Na een wandeling van 60 minuten in de natuur neemt de activiteit in hersengebieden die betrokken zijn bij stressverwerking af.
Dit is de bevinding van een recente studie van de Lise Meitner Group for Environmental Neuroscience van het Max Planck Institute for Human Development, gepubliceerd in Molecular Psychiatry. Wonen in een stad is een bekende risicofactor voor het ontwikkelen van een psychische stoornis. De natuur is grotendeels gunstig voor de geestelijke gezondheid en de hersenen. Het is aangetoond dat een centraal hersengebied dat betrokken is bij stressverwerking, de amygdala, minder wordt geactiveerd tijdens stress bij mensen die op het platteland wonen, in vergelijking met mensen die in steden wonen, wat duidt op de potentiële voordelen van de natuur. “Maar tot nu toe kon het kip-en-ei probleem niet worden ontward, namelijk of de natuur de effecten in de hersenen veroorzaakte of dat bepaalde individuën ervoor kozen om in landelijke of stedelijke regio’s te wonen”, zegt Sonja Sudimac, predoctoraal fellow in de Lise Meitner Group for Environmental Neuroscience en hoofdauteur van de studie.
Om oorzakelijk bewijs te krijgen, onderzochten de wetenschappers van de Lise Meitner Group for Environmental Neuroscience, met behulp van functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI), de hersenactiviteit in regio’s die betrokken zijn bij stressverwerking bij 63 gezonde vrijwilligers voor en na een wandeling van een uur in het Grunewald-bos of in een winkelstraat met verkeer in Berlijn . De resultaten van de studie onthulden dat de activiteit in de amygdala afnam na een wandeling in de natuur, wat suggereert dat de natuur gunstige effecten heeft op hersengebieden die verband houden met stress.
“De resultaten ondersteunen de eerder veronderstelde positieve relatie tussen natuur en gezondheid van de hersenen, maar dit is de eerste studie die het causaal verband aantoont. Interessant is dat de hersenactiviteit na de stadswandeling in deze regio’s stabiel bleef en geen toename liet zien, wat indruist tegen de algemeen aanvaarde opvatting dat blootstelling in de stad extra stress veroorzaakt”, legt Simone Kühn uit, hoofd van de Lise Meitner Group for Environmental Neuroscience.
De auteurs laten zien dat de natuur een positieve invloed heeft op hersengebieden die betrokken zijn bij stressverwerking en dat deze al na een wandeling van een uur kan worden waargenomen. Dit draagt bij aan het begrip van de invloed van onze fysieke leefomgeving op de hersenen en de geestelijke gezondheid. Zelfs een korte blootstelling aan de natuur vermindert de amygdala-activiteit, wat suggereert dat een wandeling in de natuur kan dienen als een preventieve maatregel tegen het ontwikkelen van psychische problemen en het bufferen van de mogelijk nadelige impact van de stad op de hersenen.
De resultaten sluiten aan bij een eerdere studie (2017, Scientific Reports) waaruit bleek dat stedelingen die dicht bij het bos woonden een fysiologisch gezondere amygdala structuur hadden en daardoor vermoedelijk beter bestand waren tegen stress. Deze nieuwe studie bevestigt opnieuw het belang van stedenbouwkundig beleid om meer toegankelijke groene gebieden in steden te creëren om de geestelijke gezondheid en het welzijn van de burgers te verbeteren.
Om de heilzame effecten van de natuur in verschillende populaties en leeftijdsgroepen te onderzoeken, werken de wetenschappers momenteel aan een onderzoek naar de invloed van een wandeling van een uur in natuurlijke versus stedelijke omgevingen, op stress bij moeders en hun baby’s.
Vertaling: Andre Teirlinck