Gezondheids- en veiligheidsdeskundige Simone Plaut bespreekt het toevoegingsmiddel voor koeienvoer (Bovaer)

Belangrijkste Bezorgdheden:

  1. Impact op Koeien:
    • Het genoemde chemische additief, 3-Nitrooxypropanol (Bovaer), is synthetisch en verstoort het natuurlijke spijsverteringsproces van koeien.
    • Onderzoek beweert dat het de grootte van de eierstokken en de hartspier van koeien vermindert, wat dierwelzijnsproblemen oproept.
  2. Risico’s voor de Volksgezondheid:
    • Bezorgdheid dat dit additief via melk en zuivelproducten, zoals babyvoeding, in de menselijke voedselketen terechtkomt.
    • Vrees dat het de menselijke darmflora en spijsvertering kan beïnvloeden.
  3. Testen en Toepassing:
    • Grote supermarkten zoals Tesco, Morrisons en Marks & Spencer testen melk van koeien die met dit additief gevoerd worden.
    • Vragen over of er voldoende tests zijn uitgevoerd om te bepalen of het additief melk en andere zuivelproducten verontreinigt.
  4. Alternatieven:
    • Er zijn alternatieven, zoals derivaten van dennenappels, die mogelijk veiliger zijn om methaanuitstoot bij koeien te verminderen.
  5. Wantrouwen tegenover Motivaties:
    • Kritiek op winstgedreven motieven van bedrijven, waarbij consumentenveiligheid mogelijk niet de prioriteit krijgt.
  6. Oproep tot Actie:
    • Bewustwording en verder onderzoek naar het gebruik van 3-Nitrooxypropanol worden aangemoedigd.
    • Advies om zuivel rechtstreeks bij boerenmarkten te kopen om blootstelling aan dit additief te vermijden.

Aanbevolen Acties voor Consumenten:

  • Onderzoek de kwestie verder en verifieer de claims via betrouwbare bronnen.
  • Overweeg alternatieven zoals lokaal geproduceerde zuivelproducten om mogelijke blootstelling te beperken.
  • Neem deel aan het publieke debat of pleit voor strengere regelgeving en transparantie rond voedselveiligheid.

Simone begon haar carrière in de gezondheidszorg aan het eind van de jaren 70 toen ze zich kwalificeerde als diagnostisch radiograaf in het Royal Free Hospital. Na een paar jaar in een acute medische omgeving, verhuisde ze naar de Middlesex Medical School waar ze betrokken raakte bij stralingsveiligheid en later haar eerste boek schreef op dit gebied. Ze werd uitgenodigd om lezingen te geven op verschillende medische conferenties over dit onderwerp en later ging ze zich bezighouden met gezondheid en veiligheid, waarbij ze geïnteresseerd raakte in het voorkomen van ongevallen en slechte gezondheid in plaats van mensen te helpen herstellen nadat ze al gewond waren geraakt. Ze leidde een afdeling voor ambulante patiënten in het Central Middlesex Hospital en was bezorgd over de manier waarop veel voorkomende aandoeningen werden behandeld. De patiënten die binnenkwamen met spijsverterings- en darmproblemen werden bijvoorbeeld nooit naar hun dieet gevraagd of gescreend op voedselallergieën, maar kregen allemaal steroïde medicatie en werden weggestuurd om met een zeer moeilijke situatie om te gaan. Ze kwalificeerde als gezondheids- en veiligheidsdeskundige en behoorde tot de eerste groep in het Verenigd Koninkrijk die de Chartered status behaalde. Ze heeft vele jaren op dit gebied gewerkt.