Column Hans Zevenboom – Dood en hemelrijk – deel V

Voorwoord

‘Hoe kun je weten dat je leven ‘klaar’ is?

Laat iedereen die het onderwerp ‘doodgaan’, euthanasie, zelfdoding, en zelfmoord  intrigeert of zelfs beangstigend vindt, zich de wens doen uitspreken dat dit onderwerp in een breder verband ter discussie wordt gesteld; dat een ieder beseft dat het (vroegtijdig) ‘doodgaan’ een onderdeel is van het levensproces; van de Heen- en Terugreis van de ziel is. Maar, dat er ook rekening gehouden moet worden met eventuele mogelijke gevolgen van een vroegtijdige, ‘geforceerde’ dood. Een vroegtijdige dood kan in houden dat het Huis aan de Overkant nog niet ‘klaar’ is.

Het thema ‘Dood, Karma en Reïncarnatie’ –  ‘de dood brengt nieuw leven’ – zou juist ons leven moeten gaan beïnvloeden, zeker nu wij op een cruciaal keerpunt in de wereldgeschiedenis staan. Maar helaas, iedereen is drukdoende met zijn of haar sociale leven, maar niemand spreekt over de ‘dood’, karma of over reïncarnatie. Een onderwerp ‘not done’.

  • Inleiding

Wat gebeurt er als mensen doodgaan? Vragen, nog eens vragen.

De vraag ‘Wat gebeurt er als … ‘ is waarschijnlijk de vraag die de mensheid het meest heeft beziggehouden en in verwarring heeft gebracht. Houden we gewoon op met leven zonder enig teken van onszelf op aarde achter te laten, behalve onze stoffelijke resten? Worden we later alleen weer tot leven gewekt door een Opperwezen als we goede cijfers hebben gehaald tijdens ons leven? Gaan we naar de Hel of het Hemelrijk? Of komen we terug als dieren, zoals de Hindoes geloven, of misschien generaties later als andere mensen.

2.0     Wat gebeurt er als je doodgaat?

‘Bewustzijn van de Macrokosmos’

Het allereerste wat we goed moeten beseffen, is dat we eigenlijk nooit helemaal dood gaan maar dat je terecht komt in het Bewustzijn van de Macrokosmos. De plaats waar geen ‘tijd’ en ‘ruimte’ bestaat, geen nu en dan, vroeger of later.
Wanneer je in het menselijk lichaam verblijft, ervaar je een veel kleiner deel dan het geheel. Dat wil zeggen: een deel van de microkosmos. Wanneer je ‘los’ bent van het lichaam (als je verblijft wat sommigen de ‘geesteswereld’ noemen) heb je je perspectief onmetelijk veel breder gemaakt. Opeens lijkt het of je alles weet en alles kunt zijn. Je zult een macro-kosmisch uitzicht hebben én in staat zijn te begrijpen wat je nu niet begrijpen kunt. Eén van de dingen die je dán zult begrijpen, is dat |Al-wat-Is| – God, de Onvoorwaardelijke Onmetelijke Liefde – zelfs nog groter is dan de werkelijkheid die je dan ervaart. Dit zal je meteen van verwondering en verwachting vervullen, van bewondering en opwinding, vreugde en euforie, want dan zul je weten en begrijpen wat God weet en dan zul je begrijpen dat het ‘spel’- het komisch rad – nooit ophoudt. Want wanneer je sterft, houd je niet op te scheppen; te creëren. Dus wat er gebeurt als je sterft, is ………… dat je doorgaat met leven!!

Wat veel mensen helaas niet willen aanvaarden, is dat het dood-gaan een essentieel deel van de cyclus van een mensenleven is. Het is een onlosmakelijk deel van het levensproces. ‘Je kunt er niet aan ontkomen’. Zonder inzicht en begrip voor zowel het reïncarnatieproces als de dood op zich, zal men als wezen hier op aarde minder de ware zin van het leven begrijpen.

Sai Baba: ‘Dood zijn is een toestand die erg veel lijkt op slapen. Het individu dankt zijn lichaam af als een oude en versleten kledingstuk. Alleen het lichaam sterft. Daar de geest geen fysiek vorm heeft, sterft hij niet samen met het lichaam, maar gaat de activiteit van gedachten zelfs ná de dood van het lichaam door. De stroom van gedachten is de geest!’

