Via hun stoelgang en urine laten honden heel wat nutriënten achter in natuurgebieden. Dat kan een negatieve impact hebben op onze lokale biodiversiteit, blijkt uit nieuw UGent-onderzoek.
De studie van de Gentse bio-ingenieurs werd gepubliceerd in het tijdschrift Ecological Solutions and Evidence van de British Ecological Society.
Volgens de onderzoekers voegen honden via hun uitwerpselen elk jaar gemiddeld 11 kg stikstof en 5 kg fosfor per hectare toe aan 4 Gentse natuurgebieden. Dat is een aanzienlijke bemesting die tot hiertoe genegeerd werd, maar die schadelijk kan zijn voor de biodiversiteit en de werking van het ecosysteem.
De geschatte hoeveelheid stikstof die zo toegevoegd wordt aan de natuur valt vooral op in vergelijking met de hoeveelheid stikstof die in heel Europa terechtkomt vanuit de atmosfeer. Dat is in Vlaanderen gemiddeld 22 kg per hectare per jaar.
Professor Pieter De Frenne (UGent): “We waren verrast door hoeveel nutriënten honden eigenlijk achterlaten via hun uitwerpselen. Er gaat terecht veel aandacht naar de hoeveelheid stikstof die de landbouw, de industrie en het verkeer injecteren in de atmosfeer. Maar honden zijn altijd buiten beschouwing gelaten in dit verhaal.”
Bemestingslimiet overschreden
Om te berekenen hoeveel nutriënten honden in de natuur achterlieten, telden de onderzoekers het aantal honden in 4 natuurgebieden in en rond Gent: de Vinderhoutse Bossen, de Gentbrugse Meersen en 2 deelgebieden in het Natuurreservaat Bourgoyen-Ossemeersen. Ze modelleerden verschillende scenario’s, bijvoorbeeld of de honden al dan niet aangelijnd waren en of hun baasjes de uitwerpselen opraapten.
Volgens de wet moeten honden in de onderzochte natuurgebieden aan de leiband. In dit scenario neemt de bemesting dan wel af in het grootste deel van het onderzochte gebied, maar vlak langs de wandelpaden was dit niet het geval. Op jaarbasis lieten honden er zo maar liefst 175 kg stikstof en 73 kg fosfor per hectare achter.
De Frenne: “In het scenario waar honden aangelijnd werden, ontdekten we dat de hoeveelheden achtergelaten stikstof en fosfor in geconcentreerde zones rond wandelpaden de wettelijke bemestingslimieten voor de landbouw overschreden. Behoorlijk verbazend, aangezien ons onderzoek over natuurgebieden gaat.”
Poep opruimen
In het scenario waar honden aan de leiband liepen en de baasjes hun uitwerpselen opraapten, daalde het niveau van stikstof met 56 % en dat van fosfor met 97 %. Dat komt omdat hondenpoep meetelt voor nagenoeg alle afgezette fosfor, terwijl stikstof zowel in de stoelgang als in de urine zit.
Op het eerste gezicht kan het voordelig klinken dat de natuur bemest wordt omdat planten hierdoor beter groeien. Dat geldt echter slechts voor een beperkt aantal soorten die veel nutriënten nodig hebben. Die soorten verdrijven zeldzamere soorten, waardoor de biodiversiteit daalt.
“In veel natuurgebieden is het beleid er specifiek op gericht om het niveau van nutriënten in de bodem te doen dalen, om zo de biodiversiteit in planten- en diersoorten te versterken. Dat kan door te maaien en door het hooi te verwijderen”, aldus Pieter Vangansbeke, die meewerkte aan het onderzoek. “Onze resultaten wijzen erop dat bepaalde doelen met betrekking tot natuurherstel wel eens kunnen vertraagd worden door de tot hiertoe onderbelichte bemesting via honden in natuurgebieden.”
De onderzoekers roepen natuurbeheerders op om bezoekers met honden te wijzen op de schade die hondenpoep en -urine toebrengt aan de natuur door hen te vragen om hun hondenpoep op te ruimen. Ze roepen ook op om de aanlijnplicht strenger te handhaven en meer hondenlosloopzones te creëren zodat de druk op waardevolle natuurgebieden daalt.
Hoe dit berekend werd
Om in te schatten hoeveel nutriënten honden aan de natuur toevoegen, berekenden de onderzoekers eerst hoeveel honden per hectare per jaar in deze 4 Gentse natuurgebieden rondliepen. Dat deden ze op 487 momenten verspreid over 18 maanden. Met een literatuurstudie over nutriëntenconcentratie in hondenurine en -uitwerpselen konden ze daarna de verschillende scenario’s modelleren.
Hoewel deze methode wel toeliet om de hoeveelheid honden in natuurgebieden precies te berekenen, bleef het gemiddelde volume van urine en uitwerpselen slechts bij een schatting.
“We zouden onze data kunnen verbeteren door ook hondenrassen erin op te nemen, net als de grootte van de hond, het gewicht van de mest en het volume van de urine, en hoe vaak ze uitwerpselen achterlaten in de natuur”, besluit Vangansbeke.