Onderzoekers probeerden een klinische proef na te bootsen met gegevens van echte patiënten

Onderzoekers hebben geprobeerd een klinische proef na te bootsen met gegevens van echte patiënten.

De methode kan worden gebruikt om de effecten van behandelingen te onderzoeken bij mensen die ondervertegenwoordigd zijn in klinische proeven.

Onderzoekers gebruikten klinische gegevens uit de praktijk om te proberen een gerandomiseerde gecontroleerde proef na te bootsen die de effectiviteit van twee bloedverdunners, apixaban en warfarine, testte om een beroerte te voorkomen bij patiënten met niet-valvulaire atriale fibrillatie. De studie, geleid door Emma Maud Powell van de London School of Hygiene and Tropical Medicine, VK, en gepubliceerd op 29 augustus in het open-access tijdschrift PLOS Medicine, biedt een methode om de effecten van behandelingen te onderzoeken bij patiënten die ondervertegenwoordigd of uitgesloten zijn van klinische proeven.

Patiënten met atriale fibrillatie – een potentieel gevaarlijke medische aandoening waarbij de bovenste kamers van het hart onregelmatig kloppen – krijgen vaak bloedverdunners zoals apixaban of warfarine voorgeschreven om een beroerte te voorkomen. Deze behandelaanbevelingen zijn echter gebaseerd op resultaten van gerandomiseerde gecontroleerde proeven, en het is onbekend of ze van toepassing zijn op populaties van patiënten die niet in de proef waren opgenomen of slechts in zeer kleine aantallen aanwezig waren.

In de nieuwe studie gebruikten onderzoekers routinematig verzamelde gezondheidsgegevens van patiënten in het Verenigd Koninkrijk om te proberen een eerdere gerandomiseerde gecontroleerde proef na te bootsen die de effectiviteit van apixaban en warfarine vergeleek. Ze probeerden de patiëntenselectie, -eligibiliteit en analysebenaderingen van de eerdere proef na te bootsen. Ze ontdekten dat patiënten die apixaban voorgeschreven kregen, vergelijkbare resultaten hadden als patiënten die warfarine voorgeschreven kregen, maar in tegenstelling tot de eerdere proef vonden ze niet dat apixaban superieur was. De onderzoekers merkten op dat de verschillen in resultaten mogelijk verband hielden met een betere controle van warfarine, suboptimale dosering van apixaban, en verschillen in de etniciteit van patiënten en het gebruik van gelijktijdige medicatie in vergelijking met de klinische proefpopulatie.

Over het algemeen stelde de studie vast dat het gebruik van een bestaande gerandomiseerde gecontroleerde proef (de referentieproef) als leidraad voor het ontwerp van observationele analyses van echte patiëntgegevens een effectieve en geldige manier is om de behandelingsresultaten en risico’s van bloedverdunners bij patiënten met atriale fibrillatie in te schatten. De in deze studie ontwikkelde methoden kunnen worden gebruikt om de effecten van deze medicijnen te onderzoeken bij patiëntengroepen die uitgesloten of ondervertegenwoordigd zijn in deze klinische proeven, zoals ouderen, mensen met meerdere aandoeningen en mensen met een hoger risico op bloedingen. Deze methode kan ook medische onderzoekers helpen te begrijpen of resultaten van gerandomiseerde gecontroleerde proeven overdraagbaar zijn naar de “real-world” praktijk, en biedt een kader dat kan worden aangepast om de behandelingsresultaten voor andere aandoeningen te onderzoeken.

De auteurs voegen toe: “Onze studie had tot doel een referentieproef na te bootsen bij orale anticoagulantia bij patiënten met atriale fibrillatie met behulp van routinematig verzamelde Britse gezondheidsgegevens. Het referentieproef-geïnformeerde ontwerp biedt een kader voor de studie van behandelingsresultaten in patiëntengroepen die zijn uitgesloten van of ondervertegenwoordigd zijn in proeven.”

Link

https://journals.plos.org/plosmedicine/article?id=10.1371/journal.pmed.1004377

Bron: PLOS Medicine