Bacteriën en andere micro-organismen in het spijsverteringskanaal zijn in verband gebracht met tientallen gezondheidsproblemen, waaronder hoge bloeddruk, hoge bloedlipiden en body mass index (BMI), volgens onderzoek dat vandaag is gepresenteerd op ESC Congress 2020.
“Onze studie geeft aan dat microbiota een belangrijke rol zou kunnen spelen bij het handhaven van de gezondheid en ons zou kunnen helpen bij het ontwikkelen van nieuwe behandelingen”, zei studie auteur dr. Hilde Groot van het Universitair Medisch Centrum Groningen, Nederland.
Het menselijke darmmicrobioom is het geheel van micro-organismen (in het algemeen bacteriën en eencellige organismen die archaea worden genoemd) en hun collectieve genetische materiaal dat aanwezig is in het spijsverteringskanaal. Kleinschalige studies hebben een verband gesuggereerd tussen het darmmicrobioom en individuele ziekten.
Deze studie onderzocht voor de eerste keer meerdere ziekten en andere kenmerken in één cohort – en onthulde de duizelingwekkende mate waarin het microbioom ziekte en gezondheid beïnvloedt. De analyse gebruikte genetische gegevens als een proxy voor de samenstelling van het microbioom.
Dr. Groot legde uit: “Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de samenstelling van het menselijke darmmicrobioom gedeeltelijk kan worden verklaard door genetische varianten.
Dus in plaats van direct de samenstelling van het microbioom te meten, hebben we genetische veranderingen gebruikt om de samenstelling te schatten. ”
De studie omvatte 422.417 niet-verwante individuen in de Britse biobank die genotypering hadden ondergaan om hun genetische samenstelling te identificeren. Er werd ook informatie verzameld over een breed scala aan ziekten en andere kenmerken, waaronder BMI en bloeddruk. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 57 jaar en 54% was vrouw.
De onderzoekers ontdekten dat hogere niveaus van elf bacteriën (geschat op basis van genetische gegevens) geassocieerd waren met in totaal 28 gezondheids- en ziekteresultaten. Deze omvatten chronische obstructieve longziekte (COPD), atopie (een genetische neiging om allergische ziekten zoals astma en eczeem te ontwikkelen), frequentie van alcoholgebruik, hoge bloeddruk, hoge bloedlipiden en BMI.
Om een voorbeeld te geven: hogere niveaus van het geslacht Ruminococcus werden in verband gebracht met een verhoogd risico op hoge bloeddruk.
Met betrekking tot alcoholgebruik zei dr. Groot: “Wat we eten en drinken is verbonden met het microbioomgehalte, dus hebben we de verbanden met vlees, cafeïne en alcohol bestudeerd. We zagen een verband tussen verhoogde niveaus van Methanobacterium en vaker alcohol drinken. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit een verband is, geen causaal verband, en dat er meer onderzoek nodig is. ”
Een echte kracht van het onderzoek was het uitvoeren van een brede analyse bij dezelfde groep mensen. Dr. Groot zei: “Gezien het feit dat de resultaten werden waargenomen in één cohort, ondersteunt dit voorzichtig het idee dat microbiota en de stoffen die ze produceren (metabolieten genaamd) verbanden leggen tussen talrijke ziekten en aandoeningen. De bevindingen kunnen helpen bij het identificeren van gemeenschappelijke paden. Desalniettemin is er meer onderzoek nodig (bijvoorbeeld in andere cohorten) om onze bevindingen te valideren. ”
Ze concludeerde: “Vervolgonderzoek is nodig om causaliteit te onderzoeken alvorens concreet advies te kunnen geven aan het publiek en de gezondheidswerkers. Deze studie geeft aanwijzingen waar je heen moet. ”
Vertaling persbericht Pieter Tau