Waarom tieners vaak onverstandige beslissingen nemen

Volgens een onderzoek dat op 14 november werd gepubliceerd in het open access-tijdschrift PLOS Biology door Vanessa Scholz en Lorenz Deserno van de Universiteit van Würzburg, Duitsland, en collega’s, vertonen volwassenen een algemene neiging om betere beslissingen te nemen dan adolescenten, en deze verbetering leidt tot een toename van specifiek en meer verfijnd keuzegedrag.

Leren en besluitvorming veranderen aanzienlijk van adolescentie tot volwassenheid. Adolescenten ondergaan ontwikkelingsveranderingen in specifiek keuzegedrag, zoals doelgericht gedrag en motiverende invloeden op keuze. Ze vertonen ook consequent hoge niveaus van beslissingsruis, d.w.z. het kiezen van suboptimale opties. Het blijft echter onbekend of deze observaties – de ontwikkeling van specifieke en meer verfijnde keuzeprocessen en hogere beslissingsruis – onafhankelijk of gerelateerd zijn. Het is mogelijk dat de ontwikkeling van specifieke keuzeprocessen wordt beïnvloed door leeftijdsafhankelijke veranderingen in beslissingsruis.

Om dit idee te testen, analyseerden Scholz, Deserno en collega’s gegevens van 93 deelnemers tussen de 12 en 42 jaar oud. De deelnemers voltooiden drie reinforcement learning-taken: een taak om motivationele invloeden op keuzes te beoordelen, een leertaak om adaptieve besluitvorming vast te leggen als reactie op veranderingen in de omgeving en een taak om doelgericht gedrag te meten.

De resultaten lieten zien dat geluidsniveaus sterk gecorreleerd waren tussen reinforcement learning-taken. Belangrijk is dat geluidsniveaus leeftijdsafhankelijke toenames in meer verfijnde keuzegedragingen en prestatieverbeteringen bemiddelden. De bevindingen suggereren dat niet-specifiek geluid de ontwikkeling van zeer specifieke functies of strategieën bemiddelt.

Een reden voor deze mediatie-effecten zou een beperkte beschikbaarheid van cognitieve middelen bij adolescenten kunnen zijn vanwege de voortdurende ontwikkeling van hersengebieden die verband houden met cognitieve controle. Minder cognitieve middelen kunnen adolescenten vatbaarder maken om te vertrouwen op computationeel goedkopere beslissingsstrategieën, waardoor ze vatbaarder worden voor emotionele, motivationele en sociale invloeden.

Over het geheel genomen biedt de studie nieuwe inzichten in de computationele processen die ten grondslag liggen aan ontwikkelingsveranderingen in besluitvorming. Volgens de auteurs kan toekomstig werk de neurale basis en de ontwikkelings- en klinische relevantie van beslissingsruis voor neurologische ontwikkelingsstoornissen ontrafelen.

De auteurs voegen toe: “Tieners nemen minder optimale, zogenaamde ‘ruisige’ beslissingen. Hoewel deze ruisige beslissingen afnemen naarmate ze ouder worden, is deze afname ook gekoppeld aan de ontwikkeling van verbeterde complexe besluitvormingsvaardigheden, zoals planning en flexibiliteit.”

PLOS Biology: http://journals.plos.org/plosbiology/article?id=10.1371/journal.pbio.3002877