Uit nieuw onderzoek blijkt dat de eetstoornis anorexia nervosa in verband wordt gebracht met het vroeg opstaan, in tegenstelling tot veel andere stoornissen die vaak avond gerelateerd zijn, zoals depressie, eetbui stoornis en schizofrenie.
De studie, gepubliceerd in JAMA Network Open en geleid door onderzoekers van het Massachusetts General Hospital (MGH), in samenwerking met University College London en de University of the Republic in Uruguay, onthulde ook een verband tussen anorexia nervosa en het risico op slapeloosheid.
Eerder onderzoek heeft een mogelijk verband gesuggereerd tussen eetstoornissen en de interne klok van het lichaam, of circadiaanse klok, die een breed scala aan biologische functies controleert, zoals slaap, en die bijna elk orgaan in het lichaam beïnvloedt.
Deze studie had tot doel deze relatie verder te begrijpen door genen te beoordelen die geassocieerd zijn met anorexia nervosa, de circadiaanse klok en verschillende slaapkenmerken, waaronder slapeloosheid.
De onderzoekers gebruikten een statistische methode genaamd Mendeliaanse Randomisatie om te zien hoe genen die geassocieerd zijn met een bepaalde eigenschap andere interessante eigenschappen beïnvloeden. Door bijvoorbeeld de slaappatronen te onderzoeken van mensen met genetische verschillen waardoor ze een grotere kans hebben op anorexia nervosa, levert dit bewijs op over de relatie tussen anorexia nervosa en slaap.
Ze vonden een tweerichting associatie tussen genen geassocieerd met anorexia nervosa en genen geassocieerd met ochtend chronotype (vroeg wakker worden en vroeg naar bed gaan).
Met andere woorden: de bevindingen suggereren dat vroeg opstaan het risico op het krijgen van anorexia nervosa zou kunnen vergroten, en dat het hebben van anorexia nervosa zou kunnen leiden tot een vroeger ontwaken. Het team vond ook een verband tussen anorexia nervosa en slapeloosheid.
Toen ze het verband met slapeloosheid verder beoordeelden met behulp van de Mass General Brigham Biobank door een ‘genetische risicoscore’ voor anorexia nervosa te ontwikkelen, ontdekten de wetenschappers dat de genetische risicoscore inderdaad geassocieerd was met een hoger risico op slapeloosheid.
“Onze bevindingen impliceren dat anorexia nervosa een ochtendstoornis is, in tegenstelling tot de meeste andere avond gerelateerde psychiatrische ziekten, en ondersteunen het verband tussen anorexia nervosa en slapeloosheid, zoals blijkt uit eerdere onderzoeken”, zegt senior auteur Hassan S. Dashti, PhD, RD, assistent onderzoeker. bij de afdeling Anesthesie, Kritieke Zorg en Pijngeneeskunde bij MGH en assistent-professor anesthesie aan de Harvard Medical School.
Behandelingen voor anorexia nervosa zijn beperkt en de huidige behandelingen hebben een terugval percentage van maximaal 52%. Bovendien is de oorzaak van de ziekte nog steeds onduidelijk.
Nu anorexia nervosa het op één na hoogste sterftecijfer van psychiatrische ziekten heeft, is er dringend meer onderzoek nodig naar nieuwe preventie strategieën en behandelingen.
“De klinische implicaties van onze nieuwe bevindingen zijn momenteel onduidelijk; onze resultaten zouden echter richting kunnen geven aan toekomstig onderzoek naar op circadiaanse therapieën gebaseerde therapieën voor de preventie en behandeling van anorexia nervosa”, zegt Hannah Wilcox, hoofdauteur van de studie en onderzoeker bij MGH.
Andere auteurs zijn Valentina Paz, MSc, Richa Saxena, PhD, John W. Winkelman, MD, PhD, en Victoria Garfield, PhD.
Dit onderzoek werd ondersteund door de National Institutes of Health.
Vertaling: Andre Teirlinck