Gebromeerde vlamvertragers kunnen zorgen voor vroege ontwikkeling van de borstklieren
Gebromeerde vlamvertragers (BFR’s) zitten in meubelen, elektronica en keukenapparatuur om de verspreiding van vlammen, in geval van brand, te vertragen. Echter, het is aangetoond dat deze moleculen kunnen leiden tot een vroege ontwikkeling van borstklieren, hetgeen gelinkt is aan een verhoogd risico op borstkanker. De studie hiernaar, door professor Isabelle Plante van het Institut national de la recherche scientifique (INRS) haalde de cover van de februari uitgave van het blad Toxicological Sciences.
Deel van de vlamvertragers zijn endocriene verstoorders, dat wil zeggen, ze verstoren het hormonale systeem. Aangezien ze niet direct gebonden zijn aan het materiaal waaraan ze zijn toegevoegd, ontsnappen de moleculen gemakkelijk. Vervolgens worden ze gevonden in huisstof, de lucht en in voedsel.
Deze blootstelling kan problemen veroorzaken voor borstklieren omdat hun ontwikkeling in hoge mate gereguleerd wordt door hormonen. “BFR’s vormen een significant risico, voornamelijk in gevoelige periodes, van de periode in de baarmoeder tot de puberteit en tijdens de zwangerschap”, zegt professor Plante, mede-directeur van het Intersectoral Centre for Endocrine Disruptor Analysis en milieutoxicoloog. Endocriene verstoorders, zoals BFR’s kunnen hormonen imiteren, en zo ervoor zorgen dat cellen onjuist reageren.
De effecten van blootstelling in de omgeving
In hun experimenten, stelde het onderzoeksteam vrouwelijke knaagdieren bloot aan een mix van BFR’s, gelijk aan dat wat gevonden wordt in huisstof, voorafgaand aan het voortplanten, tijdens de zwangerschap, en gedurende de lactatie. Biologen waren in staat om de effecten te observeren bij de nakomelingen in twee stadia van ontwikkeling en bij de moeders.
Bij prepuberale ratten, merkte het team op dat er een vroege ontwikkeling was van borstklieren. Bij puberale ratten, toonden de resultaten, gepubliceerd in 2019, een deregulatie van communicatie tussen cellen. Dezelfde consequenties werden geobserveerd bij vrouwelijke dieren in een studie uit 2017. Al deze effecten worden geassocieerd met een verhoogd risico op borstkanker.
Professor Isabelle Plante merkt op dat de pieken qua blootstelling bij mensen werden geobserveerd in de vroege jaren 2000. “Jonge vrouwen blootgesteld aan BFR’s in de baarmoeder en gedurende de borstvoeding, zijn nu in het vroege stadium van vruchtbaarheid. Hun moeder zijn in de vijftig, een periode met een verhoogd risico op borstkanker”, zegt professor Plante. Dat is waarom het team momenteel endocriene verstoorders gerelateerd tot predispositie voor borstkanker bestudeerd, gefinancierd door de Breast Cancer Foundation en de Cancer Research Society.
Debat over wetgeving
In alle drie de studies, werden de meeste effecten gezien bij blootstelling aan de laagste dosis, van stof, en niet de hogere doses. Deze observatie roept vragen op over de huidige wetgeving met betrekking tot endocriene verstoorders. “Om de ‘veilige’ dosis te evalueren, geven de experts een toenemende dosis en identificeren deze, als ze een effect zien, als de maximum dosis. Met endocriene verstoorders, zouden de lange-termijn consequenties veroorzaakt worden door de lagere doses”, aldus professor Plante.
Hoewel dit tegenstrijdig lijkt, komt deze observatie door het feit dat hoge doses een toxische reactie uitlokken in de cellen. Wanneer het lichaam wordt blootgesteld aan lagere doses, gelijk aan de concentratie hormonen in ons lichaam, bestaan de gevolgen meer met betrekking tot deregulatie van het hormonale systeem.
Vertaling: Arnoud