Hoogtepunten onderzoek:
• Een nieuwe studie wees uit dat chemicaliën die in het spijsverteringskanaal worden geproduceerd door darmmicroben na het eten van rood vlees (zoals rundvlees, varkensvlees, bizonvlees, hertenvlees) een aanzienlijk deel van het hogere risico op hart- en vaatziekten verklaren dat samenhangt met een hogere consumptie van rood vlees.
• Een hoge bloedsuikerspiegel en ontsteking kunnen ook bijdragen aan een hoger cardiovasculair risico geassocieerd met de consumptie van rood vlees, maar bloeddruk en cholesterol waren niet geassocieerd met een hoger cardiovasculair risico door de consumptie van rood vlees.
• Algemene consumptie van vis, gevogelte en eieren was niet geassocieerd met een verhoogd cardiovasculair risico.
Volgens nieuw onderzoek, gepubliceerd in het peer reviewed tijdschrift Arteriosclerosis, Thrombosis, and Vascular Biology (ATVB) verklaren chemicaliën die in het spijsverteringskanaal worden geproduceerd door darmmicroben na het eten van rood vlees, een deel van het hoger risico op hart- en vaatziekten dat samenhangt met de consumptie van rood vlees.
Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak over de hele wereld. Hoewel het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, waaronder een hartaanval en beroerte, toeneemt met de leeftijd, worden andere risicofactoren beïnvloed door levensstijl. Leefstijl en gedrag waarvan bekend is dat ze de cardiovasculaire gezondheid verbeteren, omvat het eten van gezond voedsel, vooral fruit en groenten; regelmatige fysieke activiteit; voldoende slaap; een gezond lichaamsgewicht behouden; stoppen met roken; en het beheersen van hoge bloeddruk, hoge cholesterol en hoge bloedsuikerspiegel.
“De meeste aandacht voor de inname en gezondheid van rood vlees lag rond het verzadigd vetgehalte in de voeding en het cholesterolgehalte in het bloed”, zegt mede-hoofdauteur van de studie Meng Wang, Ph.D., postdoctoraal onderzoeker aan de Friedman School of Nutrition Science and Policy aan de Tufts University in Boston. “Op basis van onze bevindingen kunnen nieuwe interventies nuttig zijn om de interacties tussen rood vlees en de darmflora aan te pakken om ons te helpen manieren te vinden om het cardiovasculair risico te verminderen.”
Uit eerder onderzoek is gebleken dat bepaalde metabolieten – chemische bijproducten van de vertering van voedsel – in verband worden gebracht met een groter risico op hart- en vaatziekten. Eén van deze metabolieten is TMAO, of trimethylamine N-oxide, dat wordt geproduceerd door darmbacteriën om rood vlees te verteren dat grote hoeveelheden van de chemische stof L-carnitine bevat.
Hoge bloedspiegels van TMAO bij mensen kunnen in verband worden gebracht met een hoger risico op HVZ, chronische nierziekte en diabetes type 2. Of TMAO en verwante metabolieten afgeleid van L-carnitine de effecten van de inname van rood vlees op het cardiovasculaire risico kunnen helpen verklaren, en in welke mate ze kunnen bijdragen aan het cardiovasculair risico in verband met vleesconsumptie, is echter nog onbekend.
Om dit te onderzoeken hebben de wetenschappers de niveaus van de metabolieten in bloedmonsters gemeten. Ze onderzochten ook of bloedsuiker, ontstekingen, bloeddruk en cholesterol in het bloed verantwoordelijk kunnen zijn voor het verhoogd cardiovasculair risico dat gepaard gaat met de consumptie van rood vlees.
De deelnemers aan het onderzoek waren bijna 4.000 van de 5.888 volwassenen die aanvankelijk tussen 1989 en 1990 waren gerekruteerd voor de Cardiovascular Health Study (CHS). Zij waren vrij van klinische hart- en vaatziekten op het moment van inschrijving in het CHS, een observationeel onderzoek naar risicofactoren voor hart- en vaatziekten bij volwassenen van 65 jaar of ouder.
De CHS volgde 5.888 deelnemers die zijn gerekruteerd uit vier gemeenschappen: Sacramento, Californië; Hagerstown, Maryland; Winston-Salem, Noord-Carolina; en Pittsburgh, Pennsylvania. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers bij inschrijving was 73, bijna tweederde van de deelnemers was vrouw en 88% waren blank. De mediane duur van opvolging was 12,5 jaar en in sommige gevallen tot 26 jaar. Bij de vervolgafspraak werden de medische geschiedenis, levensstijl, gezondheidstoestand en sociaal demografische kenmerken van de deelnemers – zoals gezinsinkomen, opleiding en leeftijd – beoordeeld.
Aan het begin van het onderzoek en opnieuw in 1996-1997 werden verschillende bloed biomarkers gemeten. De nuchtere bloedmonsters, bevroren bij -80 ˚C, werden getest op niveaus van verschillend darmflora die verband houden met de consumptie van rood vlees, waaronder TMAO, gamma-butyrobetaïne en crotonobetaïne.
