Een rapportage van nieuw onderzoek in de uitgave van Current Biology van 24 februari geeft het eerste bewijs dat grijze walvissen mogelijk afhankelijk zijn van een magnetisch zintuig om hun weg te vinden in de oceaan. Dit bewijs komt door de ontdekking dat walvissen meer kans hebben op aanspoelen op dagen met meer zonnevlekken.
Zonnevlekken zijn van belang omdat ze ook in verband staan met zonnestormen – het plotseling vrijkomen van hoogenergetische deeltjes van de zon die magnetisch orientatiegedrag kunnen verstoren als ze interactief worden met de magnetosfeer van de aarde. Maar vooral uniek bij deze studie, was, volgens de onderzoekers, dat ze konden verkennen hoe een zonnestorm de oorzaak zou kunnen zijn waardoor walvissen zelf kunnen stranden.
“Is het mogelijk dat de zonnestormen het magnetisch veld wegduwen waardoor de walvissen incorrecte informatie krijgen – bijvoorbeeld: de walvis denkt dat hij op 4th Street is, maar eigenlijk is hij op 8th?” Vraagt Jesse Granger van Duke University. “Of komt het omdat de zonnestorm de receptor zèlf verstoort – de walvis denkt dat hij op 4th Street is, maar hij is blind geworden?”
“We laten zien dat het mechanisme achter de relatie tussen zonnestormen en grijze walvissen – àls het effect heeft op een magnetische sensor – waarchijnlijk veroorzaakt wordt door verstoring van het zintuig zelf, en geen inaccurate informatie. Dus, om terug te komen op de eerdere metafoor: de tweede grote ontdekking in dit rapport is dat het mogelijk is dat de reden waarom de walvissen zoveel vaker aanspoelen als er zonnestormen zijn, is omdat ze blind zijn geworden, eerder dan dat hun interne GPS ze verkeerde informatie geeft.”
Granger zegt dat haar interesse voor lange-afstandmigraties voor een deel voortkomt uit haar eigen persoonlijke neiging om te verdwalen, zelfs op weg naar de supermarkt. Ze wilde uitzoeken hoe sommige dieren magnetoreceptie gebruiken om te navigeren door te kijken naar incidenten waarbij de navigatie vreselijk fout is gegaan.
“Mijn hypothese was dat door het zoeken naar patronen in de afstand en timing van incidenten waarbij een dier niet in staat was om goed te navigeren, we het zintuig in zijn geheel beter zouden kunnen begrijpen,” zegt Granger.
Samen met haar collega’s bestudeerde ze 186 live strandingen van de grijze walvis (Eschrichtius robustus). Uit de gegevens bleek dat de strandingen veel meer voorkwamen op data met een groot aantal zonnevlekken dan op willekeurig gekozen dagen. Op dagen met veel zonnevlekken was de kans op aanspoelen meer dan verdubbeld.
Verder onderzoek wees uit dat strandingen meer voorkwamen op dagen met een hoge solar radio flux index, gemeten vanaf de aarde, dan op willekeurig gekozen dagen. Op dagen met veel RF ruis was de kans op strandingen meer dan 4x groter dan op willekeurig geselecteerde dagen.
Tot grote verbazing van Granger ontdekten ze geen noemenswaardige toename van strandingen op dagen met grote afwijkingen in het magnetische veld. Al met al suggereren de uitkomsten dat de toename van strandingsincidenten op dagen met meer zonnevlekken komt door een verstoring van de magnetoreceptieve sensor van de walvissen, eerder dan vervorming van het geomagnetische veld zelf.
“Ik dacht werkelijk dat de oorzaak van de strandingen inaccurate informatie zou zijn,” zegt Granger. “Toen die resultaten negatief bleken te zijn, was ik totaal van mijn stuk gebracht. Pas toen een van mijn mede-auteurs erop wees dat zonnestormen ook heel veel radio-frekwentie ruis veroorzaken en ik me herinnerde dat radio-frekwentie ruis magnetische orientatie kan verstoren begonnen de puzzelstukjes op zijn plaats te vallen.”
Granger zegt dat het belangrijk is om te onthouden dat dit niet de enige oorzaak van strandingen is. Er zijn nog steeds veel andere oorzaken van mogelijke strandingen van walvissen, zoals midden-frekwentie scheepssonars.
Granger is nu bezig met het samenstellen van een dergelijke analyse voor verschillende andere walvissoorten op verschillende andere continenten om te kijken of dit patroon voorkomt op een meer wereldwijde schaal. Ze hoopt ook te ontdekken welke informatie deze bredere kijk op strandingen kunnen bieden om meer inzicht te krijgen in het magnetisch zintuig van walvissen.
Vertaling: Ellen Lam