NGO’s roepen het Europees Parlement op om te stemmen voor een volledig verbod op extra-EU/Europees verkeer.
Export van kunststofafval van de Vrijhandelsassociatie (EFTA) en de volledige omzetting van de amendementen op het Verdrag van Bazel inzake kunststofafval binnen de EU.
Naast de schade aan het milieu en de menselijke gezondheid veroorzaakt door de handel in plastic afval en de aanwezigheid van illegale afvaltransporten die worden gefaciliteerd door legale kanalen, is verplaatsing van recyclingcapaciteit een andere belangrijke factor die benadrukt waarom beide maatregelen nodig zijn binnen de laatste herziening van de verordening rond afval.
Het nieuw rapport van De Environmental Investigation Agency (EIA) en Rethink Plastic Alliance (RPa) “Plastic Waste Power Play: The offshoring and recycling avoidance involved in avoidance EU plastic waste” laat zien dat de uitvoer van plastic afval in de EU de beperkte recyclingcapaciteit voor kunststofafval benutten van de ontvangende landen.
Het overgroot deel van het plastic wordt nooit gerecycled en de export van plastic afval komt uit landen met een hoog inkomen en hoog gebruik van plastic en helpt zo de lineaire status quo te bestendigen, in plaats van prioriteit te geven aan de vermindering van het verbruik van plastic.
Het Europees Parlement stemt deze week over de Verordening Overbrenging Afvalstoffen. De Rethink Plastic Alliance en de Break Free From Plastic beweging bevelen aan dat de plenaire vergadering van het Europees Parlement de resultaten zou steunen van de stemming in de ENVI-commissie, inclusief het volledig verbod op de uitvoer van plastic afval buiten de EU en de EFTA, naast een volledige implementatie van het Verdrag van Bazel binnen de EU.
Grote exporteurs van EU-plasticafval zoals Duitsland, Nederland, Frankrijk en België zijn niet alleen productieve consumenten van plastic, maar profiteren ook van de mogelijkheid om plastic afval te exporteren om te proberen hun recyclingdoelstellingen te bereiken. Het rapport benadrukt echter hoe dit resulteert in de invloed op de recyclingcapaciteit van de ontvangende landen want de mogelijkheid om hun eigen binnenlands geproduceerd plastic afval te recyclen komt zo in gevaar, wat resulteert in de verplaatsing van de recyclingcapaciteit.
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) landen, zoals Turkije, niet-OESO-landen, zoals Maleisië, en bepaalde EU-lidstaten zijn ontvangers van EU-plasticafval maar willen niet de dupe zijn van aanzienlijke milieu- en schade aan de menselijke gezondheid als gevolg van deze handel.
Zo ging in 2021 alleen al 35 procent van de 1.135 miljoen kilo geëxporteerd EU-plasticafval naar Turkije. Geïmporteerd plastic afval maakte 78,7 procent uit van het Turkse recyclingvolume, waarvan 58 procent uit de EU. Simpel gezegd, zonder het plastic afval van landen met hoge inkomens te hoeven recyclen, zouden deze landen ook meer capaciteit hebben om in eigen land geproduceerd plastic afval te recyclen.
“Deze bevindingen proberen nog een andere schadelijk gevolg van deze plastic afval handel aan te tonen. Wanneer kunststofafval uit de EU daadwerkelijk wordt gerecycled in de ontvangende landen, verdringt dit de recyclingcapaciteit voor in eigen land geproduceerd kunststofafval en faciliteert het de voortzetting van een hoog niveau van kunststof verbruik in de EU”, aldus Lauren Weir, Senior Ocean Campagnevoerder bij het Milieuonderzoeksbureau.
Het rapport benadrukt ook dat de uitbuitende machtsdynamiek die zich wereldwijd voordoet binnen de handel in kunststofafval ook intern binnen de Unie plaats vindt en daarom is adequaat intra-EU beschermingsbeleid – inclusief de volledige omzetting van het Verdrag van Bazel – in de Unie cruciaal. RPa maakt zich grote zorgen over pogingen om deze essentiële maatregelen te schrappen, die moeten behouden worden om ervoor te zorgen dat het Verdrag van Bazel correct en wettelijk wordt toegepast binnen de EU.
Vertaling: Andre Teirlinck