Zelfstandigen die ziek worden, lopen grote risico’s op een zware teruggang in inkomen. Zij kunnen zich hier particulier voor verzekeren. Maar in de praktijk doet een grote groep dat niet. Soms omdat de kosten te hoog zijn maar ook omdat zij geen verzekering kunnen afsluiten omdat zij bijvoorbeeld door hun leeftijd, medische aandoening of medische geschiedenis uitgesloten worden. Het kabinet wil daarom dat er voor zelfstandigen, net als voor werknemers, een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt die voor iedereen toegankelijk is. Ook zorgt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor een gelijker speelveld tussen zelfstandigen onderling en tussen werknemers en zelfstandigen. Daarnaast voorkomt het dat risico’s rond arbeidsongeschiktheid worden afgewenteld op de samenleving.
De BAZ komt voort uit een voorstel van de Stichting van de Arbeid. En is een onderdeel van het arbeidsmarktpakket, dit pakket moet zorgen voor een beter werkende arbeidsmarkt. Ook is het een afspraak uit het pensioenakkoord. Het kabinet heeft het voorstel verder uitgewerkt met de werkgevers-, werknemers-, zelfstandigenorganisaties en verzekeraars. Tijdens de internetconsultatie toetsen de beoogde uitvoerders ook de uitvoerbaarheid van dit wetsvoorstel.
De BAZ is uitgewerkt aan de hand van drie uitgangspunten: betaalbaar, uitlegbaar en uitvoerbaar. De wet is als volgt vormgegeven:
- De nieuwe verzekering wordt verplicht voor alle zelfstandigen die voor de inkomstenbelasting ‘winst uit onderneming’ genieten.
- Zelfstandigen die een jaar ziek zijn geweest (de zogenaamde wachttijd), kunnen straks in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
- Zelfstandigen krijgen deze uitkering als zij niet meer in staat zijn om door ziekte het minimumloon te verdienen. Dat is anders dan bij de werknemersverzekering, waarbij er niet alleen wordt gekeken naar wat iemand nog kan maar ook gekeken wordt naar wat iemand eerder verdiende.
- De uitkering is 70 procent van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. De uitkering loopt tot de AOW-leeftijd.
- Zelfstandigen gaan ongeveer 6,5 procent van hun winst uit onderneming aan premie betalen, tot maximaal ongeveer € 195 per maand gebaseerd op het minimumloon van 2024. Daarmee is er een duidelijke koppeling tussen de betaalde premie en de hoogte van de uitkering. De premie is fiscaal aftrekbaar.
- Zelfstandigen die dit vangnet onvoldoende vinden, zich liever privaat verzekeren of al een arbeidsongeschiktheidsverzekering hadden, kunnen zich particulier blijven verzekeren: de zogenaamde opt-out. De private verzekering moet voldoen aan een aantal minimumvoorwaarden. Zo mag de hoogte van de uitkering bij arbeidsongeschiktheid niet lager zijn dan die van de publieke verzekering, moet de premie minimaal gelijk zijn aan die van de publieke verzekering en moet de verzekering lopen tot de AOW-leeftijd. Daarnaast komt er overgangsrecht voor bestaande verzekeringen.
Minister Van Gennip: “Iedereen kan arbeidsongeschikt worden, bijvoorbeeld door een nare ziekte of een aanrijding. Dat heb je niet zelf in de hand. En als je ziek bent, is het extra naar als je ook nog in de financiële problemen komt. Met deze verzekering kunnen zelfstandigen uitgaan van een basisvangnet bij arbeidsongeschiktheid. En komen mensen niet zo maar in de bijstand met alle toetsen en het ‘opeten’ van het eigen vermogen als gevolg. Of worden ze afhankelijk van hun partner.’’ |