Onnodig gebruik van bètablokkers na een hartaanval

De helft van alle patiënten die na een hartaanval uit het ziekenhuis worden ontslagen, wordt onnodig behandeld met bètablokkers. Dit blijkt uit een nieuwe studie gepubliceerd in de New England Journal of Medicine.

“Ik ben ervan overtuigd dat dit de toekomstige praktijk zal beïnvloeden”, zegt Tomas Jernberg, professor aan het Karolinska Institutet en hoofdonderzoeker van de studie.

Wanneer patiënten tegenwoordig uit ziekenhuizen worden ontslagen na een acute hartaanval, worden ze regelmatig behandeld met bètablokkers zoals metoprolol en bisoprolol. Nu blijkt uit nieuw onderzoek dat ongeveer de helft van hen geen baat heeft bij de behandeling en deze helemaal niet zou moeten krijgen. Dit zijn de patiënten die een kleine hartaanval hebben gehad en daarna de hartfunctie hebben behouden. De studie zal de manier veranderen waarop patiënten in de toekomst worden behandeld, zegt de hoofdonderzoeker.  “Ik ben ervan overtuigd dat dit de toekomstige praktijk zal beïnvloeden. Dit onderzoek is al genoemd in de Europese richtlijnen voor cardiale zorg, dus er is veel vraag naar de resultaten”, zegt hij.

Het project werd geleid door onderzoekers van het Karolinska Institutet, de Universiteit van Lund en de Universiteit van Uppsala. Ruim 5.000 patiënten in 45 ziekenhuizen in Zweden, Estland en Nieuw-Zeeland die een kleine hartaanval kregen, werden gerandomiseerd om bij ontslag wel of geen bètablokkers te krijgen.

De studie begon in september 2017 en de patiënten werden gevolgd tot november 2023. Tegen die tijd had 7,9 procent van degenen die bètablokkers kregen het primair resultaat van overlijden of een nieuwe hartaanval, vergeleken met 8,3 procent van degenen die geen bètablokkers kregen. Dit verschil is niet statistisch significant. Er was ook geen verschil tussen de groepen in de secundaire resultaten.

Het resultaat betekent dat de medicamenteuze behandeling, ongebruikelijker, voor alle partijen eenvoudiger en goedkoper wordt, zegt Tomas Jernberg.

“Meestal resulteert nieuw onderzoek in de toevoeging van een medicijn aan het regime van een patiënt. Uit dit onderzoek blijkt echter dat patiënten baat zullen hebben bij het nemen van één medicijn minder.”

Maar hij waarschuwt patiënten onmiddellijk om hun behandeling niet uit eigen beweging stop te zetten. Het huidig onderzoek gaat alleen over het effect van het starten van de behandeling na een kleine hartaanval, niet na een grotere. Het laat ook niets zien over de effecten van het stoppen van de behandeling. Belangrijker nog is dat het stoppen van de medicatie altijd in overleg met de behandelend arts moet gebeuren.

“Dit heeft verschillende redenen. Er kunnen andere oorzaken en andere diagnoses achter het gebruik van bètablokkers schuilgaan. Dan is er nog het feit dat als u gaat stoppen, u geleidelijk moet stoppen met de bètablokkers. Als u het te snel doet, kunt u hartkloppingen en ander ongemak krijgen. Het is dus heel belangrijk dat u met uw arts praat voordat u stopt met hartmedicatie”, zegt Tomas Jernberg.

Het onderzoek werd gefinancierd door de Zweedse Onderzoeksraad en de Zweedse Hart-Lung Stichting. De onderzoekers melden dat er geen sprake is van belangenverstrengeling.

Publicatie: “Bètablokkers na een myocardinfarct en geconserveerde ejectiefractie” Troels Yndigegn, Bertil Lindahl, Katarina Mars, Joakim Alfredsson, Jocelyne Benatar, Lisa Brandin, David Erlinge, Ola Hallen, Claes Held, Patrik Hjalmarsson, Pelle Johansson, Patric Karlström, Thomas Kellerth, Toomas Marandi, Annica Ravn-Fischer, Johan Sundström, Ollie Östlund, Robin Hofmann, Tomas Jernberg. New England Journal of Medicine, online 7 april 2024.

Feiten:

In Zweden krijgen jaarlijks ongeveer 20.000 mensen een hartaanval. De helft van hen krijgt daarna een kleine hartaanval met behoud van de hartfunctie. Dit betekent dat het hart nog steeds meer dan 50 procent van het volume in de linkerkamer van het hart kan wegpompen, ook wel de behouden linker ventrikel systolische functie genoemd.

De redenen achter de huidige praktijk om iedereen na een hartaanval een bètablokker te geven, zijn terug te voeren op de jaren tachtig, toen uit onderzoeken ondubbelzinnig bleek dat dit gunstig was. Maar sindsdien zijn andere cardiovasculaire behandelingen verbeterd, evenals de diagnostiek, zodat artsen nu veel van de hartaanvallen detecteren die voorheen nooit als infarcten werden geclassificeerd. Dit, samen met het feit dat de incidentie van hartaanvallen sinds de jaren tachtig gestaag is afgenomen, betekent dat de huidige hartaanvallen over het algemeen kleiner zijn en dat er een groter percentage mensen bestaat met een behouden linker ventrikel functie.

Vertaling: Andre Teirlinck

Links

http://ki.se/en