Kanker van de dikke darm en het rectum is één van de dodelijkste vormen van kanker en heeft de laatste jaren een groeiend aantal jonge mensen getroffen. In de grootste registratiestudie tot nu toe hebben onderzoekers van het Karolinska Institutet in Zweden en de Harvard University in de VS een mogelijk verband aangetoond tussen colorectale poliepen bij naaste familieleden en het risico op het ontwikkelen van colorectale kanker. De studie, die is gepubliceerd in het British Medical Journal, heeft mogelijk gevolgen voor de screeningsprocedures in verschillende landen.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is colorectale kanker de op één na dodelijkste vorm van kanker ter wereld. Naast leefstijlfactoren, zoals overgewicht en een zittend leven, die het ziekterisico verhogen is er ook een erfelijke factor bekend.
De meeste mensen bij wie de ziekte wordt vastgesteld, zijn ouder dan 65, maar in een groeiend aantal landen neemt het aandeel van de getroffen jongeren toe.
Lokale colorectale kanker kan met een goede prognose worden behandeld; de vooruitzichten zijn echter veel slechter voor patiënten met uitzaaiingen.
In Zweden krijgen 65-plussers een colonoscopiescreening aangeboden, maar er is meer kennis nodig over welke personen dit profylactische onderzoek moeten krijgen.
De ziekte wordt voorafgegaan door poliepen in het slijmvlies van de dikke darm. Onderzoekers van Karolinska Institutet en Harvard University hebben nu de grootste registerstudie tot nu toe uitgevoerd naar de relatie tussen colorectale kanker en het hebben van een eerstegraads familielid (d.w.z. ouders en broers en zussen) met een colorectale poliep.
De studie omvatte 68.060 patiënten met colorectale kanker en 333.753 gezonde controles die overeenkwamen op parameters zoals leeftijd en geslacht. Gegevens over colorectale kanker en poliepen zijn afkomstig van het ESPRESSO-cohort (Epidemiology Strengthened by Histopathology Reports in Sweden).
Alle andere patiëntgegevens zijn afkomstig uit Zweedse gezondheidsregisters. De onderzoekers hielden ook rekening met de erfelijkheid van dikkedarmkanker.
Ze ontdekten dat ongeveer 8,4 procent van de deelnemers met colorectale kanker een broer, zus of ouder had met colorectale poliepen, tegen 5,7 procent van de controlegroep.
De resultaten tonen aan dat erfelijkheid voor colorectale poliepen een 40 procent verhoogd risico op colorectale kanker geeft. De onderzoekers vonden wat verschillende erfelijke risicorelaties lijken te zijn.
“Het risico was dubbel bij mensen met ten minste twee eerstegraads familieleden met poliepen of een eerstegraads familielid bij wie vóór de leeftijd van 60 jaar een colorectale poliep werd gediagnosticeerd” zegt de hoofdauteur van de studie, Mingyang Song, onderzoeker aan de Harvard University.
Een zwak punt van het onderzoek is het gebrek aan informatie over andere risicofactoren van colorectale kanker, zoals leefstijlfactoren en de grootte en verspreiding van de poliepen. Er is nu meer onderzoek nodig om de resultaten te bevestigen.
“Als aanvullende onderzoeken een verband aantonen tussen een familiegeschiedenis van poliepen en het risico op colorectale kanker, is het iets om rekening mee te houden in de screeningaanbevelingen, vooral voor jongere volwassenen”, zegt Jonas F. Ludvigsson, kinderarts aan het Orebro University Hospital en professor bij de afdeling medische epidemiologie en biostatistiek, Karolinska Institutet. “Ik hoop echt dat deze studie artsen in Zweden en elders kan helpen bij het identificeren van patiënten met een hoger risico op colorectale kanker.”
De studie werd gefinancierd door de National Institutes of Health en de American Cancer Society. Jonas F. Ludvigsson leidt een niet gerelateerde studie in opdracht van de Zweedse kwaliteitsregistratie IBD (SWIBREG), gefinancierd door Janssen. Er zijn geen andere gerapporteerde belangenconflicten.
Vertaling: Andre Teirlinck