Bovendien beantwoordden alle deelnemers twee gevalideerde vragenlijsten over voedselfrequentie over hun gebruikelijke voedingsgewoonten, waaronder de inname van rood vlees, verwerkt vlees, vis, gevogelte en eieren, aan het begin van het onderzoek en opnieuw van 1995 tot 1996. Voor de eerste vragenlijst , gaven de deelnemers aan hoe vaak ze in de afgelopen 12 maanden gemiddeld een bepaalde hoeveelheid van verschillende voedingsmiddelen hadden gegeten, variërend van “nooit” tot “bijna elke dag of minstens vijf keer per week”, gebaseerd op middelgrote porties die varieerden op basis van de voedselbron. De tweede vragenlijst gebruikte een frequentie van tien categorieën van gemiddelde inname over de afgelopen 12 maanden, variërend van “nooit of minder dan één keer per maand” tot “zes+ porties per dag”, met gedefinieerde standaard porties.
Volgens de auteurs verklaart de toename van TMAO en verwante metabolieten in het bloed ongeveer een tiende van het verhoogd risico. Ze merkten ook op dat bloedsuikerspiegel en algemene ontstekingsroutes kunnen helpen bij het verklaren van de verbanden tussen de inname van rood vlees en hart- en vaatziekten. Bloedsuikerspiegel en ontsteking lijken ook belangrijker te zijn bij het koppelen van de inname van rood vlees en hart- en vaatziekten dan routes die verband houden met cholesterol of bloeddruk. Inname van vis, gevogelte en eieren was niet significant gekoppeld aan een hoger risico op hart- en vaatziekten.
“Er zijn onderzoeksinspanningen nodig om de mogelijke gezondheidseffecten van L-carnitine en andere stoffen in rood vlees, zoals heemijzer, dat in verband is gebracht met diabetes type 2, beter te begrijpen, in plaats van zich alleen te concentreren op verzadigd vet,” zei Wang.
De studie had verschillende beperkingen die de resultaten mogelijk hebben beïnvloed. Het onderzoek was observationeel, wat betekent dat het niet alle risicofactoren voor hart- en vaatziekten kon controleren, en mogelijk geen oorzaak en gevolg bewijst tussen vleesconsumptie en hart- en vaatziekten of de bemiddeling ervan door door darmmicroben gegenereerde chemicaliën. Bovendien werd de voedselconsumptie zelf gerapporteerd, dus fouten in de rapportage zijn mogelijk. En aangezien de meeste deelnemers aan de studie oudere, blanke mannen en vrouwen in de Verenigde Staten waren, zijn de bevindingen mogelijk niet van toepassing op populaties die jonger of raciaal diverser zijn.
De medehoofdauteur is Zeneng Wang, Ph.D.Medeauteurs zijn Yujin Lee, Ph.D.; Heidi TM Lai, Ph.D.; Marcia C. de Oliveira Otto, Ph.D.; Rozenn N. Lemaitre, Ph.D., M.P.H.; Amanda Fretts, Ph.D., MPH; Nona Sotoodehnia, M.D., M.P.H.; Matthew Budoff, MD; Joseph A. DiDonato, Ph.D.; Barbara McKnight, Ph.D.; W.H. Wilson Tang, M.D.; Bruce M. Psaty, M.D., Ph.D.; David S. Siscovick, M.D., M.P.H.; Stanley L. Hazen, MD, Ph.D.; en Dariush Mozaffarian, M.D., Dr.Ph. De onthullingen van de auteurs staan vermeld in het manuscript.
De studie werd gefinancierd door het National Heart, Lung and Blood Institute, met aanvullende steun van de National Institutes of Health, het National Institute of Neurological Disorders and Stroke en het National Institute on Aging.
Studies gepubliceerd in de wetenschappelijke tijdschriften van de American Heart Association zijn peer-reviewed. De verklaringen en conclusies in elk manuscript zijn uitsluitend die van de auteurs van het onderzoek en weerspiegelen niet noodzakelijk het beleid of standpunt van de Vereniging. De Vereniging geeft geen verklaring of garantie met betrekking tot hun nauwkeurigheid of betrouwbaarheid. De Vereniging ontvangt voornamelijk financiering van particulieren; stichtingen en bedrijven (inclusief farmaceutische, apparaatfabrikanten en andere bedrijven) doen ook donaties en financieren specifieke Association-programma’s en evenementen. De Vereniging heeft een strikt beleid om te voorkomen dat deze relaties de wetenschappelijke inhoud beïnvloeden. Inkomsten van farmaceutische en biotechbedrijven, fabrikanten van apparaten en zorgverzekeraars en de algemene financiële informatie van de Vereniging zijn hier beschikbaar.
• Het manuscript kan online bekeken worden
Vertaling: Andre Teirlinck