3.0 Over het leven ná dit leven

‘In het hiernamaals’

Wat in het leven ná dit leven gebeurt, is zo buitengewoon dat je het niet kunt beschrijven in termen die voor ons te begrijpen zijn. Deze ervaring kent namelijk een andere dimensie en tart letterlijk alle beschrijving met zulke beperkte hulpmiddelen als woorden. Het volstaat om te zeggen, dat je de mogelijkheid zult hebben om je huidige leven – zonder pijn, vrees of oordeel – terug te zien, met als doel te beslissen over hoe je je voelt over je ervaring hier én hoe je je van hieruit verder wilt ontwikkelen!

‘Sai Baba over de dood’

De ervaring ná de dood is niet voor iedereen hetzelfde; deze hangt af van de manier waarop je hebt geleefd! Afhankelijk van je levenswijze, van de manier waarop jij je karma hebt verricht, ga je naar een bepaald niveau van bewustzijn.
Sai Baba spreekt in dit verband over drie verschillende loka’s of gebieden, namelijk chandra-loka [1], surya-loka [2] en Brahma-loka [3]. Deze loka’s zijn dus géén plaatsen, maar bewustzijnstoestanden!

‘De bewoners van de hemel zijn ook onderworpen aan de wet van voorspoed en tegenslag’, aldus Sai Baba. Met de bewoners van de hemel bedoelt Sai Baba hier de zielen die zich in chandra-loka [1] bevinden.

[1] Chandra-loka is een tijdelijke verblijfplaats en de ervaring daar kan voor iedere individuele ziel sterk verschillen. Je zou kunnen spreken van een tijdelijke hemel of een tijdelijke hel!
[2] Surya-loka. Alleen wanneer de individuele ziel moksha heeft bereikt, zal zij surya-loka, het gebied van wijsheid, bereiken en vandaar zal zij Brahma-loka bereiken.
[3] Brahkma-loka is het gebied van Brahman of God. In deze toestand ben je volledig bewust van je werkelijkheid; je hebt moksha (bevrijding) bereikt, de hemel.

4.0 De hel of het vagevuur

‘Bestaat er zoiets als de hel of het vagevuur?’

Sai Baba spreekt niet alleen over het hemel-aspect, maar er is ook een hel-aspect. Naar aanleiding van een vraag over de hel zei Baba eens: ’Het is een plaats, een plaats in je geest. Een geestestoestand met veel zorg en lijden. Het is een toestand van ná de dood’. [1]

Vraag aan Sai Baba: ‘Wat gebeurt er na je dood, wanneer je tijdens je leven je karma hebt verricht om de beloning te ontvangen? Dus met het verlangen om de vruchten van je handelingen te plukken?’

Sai Baba reageert als volgt: ‘Je hebt weliswaar goede daden verricht maar niet uit verlangen om God en dus je medeschepselen te dienen, maar uit verlangen naar wereldse vreugde. Wanneer zulke mensen hun lichaam opgeven, dat wil zeggen wanneer zulke mensen sterven, zullen hun woorden opgaan in hun geest, en hun geest zal opgaan in hun prana (levenskracht) en de prana zal daarna opgaan in de jiva (de individualiteit).
Vervolgens zal de individuele ziel reizen naar het gebied van de maan-principe, de chandra-loka. Dat wil zeggen, de loka waar de godheid van de geest heerst. Hierdoor zullen zij zich ervan bewust worden, dat zij wederom het rijk van de geest moeten binnengaan met al zijn beroering en onrust van verlangens en wensen. In de chandra-loka zullen dergelijke individuele zielen enige voldoening en vreugde ervaren, totdat de gevolgen van de goede daden opraken’.
[1]

 

In de chandra-loka kan de ziel zowel vreugde als lijden ervaren. In ons vertrouwde terminologie kunnen we dan spreken van een tijdelijke hemel of een tijdelijke hel. Wij moeten een tijdelijke hel niet gelijkstellen met de beschrijvingen van de hel die wij aantreffen in geschriften van een aantal godsdiensten. Daar is vaak sprake van eeuwigdurende martelingen en van duivels.
Sai Baba benadrukt dan ook, dat duivels niet bestaan en dat het verblijf in chandra-loka altijd tijdelijk is. Na zekere tijd zal de ziel opnieuw in een lichaam op aarde moeten komen (het incarnatie-proces).

