd in het Journal of the Endocrine Society.
“De prevalentie van stress is in de loop der jaren toegenomen, vooral onder paren die niet op natuurlijke wijze zwanger kunnen worden”, zegt corresponderende auteur Lidia Mínguez-Alarcón, PhD, MPH, Bpharm, epidemioloog vrichtbaarheid aan de Brigham’s Channing Division of Network Medicine en mede-onderzoeker. van de studie Milieu en Reproductieve Gezondheid (EARTH). “We wilden evalueren hoe deze stress de gezondheid tijdens de zwangerschap beïnvloedt, wat op de lange termijn zowel de moeder als het kind kan beïnvloeden.”
Mínguez-Alarcón en collega’s analyseerden gegevens uit de EARTH-studie die van 2004 tot 2019 werd uitgevoerd in het Massachusetts General Hospital Fertility Center van 398 vrouwen tussen 18 en 45 jaar oud. De vrouwen rapporteerden zelf dat ze door preconceptie ervaren stress hadden bij aanvang van de studie. Aanvullende klinische kenmerken en socio demografische informatie, waaronder familie- en medische geschiedenis, gebruik van producten en rookgeschiedenis, werden door het onderzoekspersoneel verzameld via medische dossiers of vragenlijsten.
De deelnemers hadden een gemiddelde leeftijd van 35 jaar toen ze aan de studie begonnen, en de meesten hadden een blanke etnische achtergrond (83 procent), gaven aan nooit te hebben gerookt (78 procent) en hadden ten minste een universitaire opleiding genoten (64 procent). Driehonderd van de vrouwen zijn verwekt met behulp van medisch ondersteunde technologieën zoals intra uteriene inseminatie (IUI) of in-vitrofertilisatie (IVF). Tijdens IUI wordt sperma rechtstreeks in de baarmoeder geïnjecteerd, terwijl IVF een meerstap technologie is waarbij een eicel wordt opgehaald voor bevruchting in een laboratorium voordat het wordt teruggeplaatst in de baarmoeder. Glucosetesten werden uitgevoerd na een gemiddelde zwangerschapsduur van 26 weken, één uur nadat de vrouwen een glucose-oplossing van 50 gram hadden gedronken. Een bloedsuikerspiegel die gelijk was aan of lager dan 140 mg/dl werd als normaal beschouwd.
De onderzoekers ontdekten dat de bloedsuikerspiegel, een maatstaf voor de cardiovasculaire gezondheid, bij 82 van de betrokken vrouwen abnormaal hoog was. Eerdere studies hebben aangetoond dat vrouwen met een voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes (GD) tijdens de zwangerschap een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van diabetes type 2 en op cardiovasculaire problemen later in het leven, waaronder verkalking van de hartslagaders.
Het team ontdekte dat vrouwen die hogere preconceptie stress ervoeren, hogere gemiddelde glucosewaarden hadden. Bovendien hadden vrouwen die zwanger raakten via IUI zowel hogere stress- als bloedsuikerspiegels dan degenen die zwanger raakten via IVF. Uit het onderzoek bleek ook dat vrouwen met een hogere sociaal economische status tijdens hun zwangerschap hogere niveaus van preconceptie stress en bloedglucose waarden hadden. Het mediaan gezinsinkomen werd gebruikt om de sociaal-economische status te meten.
“Professionele vrouwen met hogere inkomens en een hoog opleidingsniveau kunnen worden ingezet in veeleisende, tijdrovende banen en zijn vaak ook verantwoordelijk voor het balanceren van de eisen op de werkplek met huishoudelijke taken en kinderopvang”, aldus Mínguez-Alarcón. “Eerder is gebleken dat vrouwen met een hoger opleidingsniveau meer werkstress ervaren. Aangezien opleidingsniveau positief samenhangt met salaris, is het mogelijk dat deze verklaring ook geldt voor vrouwen met hogere inkomens.”
Toch zijn de bevindingen beperkt omdat het onderzoek een groep voornamelijk blanke vrouwen met een hoge sociaal economische status omvat die op zoek zijn naar vruchtbaarheidszorg. Zelfrapportage van waargenomen stress kan ook leiden tot vooroordelen bij deelnemers. Toekomstig onderzoek kan aanvullende variabelen onderzoeken, zoals de slaapkwaliteit of de veiligheid in de buurt, evenals het effect van preconceptionele stress op de gezondheid van de baby.
“Onze resultaten zijn van belang voor de volksgezondheid, gezien de toenemende mate van stress door de jaren heen en het effect ervan op de cardiovasculaire gezondheid”, aldus Mínguez-Alarcón. “Vrouwen kunnen proberen hun stressniveau te verlagen door middel van verschillende strategieën, zoals actiever zijn, alcohol en drugs vermijden, gezond eten en isolatie vermijden. Gezien de schaarse literatuur op dit gebied heeft ons onderzoek de potentie om belangrijke discussies op gang te brengen.”
Vertaling persbericht Andre Teirlinck