Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft vandaag de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar de aanwezigheid van PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) en metalen in neergedaald stof in de IJmond-regio. Dit is de omgeving rondom Tata Steel.
Het rapport dat vandaag gepubliceerd is, gaat over een derde meting van de neergedaalde stoffen in de omgeving van Tata Steel. De metingen zijn uitgevoerd in opdracht van de provincie Noord-Holland en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en zijn onderdeel van het (gezamenlijke) plan van aanpak voor een gezondere leefomgeving in de IJmond.
PAK en metalen
Het onderzoek laat, net als de vorige twee onderzoeken, zien dat er in de IJmond grotere hoeveelheden PAK en metalen in neergedaald stof zitten dan elders in Nederland. Uit eerder onderzoek van het RIVM blijkt dat Tata Steel de belangrijkste bron is van dit soort stof. Daarnaast kunnen andere bronnen in de IJmond, zoals industrie en verkeer, hier ook aan bijdragen.
De hoeveelheid neergedaald ijzer in het hele gebied gedaald sinds het eerste onderzoek in 2020. Dit kan erop wijzen dat er minder ijzer wordt uitgestoten in de IJmondregio.
Verbetermaatregelen
Tata Steel werkt aan een reeks verbetermaatregelen om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Maatregelen die tot een vermindering zouden moeten leiden, moeten in grote mate nog worden uitgevoerd.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen: “Ik moet eerlijk zeggen dat het mij tegenvalt hoe lang het duurt om tot resultaten te komen. Het bedrijf moet echt aan de bak. Er is alleen een toekomst voor Tata in Nederland als die groen en schoon is. De uitkomsten van dit derde depositieonderzoek benadrukken nogmaals de urgentie van het doorvoeren van de aangekondigde verbeteringen. Ik vind het van belang dat de omgeving van Tata Steel echt schoner wordt en zal me daarvoor blijven inzetten.”
Meer onderzoek
Om vast te kunnen stellen of emissies substantieel afnemen, zal de depositie van PAK en metalen over langere tijd gemeten moeten worden. Het ministerie van IenW zal met de provincie en het RIVM bepalen op welke manier de monitoring vervolgd moet worden.
Gerelateerd:
Verder sprak Vivanne Heijnen vandaag in de tweede kamer: