Het Europees Parlement heeft vandaag gestemd tegen een verbod op het gebruik van productnamen als ’veggieburger’ en ‘veganistische worst’, maar vóór een verbod op omschrijvingen als ‘plantaardig alternatief voor yoghurt’.
Het Europees Parlement heeft besloten om de reeds bestaande beperkingen op zuivelgerelateerde namen verregaand te verstrengen. Termen als ‘amandelmelk’ en ‘veganistische kaas’ zijn al verboden op producten in de EU, maar het aangenomen amendement 171 gaat nog verder en verbiedt ook het gebruik van beschrijvende termen als ‘yoghurtstijl’ en ‘kaasalternatief ‘ voor zuivelalternatieven.
In zijn meest extreme interpretatie zou de maatregel zelfs een verbod kunnen betekenen op het gebruik van gegevens om aan te tonen dat een product bijvoorbeeld ‘de helft van de CO2-uitstoot van boter veroorzaakt’, aangezien dit zou kunnen worden gezien als het ‘uitbuiten van de reputatie’ van zuivel.
Veerle Vrindts, directeur van ProVeg Nederland, zei: “Hoewel we de stem van het Europees Parlement tegen het invoeren van een verbod op vleesnamen voor plantaardige producten verwelkomen, betreuren we het ten zeerste dat het heeft gestemd voor zulke vergaande en schadelijke beperkingen op plantaardige alternatieven voor zuivelproducten. Het is moeilijk voorstelbaar hoe het Europees Parlement zo’n positieve positie in één gebied kon innemen, en een dergelijke negatieve positie in het andere.”
“Het al bestaande verbod op plantaardige zuivelnamen wordt door dit amendement tot in het extreme doorgetrokken. Zelfs een zo duidelijk ondubbelzinnige omschrijving als ‘plantaardig alternatief voor yoghurt’ is volgens deze stemming niet toegestaan. Dit toont eens te meer aan dat deze regels niets te maken hebben met consumentenbescherming, en alles met marktbescherming voor de intensieve veehouderij. Het belang van miljoenen EU-consumenten om bekende plantaardige alternatieven voor zuivelproducten te kiezen, legt het Parlement naast zich neer”
“Dit is ook een grote klap voor de plantaardige voedingssector, een van de meest innovatieve en duurzame in de bredere Europese voedingsindustrie. Producenten van plantaardige zuivel kunnen nu worden opgezadeld met aanzienlijke financiële lasten en praktische uitdagingen rond het hernoemen, rebranding en remarketing van producten en het potentieel van hoge juridische kosten.”
Er is nog hoop dat het voorstel uiteindelijk geen wetgeving zal worden. De Europese Commissie en de Europese Raad moeten beiden ook nog over de kwestie beslissen. Er is ook een kleine kans dat de GLB-hervorming, waarvan dit voorstel slechts een klein onderdeel vormt, bij een stemming later vandaag in zijn geheel valt – in dat geval gaat alles, inclusief het verbod, terug naar de tekentafel.
ProVeg zal zich blijven inzetten om het gezond verstand in dit debat te laten overwinnen. We roepen de lidstaten op om te werken aan een oplossing die prioriteit geeft aan de noodzaak van een duurzamer voedselsysteem.
ProVeg blijft optimistisch over de langetermijnperspectieven van de sector. Vrindts: “Verbod of geen verbod, we hebben er alle vertrouwen in dat de plantaardige sector zal blijven innoveren en bloeien. De wereldwijde vraag naar plantaardig voedsel is simpelweg niet te stoppen. Je kunt een woord wel verbieden, maar vooruitgang niet.”