‘Het begrip hel en de verschillende beschrijvingen van de hel zijn alle latere toevoegingen in de shastra’s en purana’s. De schrijvers van deze teksten geloofden dat godsdienst niet volledig zou zijn als hij géén hel aanvaardde. Het doel waarvoor de hel werd geschapen was alleen om angst op te wekken bij de mensen om hen van zonde te weerhouden’. (……..) ‘Er bestaat niet zoiets als satan of de duivel; dat zijn allemaal verdichtsels van de verbeelding. In de Bijbel wordt satan gebruikt als zinnebeeld voor de slechte eigenschappen in de mens. Als wij  onze slechte eigenschappen opgeven, zullen wij de genade verwerven en God verwerkelijken’. [1]

 

 

 

[1] Boek ‘Bevrijding komt niet uit de hemel vallen’Wim G.J. van Dijk

 

5.0 Millennium-Visie, over ‘Hel of Vagevuur’

De hel bestaat niet op een bepaalde plaats waar je eeuwig in de vlammen brandt of tot in de oneindigheid wordt gemarteld. Er is géén plek of dimensie waar naartoe wij voor de eeuwigheid kunnen worden verbannen. Er is dus geen ‘hel’, niet echt, maar wel in onze gedachten!

Welk doel zou God hebben met het ‘beheren’ van een hel?

Zelfs al had God de uitgesproken ongoddelijke gedachte dat wij de hemel niet ‘verdienen’, waarom zou God dan de behoefte hebben een bepaald soort wraak of straf te zoeken vanwege ons falen? Zou het niet veel eenvoudiger voor God zijn, gewoon van ons te ontdoen? Welke wraakzuchtig deel van God vereist dat God ons onderwerp aan eeuwig lijden op een niveau dat met geen enkele pen of pijn valt te beschrijven? Indien het antwoord neerkomt op de behoefte aan gerechtigheid, zou het dan niet rechtvaardig genoeg zijn om allen – iedereen – gewoon de gemeenschap met God in de hemel te ontzeggen? Is een eeuwigdurende toediening van pijn noodzakelijk?

Nogmaals, God [1] wil duidelijk kenbaar maken dat de ‘hel’ – die wij zelf in onze gedachten hebben  gecreëerd en gefantaseerd – niet bestaat! Het is een ervaring van de slechts mogelijke uitkomst van jouw keuzes, jouw beslissingen én jouw creaties. Het is een direct gevolg van jouw denkwijze – je stellige overtuigingen, dat je het niet waard bent, niet goed genoeg bent om het Hemelrijk vrij kunt betreden; dat je voor je daden gestraft zal worden. Het is het natuurlijke gevolg van elke gedachte van jou die God ontkent of nee zegt tegen |Wie-je-Bent| in relatie tot God. Het is de geestelijke pijn die je lijdt als gevolg van verkeerd denken.
‘Hel’ is het tegenovergestelde van vreugde. Het is onvervuld-zijn. Het is weten |Wie en Wat-je-bent|, maar dat kun je niet ervaren. Het is wezenloos zijn. Dát is de hel en er is niets ergers voor een ziel dan dát te Zijn; wezenloos! ‘Een kind zonder Vader of Moeder!’ Er is dus wel een (mogelijke) ervaring van de ziel die zo ongelukkig is, zó onvolledig, zoveel minder dan het Geheel, zo zeer van Gods grootste vreugde gescheiden, dat dát voor jouw ziel en geest de ‘hel’ zou kunnen zijn.

God zegt over de ‘hel’ [1]: ‘Ik – God – stuur je daar niet heen, noch is het Mijn verantwoordelijkheid dat je door die ervaring wordt bezocht. Jij, jijzelf, schept de ervaring, telkens wanneer en op welke wijze ook je jou Zelf scheidt van je eigen hoogste gedachte over jezelf. Jij, jijzelf, schept de ervaring telkens wanneer je jezelf ontkent; telkens wanneer je afwijst Wie en ‘Wat-je-werkelijk-Bent’, namelijk een deel van Mij, een deel van het Goddelijke Geheel.

Nochtans is ook deze ervaring nooit eeuwigdurend. Dat kan gewoonweg niet, want het is niet Mijn opzet dat je van Mij voor eeuwig en eeuwig gescheiden blijft. Sterker nog, zoiets is een onmogelijkheid, want om een dergelijke gebeurtenis te verwerkelijken zou niet alleen jij moeten ontkennen ‘Wie-je-Bent’, maar Ik – God- eveneens. En dat zal Ik nooit doen. En zolang één van ons beiden vasthoudt aan de waarheid over jou, zal de waarheid uiteindelijk zegevieren’.

