Moeders doen melding van milde tot hoge aan COVID-19 gerelateerde angst- en slapeloosheidniveaus in onderzoek door de universiteit van Ben-Gurion
Veel moeders merken een toename van slapeloosheid en milde tot hoge niveaus van acute COVID-19 angst, volgens een nieuwe studie door onderzoekers aan de Ben-Gurion universiteit van het Negev en de Max Stern Yezreel Valley College in Israel.
“Voor het eerst richtten we ons in dit onderzoek op de consequenties van de COVID-19 pandemie en de quarantaines op maternale angst, slapeloosheid, en meldingen over slaapproblemen onder kinderen tussen 6 en 72 maanden oud,” zegt prof. Liat Tikotzky, hoofd van het BGU Parenting, Child Development and Sleep Lab en lid van de BGU Department of Psychology. De onderzoeksresultaten werden gepubliceerd door het vakblad Sleep Research.
De resultaten lieten zien dat maternale klinische slapeloosheid (Insomnia Severity Score > 15) tijdens de COVID-19 pandemie meer dan verdubbelde tot 23% tijdens de pandemie, vergeleken met slechts 11% vóór de pandemie. Ca. 80% van de moeders meldden ook milde tot hoge angstniveaus door de huidige COVID-19.
Voor dit onderzoek werd de moeders gevraagd zelf een vragenlijst in te vullen refererend aan twee tijdstippen: a) terugkijkend naar een of twee maanden voordat COVID-19 uitbrak in Israel, en b) tijdens het verplicht thuisblijven. Daarna berekenden de onderzoekers een representatieve score van de waarneming van veranderingen in de slaapkwaliteit van de moeders.
“We constateerden dat moeders die een toename van slapeloosheidssymptomen meldden, aanzienlijk hogere acute COVID-19 angstniveaus hadden dan moeders die geen veranderingen meldden in slapeloosheidssymptomen; tevens werden er geen groepsverschillen ontdekt in hun normale (karakteristieke) angstniveaus, waarmee aangetoond kan worden dat de huidige angsten zouden kunnen bijdragen tot verhoging van de ernst bij slapeloosheidssymptomen,” zegt prof. Tikotzky.
Daarnaast ontdekten de onderzoekers dat ca. 30% van de moeders een negatieve verandering in de slaapkwaliteit van hun kinderen bemerkten en een vermindering van de slaapduur. Er moet echter vermeld worden dat de meerderheid van de moeders geen verandering rapporteerden in de slaapkwaliteit, duur, en gewoontes van hun kind en zagen het slapen van hun kind niet als problematisch. Bovendien meldde 12% van de moeders zelfs een positieve verandering in de slaapkwaliteit van hun kind, en 25% meldde een verhoging van de slaapduur.
Uiteindelijk stelden de onderzoekers vast dat moeders die hogere slapeloosheidsscores meldden ook meer rapporteerden dat hun kinderen slechter en korter sliepen. Dit is consistent met eerdere studies die een significante verbinding aantoonden tussen maternale en kinderslaapkwaliteit in normale omstandigheden.
De uitkomsten benadrukken het belang van nader onderzoek naar familiale weerstandsfactoren die de verschillende responses zou kunnen verklaren in de slaappatronen van moeders en kinderen in tijden van crisis. Dit is vooral belangrijk gezien de grote rol die slaap speelt bij de ontwikkeling van kinderen en het ouderlijk functioneren.
Vertaling: Ellen Lam