Er is tot op heden geen betrouwbare objectieve methode om tinnitus te diagnosticeren. Onderzoekers van het Karolinska Institutet in Zweden laten nu zien dat hersenstam audiometrie kan worden gebruikt om veranderingen in de hersenen te meten bij mensen met constante tinnitus. De studie is gepubliceerd in The Journal of Clinical Investigation.
Tinnitus wordt momenteel niet geclassificeerd als een aparte aandoening, maar als een symptoom met vele mogelijke oorzaken, zoals gehoorverlies, lawaai, ziekte of stress. Tinnitus wordt vaak beschreven als een spookgeluid dat alleen hoorbaar is voor de patiënt. Tegenwoordig heeft ongeveer 20 procent van de Zweedse bevolking een vorm van tinnitus, en het risico neemt toe met de leeftijd.
Hersenactiviteit meten.
De mate van ernst van tinnitus wordt momenteel bepaald door een proces van zelfbeoordeling. Een onderzoek door wetenschappers van het Karolinska Institutet, uitgevoerd in samenwerking met het bedrijf Decibel Therapeutics, heeft nu aangetoond dat auditieve reacties van de hersenstam (ABR) een mogelijk objectief diagnostisch hulpmiddel zijn bij het identificeren van mensen met constante tinnitus. ABR meet de activiteit van de hersenen als reactie op een specifieke reeks geluidsstimuli.
“Wij zijn van mening dat onze ABR-methode voldoende gevoelig kan zijn om als diagnostisch hulpmiddel te worden gebruikt”, zegt Christopher R. Cederroth, onderzoeker bij de afdeling Fysiologie en Farmacologie, Karolinska Institutet. “De methode meet de werkelijke neurale veranderingen in de hersenstam bij mensen met constante tinnitus, wat een toekomstige biomarker zou kunnen worden.”
Erkenning voor patiënten.
ABR is eerder naar voren gebracht als een instrument voor het meten van tinnitus, maar het heeft geen wetenschappelijke consensus bereikt. Geen eerdere studie heeft echter zoveel deelnemers opgenomen als deze. Hier hebben de onderzoekers ABR-metingen gedaan bij 405 personen, 228 met tinnitus en 177 zonder. Ze zagen bij mensen met constante tinnitus een duidelijk verschil in vergelijking met mensen zonder tinnitus, of mensen die hun tinnitus als incidenteel beoordeelden.
“We hebben een objectieve diagnostische methode voor tinnitus nodig, zowel om de aandoening bij patiënten te erkennen als om de ontwikkeling van nieuwe therapieën te bevorderen”, zegt Christopher R. Cederroth. “Onze studie suggereert een causaal verband tussen dergelijke veranderingen in de neurale activiteit van de hersenen en de ontwikkeling van constante tinnitus, maar we moeten nog meer studies doen om dit te verifiëren. We moeten ook bepalen of onze methode een therapeutisch voordeel kan geven.”
Tinnitus verergert.
De onderzoekers volgden ook meer dan 20.000 mensen zonder of in verschillende mate van tinnitus om te volgen hoe de symptomen zich in de loop van de tijd ontwikkelen. Hier toonden de onderzoekers aan dat mensen met incidentele tinnitus een verhoogd risico hebben om constant tinnitus te ontwikkelen, vooral als het vaak terugkeert. De studie toonde ook aan dat voor degenen die al constante tinnitus ervaren, de kans groot is dat het probleem aanhoudt.
“Het is belangrijk om te weten dat bij terugkerende tinnitus meer kans bestaat om blijvende tinnitus te ontwikkelen”, voegt dr. Cederroth eraan toe. “We moeten deze informatie verspreiden, zodat mensen met incidentele tinnitus zich bewust worden van de risico’s en de kans krijgen om preventief te handelen.”
Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met het Karolinska Universitair Ziekenhuis, de Universiteit van Stockholm, de Universiteit van Bergen en Decibel Therapeutics Inc. Het werd gefinancierd door verschillende instanties, waaronder de Swedish Research Council, de Swedish Research Council for Health, Working Life and Welfare (FORTE ), het Stockholm Stress Centre, het GENDER-Net Co-Plus Fund “TIGER” en de Horizon 2020-programma’s “ESIT” en “UNITI” van de EU.
Vertaling: Andre Teirlinck