Wat is het beste moment van de dag om te sporten?

Lichamelijke activiteit in de ochtend wordt in verband gebracht met het laagste risico op hartaandoeningen en beroertes, volgens een onderzoek onder meer dan 85.000 personen dat is gepubliceerd in het European Journal of Preventive Cardiology, een tijdschrift van de ESC. De bevindingen waren consistent, ongeacht de totale hoeveelheid van dagelijkse activiteit.

“Het staat vast dat lichaamsbeweging goed is voor de gezondheid van het hart, en onze studie geeft nu aan dat ochtendactiviteit het heilzaamst lijkt te zijn”, zei auteur mevrouw Gali Albalak van het Leids Universitair Medisch Centrum, Nederland. “De bevindingen waren vooral uitgesproken bij vrouwen en waren van toepassing op zowel vroege vogels als nachtbrakers.”

De studie gebruikte gegevens van de UK Biobank. Het omvatte 86.657 volwassenen van 42 tot 78 jaar die bij baseline vrij waren van hart- en vaatziekten. De gemiddelde leeftijd was 62 jaar en 58% was vrouw. Deelnemers droegen zeven opeenvolgende dagen een activity tracker om hun pols. Zij werden gevolgd voor incidente hart- en vaatziekten, die werd gedefinieerd als de eerste ziekenhuisopname of overlijden gerelateerd aan coronaire hartziekte of beroerte.

Gedurende zes tot acht jaar follow-up ontwikkelden 2.911 deelnemers een coronaire hartziekte en 796 kregen een beroerte. Bij het vergelijken van piek activiteiten over een periode van 24 uur, was het meest actief zijn tussen 8.00 uur en 11.00 uur gekoppeld aan de laagste risico’s op zowel hartaandoeningen als beroertes.

In een tweede analyse verdeelden de onderzoekers de deelnemers in vier groepen op basis van de piektijd van fysieke activiteit: 1) middag; 2) vroege ochtend (~8 uur); 3) laat in de ochtend (~10 uur); en 4) avond (~19.00 uur). De categorieën werden geselecteerd op basis van piekmomenten van activiteit in de onderzoekspopulatie, in plaats van vooraf bepaald te zijn voordat het onderzoek begon. Associaties tussen piektijd van activiteit en incidente hart- en vaatziekten werden geanalyseerd met de middag als referentiegroep.

Na correctie voor leeftijd en geslacht hadden deelnemers die het meest actief waren in de vroege ochtend of late ochtend respectievelijk 11% en 16% minder risico op een incidente coronaire hartziekte in vergelijking met de referentiegroep. Bovendien hadden degenen die in de late ochtend het meest actief waren, een 17% lager risico op een beroerte in vergelijking met de referentiegroep.

De bevindingen waren consistent ongeacht de totale hoeveelheid dagelijkse activiteit en of deelnemers zichzelf omschreven als een ochtendmens of een avondmens. Toen de resultaten afzonderlijk naar geslacht werden geanalyseerd, ontdekten de onderzoekers dat de resultaten vooral bij vrouwen prominent aanwezig waren, maar niet langer significant bij mannen. Vrouwen die ’s morgens vroeg of ’s avonds laat het meest actief waren, hadden respectievelijk 22% en 24% minder risico op een incident met coronaire hartziekte in vergelijking met de referentiegroep. Bovendien hadden vrouwen die in de late ochtend het meest actief waren, een 35% lager risico op een beroerte in vergelijking met de referentiegroep.

Mevr. Albalak zei: “Dit was een observationele studie en daarom kunnen we niet verklaren waarom de associaties meer uitgesproken waren bij vrouwen. Onze bevindingen dragen bij aan het bewijsmateriaal over de gezondheidsvoordelen van fysiek actief zijn door te suggereren dat ochtendactiviteit, en vooral laat in de ochtend, het meest voordelig kan zijn. Het is nog te vroeg voor formeel advies om prioriteit te geven aan ochtendgymnastiek, aangezien dit een vrij nieuw onderzoeksgebied is, maar we hopen dat we op een dag de huidige aanbevelingen kunnen verfijnen door simpelweg één regel toe te voegen: ‘bij het sporten is het raadzaam om dit’ s morgens te doen.”

Vertaling Andre Teirlinck