Nadere bestudering van het hongerhormon ghrelin toont aan dat het invloed heeft op hoe vaak dieren eten; zonder dit hormoon kunnen ze vergeten wanneer ze voor het laatst hebben gegeten. Het onderzoek werd gepubliceerd in de uitgave van Current Biology op 17 september.
Dieren en mensen hebben het hormon ghrelin in hun maag. Ghrelin vertelt dieren, maar ook mensen, dat ze honger hebben en helpt bij het reguleren van hun stofwisseling, maar wetenschappers hebben nooit kunnen ontdekken hoe het precies werkte. Om meer te weten te komen over hoe ghrelin het hongergevoel, metabolisme en geheugen beinvloedt, werkten onderzoekers van USC Dornsife College of Letters, Arts and Sciences samen met internationale wetenschappers aan een onderzoek op ratten.
Zij verstoorden de mogelijkheid van het ghrelin hormoon om met de nervus vagus te communiceren (een zenuw dat signalen zendt vanuit de darmen naar de hersenen) en observeerden de impact hiervan op voedings- en cognitief gedrag. De ratten waren niet bang, maar ze begonnen vaker te eten, zegt hoofd- en corresponderend auteur Scott Kanoski, hoofddocent Biological Sciences bij USC Dornsife.
Het gebrek aan ghrelin signalering naar de nervus vagus “verstoorde niet alleen de bloedglucoseregulering, maar genereerde ook gewichtstoename,” zegt Kanoski.
“Maar het leek geen gevolgen te hebben op hoeveel voedsel ze aten,” voegde hij toe. In plaats daarvan “verhoogden ze hun eetfrequentie, zodat ze meer voedsel consumeerden en dat compenseerden ze door grootte van hun porties te verkleinen.”
“We denken dat de verhoogde eetfrequentie verband houdt met hun geheugenstoornis. De herinnering van wanneer je het laatst gegeten hebt zal invloed hebben op hoe snel je weer gaat eten. In ons onderzoek zorgde het ervoor dat de ratten eerder gingen eten,” zegt Kanoski.
Hoewel de ratten zich konden herinneren wáár ze te eten hadden gekregen, bleken ze vergeten te zijn wàt ze zojuist hadden gegeten. Hun magen deden ook langer over de vertering.
“Een bepaald soort geheugen van de dieren, genaamd episodisch geheugen, werd aangetast,” zegt co-auteur van het onderzoek Elizabeth Davis, post-doctoraal onderzoeker in het Kanoski lab bij de USC Dornsife. “Dit is het soort geheugen dat helpt bij de herinnering aan de eerste schooldag, of wat je gisteren voor ontbijt hebt gegeten.”
Davis zegt dat wetenschappers proberen om meer over de ghrelin signalering via de nervus vagus te weten te komen, omdat dit de onderzoekers kan helpen bij het ontwikkelen van betere therapieën voor stofwisselingsgerelateerde ziektes, zoals obesitas en diabetes of andere metabolische ziekten, alsmede andere ziektes zoals epilepsie en de ziekte van Alzheimer.
Maar, “heel veel nader onderzoek is nodig om te ontdekken op welke manier de manipulatie door ghrelin signalering via de nervus vagus waardevol kan zijn in menselijke medicijnen,” zegt Davis, die kort geleden USC verlaten heeft voor een privaat farmaceutisch bedrijf na afronding van haar postdoctorale graad in biologische wetenschappen.
Links
http://dx.doi.org/10.1016/j.cub.2020.08.069
vertaling: Ellen Lam