Zoete smaak receptor beïnvloedt hoe glucose metabolisch wordt verwerkt

Het Monell Chemical Senses Center heeft een rijke geschiedenis van onderzoek naar zoete smaak, waarbij in 2001 met name de zoete smaakreceptor TAS1R2-TAS1R3 van zoogdieren werd ontdekt. Twintig jaar later publiceerden Monell-onderzoekers artikelen over de genetica van suikerminnende muizen, en een recente studie in PLOS One onderzoekt hoe deze receptor onderdeel kan zijn van een metabolisch surveillancesysteem voor suiker.

De zoete smaakreceptor, TAS1R2-TAS1R3, komt niet alleen tot expressie in smaakpapillen, maar ook in bepaalde darmcellen. Deze dubbele uitdrukking suggereert dat het een rol speelt bij de opname en het metabolisme van glucose. In hun onderzoek hebben Monell-onderzoekers onder leiding van Paul Breslin, PhD, aangetoond dat het stimuleren of remmen van TAS1R2-TAS1R3 het menselijke glucosemetabolisme aanzienlijk kan veranderen, met gevolgen voor het beheersen van metabole stoornissen zoals diabetes.

Met behulp van sucralose (een agonist) en lactisol (een antagonist) bleek uit de studie dat deze stoffen de glucosetolerantie en de insulineafgifte op verschillende manieren beïnvloedden tijdens een orale glucosetolerantietest (OGTT). Sucralose versnelde de afgifte van insuline, terwijl lactisol deze vertraagde. Dit geeft aan dat TAS1R2-TAS1R3 helpt bij het reguleren van de bloedglucose- en insulinespiegels, wat mogelijk een doelwit biedt voor therapeutische interventies.

Breslin benadrukte de elegante eenvoud van dit systeem, waarbij dezelfde receptor in verschillende lichaamsdelen (mond, maag-darmkanaal, pancreas, lever en vetcellen) helpt bij de metabolische regulatie. De auteurs van het onderzoek suggereren dat overmatige consumptie van voedingsmiddelen en dranken met een hoog suikergehalte TAS1R2-TAS1R3 kan overstimuleren, wat kan bijdragen aan het metabool syndroom – een cluster van aandoeningen die het risico op hartziekten, beroertes en diabetes verhogen.

Het team pleit voor toekomstig onderzoek naar TAS1R2-TAS1R3 bij personen die risico lopen op het metabool syndroom om het therapeutische potentieel ervan te onderzoeken. Door de activiteit van deze receptor te manipuleren, kan er een manier zijn om de metabolische gezondheid te verbeteren en de bloedsuikerspiegel effectiever te beheren, wat uiteindelijk kan leiden tot gezondere voedingsgewoonten en betere gezondheidsresultaten op de lange termijn.

Paul Breslin benadrukte dat kleine metabolische verbeteringen in de loop van de tijd een aanzienlijke impact kunnen hebben op de volksgezondheid, wat het belang onderstreept van het begrijpen en benutten van de zoete smaakreceptor in voedingsinterventies.

Bron: Monell Chemical Senses Center