Een psychobiologische studie onder leiding van de Complutense Universiteit van Madrid (UCM) naar persoonlijke identiteit en de wijziging ervan in de loop van de tijd parallel aan de veranderingen die individuen ervaren, heeft aangetoond dat de essentie van ons wezen in de loop van de jaren grotendeels stabiel blijft.
“In ons onderzoek hebben we geprobeerd de vraag te beantwoorden of we ons hele leven dezelfde persoon zijn. In combinatie met de eerdere literatuur geven onze resultaten aan dat er een component is die stabiel blijft terwijl een ander deel gevoeliger is voor verandering in de tijd. ”, legt Miguel Rubianes uit, een onderzoeker bij de afdeling Psychobiologie en Gedragswetenschappen Methodologie aan de UCM en het Centrum voor Menselijke Evolutie en Gedrag (UCM-ISCIII).
De ‘continuïteit van het zelf’ – het vermogen tot zelfbewustzijn en zelfherkenning – blijft stabiel, terwijl andere componenten, zoals fysieke aspecten, fysiologische processen en zelfs attitudes, overtuigingen en waarden, sneller kunnen veranderen.
Zelfs componenten zoals persoonlijkheidskenmerken hebben de neiging om in de loop van de jaren enigszins te veranderen, maar “het gevoel van zichzelf te zijn blijft behouden, waardoor ons begrip van de menselijke natuur wordt verbeterd”, aldus Rubianes.
De studie, gepubliceerd in Psychophysiology, bepaalde ook hoe lang het duurt voordat de hersenen onze eigen persoonlijke identiteit als onderscheidend ten opzichte van anderen herkennen: ongeveer 250 milliseconden.
Mogelijke toepassing bij de diagnose van psychische aandoeningen
Om deze studie uit te voeren, werden de hersenactiviteit en gebeurtenis gerelateerde hersenpotentialen van twintig deelnemers geregistreerd door middel van elektro-encefalografie (EEG) wanneer ze stimuli kregen en bij het uitvoeren van identiteits- en leeftijdsherkenningstaken.
De vraag naar de menselijke aard en de basis van het zelf wordt al sinds het begin van de filosofie gesteld en is onderwerp van onderzoek geweest in verschillende disciplines, waaronder antropologie en psychologie.
Volgens de UCM-onderzoeker kunnen veranderingen in de perceptie van het zelf ten grondslag liggen aan verschillende persoonlijkheidsstoornissen, zoals bipolaire stoornis en narcistische persoonlijkheid, en zelfs aan andere psychische aandoeningen zoals schizofrenie en depressie.
Met betrekking tot de toepassingen van deze resultaten: “Dit toont het belang aan van zowel fundamenteel als klinisch onderzoek in de studie van de rol van persoonlijke identiteit, aangezien dit een veel belangrijker concept belooft te worden dan eerder werd gedacht en mogelijk een fundamentele rol speelt in psychologische evaluatie en interventieprocessen ”, concludeerde Rubianes.
Links
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/psyp.13692