Volgens nieuw onderzoek is de relatie tussen jonge psychiatrische patiënten en de verpleegkundigen die voor hen zorgen op zich al een over het hoofd geziene behandeling. Het kwalitatieve onderzoek van acht jongeren, acht familieleden en acht verplegend personeel door psychologen van de Universiteit van Manchester en Pennine Care NHS Foundation Trust is gepubliceerd in het spraakmakende tijdschrift PLOS ONE.
De professionele verbinding tussen een clinicus en een patiënt – ook wel een therapeutische relatie genoemd – kan de resultaten voor patiënten in de geestelijke gezondheidszorg helpen verbeteren, aldus het onderzoeksteam. Er is eerder aangetoond dat vooruitgang in psychotherapie en geestelijke gezondheidszorg in het algemeen sterk verband houdt met de therapeutische relatie tussen klinische professionals en gebruikers van diensten.
De studie laat echter zien hoe verplegend personeel soms niet de tijd of steun heeft om therapeutische relaties met hun patiënten op te bouwen. Om dat te bereiken, dringen de onderzoekers aan op de inzet van voldoende personeel, gerichte training en tijd in het cultiveren van verbindingen tussen verplegend personeel en hun patiënten.
“Dit onderzoek onderstreept het vaste punt dat therapeutische relaties tussen patiënten en personeel net zo belangrijk zijn als de specifieke behandeling die ze krijgen, zo niet belangrijker”, zegt dr. Sam Hartley, ere-klinisch docent aan de Universiteit van Manchester en hoofdklinisch psycholoog. met Pennine Care NHS Foundation Trust.
De jongeren, allemaal gevestigd in de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en adolescenten, verspreid over vier locaties in het VK, beschreven hoe hun relatie met verplegend personeel hun voortgang tijdens de behandeling zou kunnen beïnvloeden.
De onderzoekers interviewden de deelnemers uitvoerig en identificeerden zes thema’s die therapeutische relaties, hun ontwikkeling en onderhoud beschreven.
Een van de thema’s was het gevoel dat therapeutische relaties een behandeling op zich zijn.
Dr. Harley zei: “Therapeutische relaties zijn met name relevant in intramurale diensten voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en adolescenten, waar relaties bijzonder complex en moeilijk te ontwikkelen en te onderhouden zijn. “Onze analyse geeft aan dat jongeren, gezinnen en verplegend personeel het er allemaal over eens zijn dat deze relaties cruciaal zijn voor goede resultaten. Deze groepen zouden beter gediend zijn door een systeem dat prioriteit geeft aan het vormen en onderhouden van effectieve therapeutische relaties.
“Dit vereist voldoende personeel, training en tijd om verbinding te cultiveren en samen ‘gewone’ dingen te doen. “Er moet ook rekening worden gehouden met aspecten van het personeelsbestand die van invloed kunnen zijn op dit succes, zoals het behoud van personeel, waar continuïteit van zorg en relaties kunnen worden belemmerd.”
Ze voegde eraan toe: “De balans tussen mens en professioneel zijn is een lastige en zou kunnen profiteren van ‘live’ gerichte ondersteuning van het personeel naast meer statische training en supervisie. “We hopen dat de getuigenissen van deze patiënten, verpleegkundigen en ouders, en onze analyse zal dienen om beleidsmakers, servicemanagers en clinici ertoe aan te zetten zich te concentreren op therapeutische relaties, die essentieel zijn voor hoogwaardige intramurale zorg, en hen de structuren, ondersteuning en betekenis te bieden ze verdienen.”
https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0262070