De snelheid waarmee de hersenen verouderen kan aanzienlijk verschillen tussen individuen, wat leidt tot een kloof tussen de geschatte biologische leeftijd van de hersenen en de chronologische leeftijd (het werkelijke aantal jaren dat iemand geleefd heeft). Dit verschil kan door verschillende dingen worden beïnvloed, zoals omgevingsfactoren zoals vervuiling en sociale factoren zoals inkomen of ongelijkheden in gezondheid, vooral bij oudere mensen en mensen met dementie. Tot nu toe was het onduidelijk hoe deze gecombineerde factoren de veroudering van de hersenen van verschillende geografische populaties konden versnellen of vertragen.
In het onderzoek ontwikkelde een team van internationale onderzoekers manieren om hersenveroudering te meten met behulp van geavanceerde hersenklokken gebaseerd op deep learning van hersennetwerken. Dit onderzoek betrof een diverse dataset van 5.306 deelnemers uit 15 landen, waaronder Latijns-Amerikaanse en Caribische (LAC) landen en niet-LAC landen.
Door gegevens van functionele magnetische resonantie imaging (fMRI) en elektro-encefalografie (EEG) te analyseren, kwantificeerden de onderzoekers het verschil in leeftijd van de hersenen bij gezonde mensen en mensen met neurodegeneratieve aandoeningen zoals mild cognitive impairment (MCI), de ziekte van Alzheimer en frontotemporale kwabdegeneratie (FTLD).
Deelnemers met de diagnose dementie, met name de ziekte van Alzheimer, vertoonden de meest kritieke verschillen in hersenleeftijd. Het onderzoek benadrukte ook sekseverschillen in hersenveroudering, waarbij vrouwen in LAC-landen grotere verschillen in hersenleeftijd vertoonden, vooral bij mensen met de ziekte van Alzheimer. Deze verschillen werden in verband gebracht met biologische sekse en sekseverschillen in gezondheid en sociale omstandigheden. Variaties in signaalkwaliteit, demografie of acquisitiemethoden verklaarden de resultaten niet. Deze bevindingen onderstrepen de rol van omgevingsfactoren en sociale factoren bij verschillen in de gezondheid van de hersenen.
De bevindingen van dit onderzoek hebben diepgaande implicaties voor de neurowetenschappen en de gezondheid van de hersenen, met name voor het begrijpen van de interactie tussen macrofactoren (exposoom) en de mechanismen die ten grondslag liggen aan hersenveroudering bij diverse populaties in gezonde veroudering en dementie. De benadering van de studie, die meerdere dimensies van diversiteit integreert in het onderzoek naar hersengezondheid, biedt een nieuw kader voor geneeskunde op maat. Dit kader zou van cruciaal belang kunnen zijn voor het identificeren van individuen die risico lopen op neurodegeneratieve ziekten en het ontwikkelen van gerichte interventies om deze risico’s te verminderen. Bovendien benadrukken de resultaten van het onderzoek hoe belangrijk het is om in het volksgezondheidsbeleid rekening te houden met de biologische inbedding van omgevingsfactoren en sociale factoren. Beleidsmakers kunnen de verschillen in hersenleeftijd verkleinen en gezonder ouder worden bij verschillende bevolkingsgroepen bevorderen door zaken als sociaaleconomische ongelijkheid en milieuvervuiling aan te pakken.
Bron: University of Surrey