Oorzaak van stotteren ontdekt in de hersenen

Onderzoekers hebben het hersennetwerk gelokaliseerd dat verantwoordelijk is voor stotteren.

Een internationale onderzoeksgroep onder leiding van wetenschappers van de Universiteit van Turku en het Turku Universitair Ziekenhuis in Finland is erin geslaagd de waarschijnlijke oorsprong van stotteren in de hersenen te identificeren.

Stotteren is een spraakritme stoornis die wordt gekenmerkt door onwillekeurige herhalingen, verlengingen of pauzes in de spraak die de typische spraakproductie belemmeren. Ongeveer 5-10% van de jonge kinderen stottert, en naar schatting 1% blijft stotteren tot in de volwassenheid. Ernstig stotteren kan een diepgaande negatieve impact hebben op het leven.

“Stotteren werd ooit beschouwd als een psychische stoornis. Uit verder onderzoek blijkt nu echter dat het een hersenaandoening is die verband houdt met de regulatie van de spraakproductie”, zegt hoogleraar neurologie Juho Joutsa van de Universiteit van Turku.

Stotteren kan ook ontstaan als gevolg van bepaalde neurologische ziekten, zoals de ziekte van Parkinson of een beroerte. De neurobiologische mechanismen van stotteren zijn echter nog niet volledig begrepen en waar het in de hersenen vandaan komt, blijft onzeker. De bevindingen uit onderzoeken met hersenscans zijn deels tegenstrijdig, en het is een uitdaging om te bepalen welke veranderingen de hoofdoorzaak van stotteren zijn en welke slechts daarmee samenhangende verschijnselen zijn.

Stotteren is gelokaliseerd in hetzelfde hersennetwerk, ongeacht de oorzaak.

Onderzoekers uit Finland, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten en Canada ontwikkelden een nieuw onderzoeksontwerp dat een oplossing voor dit probleem zou kunnen bieden. Aan het onderzoek namen personen deel die een beroerte hadden gehad, van wie sommigen onmiddellijk daarna gingen stotteren. De onderzoekers ontdekten dat hoewel de beroertes zich in verschillende delen van de hersenen bevonden, ze allemaal in hetzelfde hersennetwerk gelokaliseerd waren, in tegenstelling tot de beroertes die geen stotteren veroorzaakten.

Naast mensen die een beroerte hadden gehad, gebruikten de onderzoekers magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) om de hersenen van twintig personen met ontwikkeling stotteren te scannen. Bij deze personen werd het stotteren geassocieerd met structurele veranderingen in de knooppunten van het hersennetwerk die oorspronkelijk waren geïdentificeerd in verband met causale laesies van een beroerte – hoe groter de veranderingen, hoe ernstiger het stotteren. Deze bevinding suggereert dat stotteren wordt veroorzaakt door een gemeenschappelijk hersennetwerk, ongeacht de etiologie (ontwikkelings- of neurologisch).

De belangrijkste knooppunten van het netwerk die door de onderzoekers werden geïdentificeerd, waren putamen, amygdala en claustrum, diep in de hersenen, en de verbindingen daartussen.

“Deze bevindingen verklaren bekende kenmerken van stotteren, zoals de motorische problemen bij de spraakproductie en de aanzienlijke variabiliteit in de ernst van het stotteren in verschillende emotionele toestanden. Als belangrijke kernen in de hersenen reguleert het putamen de motorische functie en de amygdala de emoties. De claustrum fungeert op zijn beurt als knooppunt voor verschillende hersennetwerken en geeft informatie daartussen door”, zegt Joutsa.

De resultaten van het onderzoek bieden een uniek inzicht in de neurobiologische basis van stotteren. Het lokaliseren van stotteren in de hersenen opent nieuwe mogelijkheden voor medische behandeling. Onderzoekers hopen dat stotteren in de toekomst effectief kan worden behandeld, bijvoorbeeld met hersenstimulatie die specifiek op het geïdentificeerd hersennetwerk kan worden gericht.

Vertaling: Andre Teirlinck

Bron: Universiteit van Turku