Ontbossing, bepaalde vormen van herbebossing en commerciele palmplantages gaan gelijk op met toenemende uitbraken van infectieziekten, zoals aangetoond in een nieuwe studie in Frontiers in Veterinary Science. Deze studie toont nieuw, wereldwijd inzicht in hoe veranderingen in bosbedekking in potentie bijdragen aan door vectoren overgedragen ziekten, zoals die overgebracht worden door muggen en teken, alsmede zoönotische ziektes als Covid-19, die van dieren naar mensen oversprong. Vooral de uitbreiding van palmolieplantages komen overeen met aanzienlijke stijgingen van door vectoren overgedrageninfectieziekten.
“We weten nog niet precies welke ecologische mechanismen in het spel zijn, maar we veronderstellen dat plantages, zoals palmolie, ontwikkeld worden ten koste van natuurlijke bosgebieden, en herbebossing is voornamelijk monospecifiek bosgebied ten koste van grasland,” zegt hoofdauteur dr. Serge Morand, die werkzaam is bij het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS), het French Agricultural Research Centre for International Development (CIRAD), en de Kasetsart University in Thailand.
Grondgebruik en ziekteuitbraken
Ontbossing wordt breed geassocieerd met een negatieve impact op biodiversiteit, het klimaat en menselijk welzijn in het algemeen. Ontbossing in Brazilie wordt al in verband gebracht met malaria epidemieën, maar de wereldwijde consequenties van ontbossing en veranderingen in bosbedekking voor de menselijke gezondheid en epidemieën is nog niet in detail onderzocht.
Om deze gevolgen beter te begrijpen, keken Morand en zijn collega’s naar veranderingen in bosbedekking in de hele wereld tussen 1990 en 2016. Daarna vergeleken ze deze resultaten met de lokale bevolkingsdichtheden en uitbraken van door vectoren overgedragen en zoönotische ziektes. Ze keken ook specifiek naar herbebossing – waaronder vervanging van natuurlijk grasland en ontvolking van landbouwgrond. Verschillende eerdere studies claimden dat zowel bos omzetting als palmolieplantages waarschijnlijk een rol spelen bij het verder verspreiden van ziekte vectors.
Vroegere hypothesen bevestigend, ontdekten ze dat zowel ontbossing als herbebossing aanzienlijk correleerden met ziekteuitbraken. Ze ontdekten een sterk verband tussen ontbossing en epidemieën (zoals malaria en Ebola) in tropische landen als Brazilie, Peru, Bolivia, de Democratische Republiek Congo, Kameroen, Indonesie, Myanmar en Maleisie. Daar tegenover staat dat in gematigde streken als de VS, China en Europa, duidelijke verbanden zijn aangetoond tussen herbebossingsactiviteiten en door vectoren overgedragen ziekten als de ziekte van Lyme.
Hun werkwijze maakte geen onderscheid tussen verschillende soorten herbebossingsactiviteiten, maar ze vonden een significante stijging van ziekteuitbraken in landen met uitbreidende palmolieplantages. Dit was vooral opvallend in gebieden in China en Thailand, waar relatief weinig ontbossing plaatsvond. Deze gebieden bleken vooral gevoelig voor door muggen overgedragen ziekten als dengue, zika en gele koorts.
Gezonde bossen voor een gezonde planeet
Deze uitkomsten tonen aan dat zorgvuldig bos management een cruciaal component is ter voorkoming van toekomstige epidemieën. Commerciële plantages, ontvolking en grasland conversie naar bossen zijn potentieel schadelijk en geen vervanging voor het behoud van ‘s werelds bestaande bossen.
“We hopen dat deze uitkomsten beleidsmakers zullen helpen met de erkenning dat bossen bijdragen aan een gezonde planeet en gezonde mensen, en dat regeringsinstanties herbeplanting en landbouwconversie van grasland moeten vermijden,” zegt Morand. “Tevens willen we onderzoek aanmoedigen naar hoe gezonde bossen ziekten reguleren, waardoor beboste en beplante gebieden beter gemanaged worden door het afwegen van hun multidimensionale waarde voor lokale bevolkingsgroepen, behoud en bescherming, en beperking van klimaatverandering.”
Vertaling: Ellen Lam