Een internationale samenwerking onder leiding van onderzoekers van iPSYCH heeft genetische varianten gevonden die het risico op agressie bij kinderen met ADHD verhogen. In dezelfde studie ontdekten de onderzoekers ook dat de genetica die de agressie bij sommige kinderen met ADHD verhoogt, dezelfde zijn die agressie bij kinderen zonder diagnose beïnvloedt.
Voor het eerst hebben onderzoekers posities in het genoom gevonden die het risico op ADHD met disruptieve gedragsstoornissen (DBD’s) vergroten. DBD’s zijn kinderpsychiatrische stoornissen die worden gekenmerkt door antisociaal en agressief gedrag. De bevindingen zijn ontdekt door het Deense iPSYCH-consortium en het Psychiatric Genomics Consortium.
De resultaten kunnen worden gebruikt om inzicht te krijgen in de biologie die leidt tot ADHD met DBD’s, die 20 tot 30 procent van de kinderen met ADHD hebben.
De onderzoekers analyseerden het genoom van 3.802 kinderen met ADHD en DBD’s en 31.305 zonder en identificeerden drie specifieke locaties in het genoom die het risico op ADHD met DBD’s verhogen. Een bepaalde genetische variant op chromosoom 11 verhoogt het risico op het agressief gedrag.
De nieuwe studie laat ook zien dat het agressief gedrag bij kinderen met ADHD en DBD’s gedeeltelijk kan worden verklaard door genetica.
“We hebben onze resultaten ook vergeleken met de resultaten van een ander groot genetisch onderzoek naar agressie bij kinderen die geen kinderpsychiatrische stoornis hebben. We ontdekten dat de genetica die betrokken is bij ADHD met DBD’s in hoge mate wordt gedeeld met de genetica die betrokken is bij agressie bij de algemene bevolking”, zegt Ditte Demontis, één van de onderzoekers. Ze is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Aarhus en maakt deel uit van het iPSYCH-onderzoeksproject waar een groot deel van de gegevens die in het onderzoek werden gebruikt vandaan kwamen.
“Met andere woorden, de genetica die agressie beïnvloeden bij kinderen met ADHD met DBD’s zijn dezelfde als de genetica die ten grondslag liggen aan agressie in het algemeen. Kinderen met ADHD met gedragsstoornissen hebben pech gehad en hebben veel van de genetische varianten gekregen met het risico op agressief gedrag”, zegt Ditte Demontis.
De resultaten werden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications.
“De resultaten van onze studie hebben een klein deel van de biologische mechanismen in het lichaam onthuld die betrokken zijn bij ADHD met DBD’s”, zegt Ditte Demontis.
ADHD en DBD’s zijn beide complexe aandoeningen waarbij zowel de omgeving als de genetica het risico beïnvloeden.
“Het genetisch risico bestaat uit veel genetische varianten, die elk het risico iets verhogen. Dit betekent dat de genetische varianten die we in deze studie hebben geïdentificeerd slechts het topje van de ijsberg vertegenwoordigen”, zegt Ditte Demontis, en benadrukt dat dit slechts de eerste stap is op weg naar een volledig begrip van de biologische mechanismen die ten grondslag liggen aan ADHD bij DBD’s.
De onderzoeksresultaten – meer informatie.
De studie is een genoombrede associatiestudie. Dat wil zeggen, een studie waarin genetische varianten verspreid over het hele genoom (meer dan acht miljoen genetische varianten in elk persoon) worden geanalyseerd om varianten te identificeren die oververtegenwoordigd zijn bij mensen met ADHD met DBD’s in vergelijking met mensen die de aandoeningen niet hebben.
Vertaling persbericht Andre Teirlinck