 

 

[1] Boeken Neale Donald Walsch

6.0 Slot

In de boeken van Neale Donald Walsch spreekt God zich uit duidelijk uit over het ‘dood-zijn’ en ‘dood-gaan’, want er is veel verwarring en onbegrip over dit werelds onderwerp.
Sommige mensen gaan ervan uit dat met de dood het lichaam én de geest komen te vervallen. Lichaam en geest komen echter niet te vervallen. Het lichaam verandert slechts van vorm, laat zijn meest compacte deel – het fysieke lichaam – achter, maar bewaart altijd zijn uiterlijk voorkomen. Het lichaam ondergaat een vormverandering; de energie van het lichaam zal met zijn uiterlijke verschijningsvorm meereizen naar het hiernamaals. Het ziel(s)(bewustzijn), de geest(bewustzijn) en het (etherisch) lichaam(s)(bewustzijn) – niet het fysieke lichaam zelf – worden aldaar getransformeerd tot één ‘energieklont’. De kennis én de lichamelijke en geestelijke ervaringen opgeslagen in alle lichaamscellen en chakra- en aurasystemen zullen bewaard blijven en overgedragen worden aan het Hiernamaals. Je bent dus een vormveranderaar, zowel tijdens de ‘heenreis’ als de ‘terugreis’!
De geest of het verstand (niet te verwarren met het brein) gaat ook mee, zich aansluitend bij de ziel en het etherisch lichaam [1] om uiteindelijk als één energiemassa met drie dimensies of facetten te verschijnen in het Hiernamaals; het Rijk van het Absolute, (voorlopig) Hemelrijk of (Red.) nog wat genuanceerder uitgedrukt, ‘Je komt voorlopig terecht in de chandra-loka (voorlopige hemelrijk; afhankelijk van de levenservaringen en -verwachtingen van de ziel) waar de ziel zowel vreugde als lijden (‘alles’) kan ervaren om na ontelbare reïncarnaties uiteindelijk – via het surya loka –  het Brahma-bewustzijnstoestand te bereiken, c.q. binnen te gaan’.   

‘Het Bewustzijn van de Macrorealiteit; het Rijk van het Absolute’

Sterven is dus terugkeren naar het Bewustzijn van de Macrorealiteit! De macrorealiteit is niet meer dan een microrealiteit, die weer een klein deel is van een nog veel grotere realiteit. De dood is voor de ziel dan ook een glorieus moment, een prachtige ervaring. Nu kan de ziel naar haar natuurlijke, oorspronkelijke vorm terugkeren, naar haar normale toestand. Er is een ongelooflijke lichtheid; een toestand van volkomen vrijheid; onbeperktheid is het juiste woord. Er is een bewustzijn van eenheid die tegelijk zegenrijk en subliem is. Het is onmogelijk voor de ziel om spijt te voelen over die verandering; het ‘dood-gaan’. Het is een terugkeer naar Huis!

Sai Baba adviseert ons altijd aan de dood te denken. Sommige mensen zullen zich wellicht afvragen wat daar de zin van is. Je leeft er immers geen moment langer door, maar Sai Baba benadrukt dat nadenken over de dood je leven sterk kan veranderen. Het zal je de betrekkelijkheid van het aardse leven doen inzien en je aanzetten tot het doen van goede daden en het vermijden van schadelijke handeling [2]. Want als je God wilt bereiken wacht dan niet tot het laatste moment. Denk niet dat je altijd nog op het laatst van je leven berouw kunt hebben over je zonden en zo toch nog één kunt worden met God. Het lukt je namelijk niet om je bij het sterven op God te richten, wanneer je dat niet al je hele leven hebt gedaan. Bij het sterven zullen je gedachten en gevoelens zich richten op dat wat tijdens je hele leven het belangrijkste voor je is geweest.

Sai Baba:De mens zou niet moeten sterven als een kat of een hond. Hij zou bij het verlaten van de wereld beter en gelukkiger moeten zijn dan toen hij erop kwam. Hij moet weggaan vol dankbaarheid voor de kans die hem gegeven is om God te ervaren in alles wat hij zag, hoorde, aanraakte, rook en proefde. We zouden zo moeten leven. Maar dit vereist een levenslange oefening en een diep geloof’.

[1] Het etherische lichaam volgt de contouren van ons fysieke lichaam. Het etherisch lichaam is de blauwdruk van ons fysiek lichaam. De laag die het etherisch lichaam beslaat is ongeveer een halve tot vier, vijf centimeter in dikte.
[2] Boek ‘Bevrijding komt niet uit de hemel vallen’Wim G.J. van Dijk

Hans Zevenboom

 

Link: https://www.millennium-visie.org/site/nieuwsbrief/331-sai-baba-de-dood-en-het-hemelrijk