De baby in de baarmoeder wordt blootgesteld aan een breed scala van chemicaliën die voortdurend in onze omgeving terechtkomen. Onderzoekers van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht toonden dit aan in een studie die verscheen in het decembernummer van het gezaghebbende Amerikaanse tijdschrift Environmental Science & Technology. Promovenda Hanna Dusza en hoogleraar Toxicologie Juliette Legler ontwikkelden een robuuste methodologie om de blootstelling van foetussen aan een breed spectrum van hormoonverstorende stoffen in vruchtwater in kaart te brengen. Via deze methode kunnen onderzoekers onbekende hormoonverstorende stoffen identificeren en bestuderen hoe blootstelling aan deze stoffen in de baarmoeder de gezondheid van kinderen kan beïnvloeden. Het onderzoek is een belangrijke stap vooruit in het onderzoek naar hormoonverstorende stoffen.
De afgelopen decennia zijn er honderden, zo niet duizenden synthetische chemicaliën geproduceerd die in ons milieu zijn terechtgekomen. Het gaat om een breed scala van stoffen, van parabenen in persoonlijke verzorgingsproducten, pesticiden in gewassen en levensmiddelen, broomhoudende brandvertragers in meubels, ftalaten en bisfenolen in kunststoffen, en nog veel meer chemicaliën in tal van industriële en consumentenproducten. De bevolking in het algemeen, met inbegrip van zwangere vrouwen, wordt dagelijks blootgesteld aan een grote verscheidenheid van chemische stoffen en er is steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de schadelijke effecten ervan op de menselijke gezondheid.
Natuurlijke hormonen verstoren
Er werd lang gedacht dat de placenta een barrière vormt voor vervuilende stoffen, maar nu is er overtuigend wetenschappelijk bewijs dat er in navelstrengbloed, placenta, vruchtwater en meconium een verscheidenheid aan milieuverontreinigende stoffen voorkomt. Vroegtijdige blootstelling aan hormoonverstorende stoffen is problematisch. “Deze stoffen kunnen het hormoonstelsel van het lichaam verstoren, bijvoorbeeld door natuurlijke hormonen te blokkeren of na te bootsen. Daardoor kunnen ze ontwikkelingsprocessen verstoren die heel precies worden geregeld door hormonale signalen”, zegt senior auteur Juliette Legler. Een ontwikkelende baby in de baarmoeder is bijzonder kwetsbaar voor de blootstelling aan deze stoffen. Bovendien zijn de effecten van vroege blootstelling in verband gebracht met het voorkomen van kanker, diabetes en obesitas, evenals andere ontwikkelings-, voortplantings- en neurologische effecten die lang na de geboorte kunnen optreden.
Opslagplaats voor vervuilende stoffen
“Het onderzoek naar prenatale blootstelling aan vervuilende stoffen en de bijdrage van deze stoffen aan het ontstaan van ziektes staat nog in de kinderschoenen”, zegt hoofdauteur Hanna Dusza. “We weten niet wat veel van deze chemische stoffen zijn en welke effecten ze kunnen hebben op een zich ontwikkelende foetus. Vruchtwater is een opslagplaats voor veel vervuilende stoffen, het kan op een niet-invasieve manier worden verzameld en staat in direct contact met de foetus. Dat maakt het een ideale matrix om de prenatale blootstelling te bestuderen.”
Dusza ontwikkelde een nieuwe methode om chemische stoffen met biologische activiteit in vruchtwater te identificeren. “We hebben een grote verscheidenheid aan vervuilende stoffen uit het vruchtwater gehaald en het extract getest op speciaal ontworpen cellen. Deze cellen produceren licht bij blootstelling aan chemicaliën die zich binden aan hormoonreceptoren, zoals oestrogeen en androgeenreceptoren. We vonden een hoge lichtproductie in de cellen, wat wijst op chemische stoffen met hormoonachtige werking.” Zij ontdekte ook hormoonverstorende stoffen van verschillende chemische klassen, zoals parabenen, triclosan, PFAS, dioxine, bisphenol A (BPA) en het alternatieve bisphenol S (BPS), wat het binnendringen van de placenta en blootstelling van de baby in de uterus bevestigt.
Andere chemische producten
Dusza: “Wat echt verrassend was, was dat we de waargenomen activiteit niet volledig konden verklaren door de aanwezigheid van natuurlijke hormonen in het vruchtwater. De bekende EDC’s die we in deze studie hebben gemeten, droegen ook nauwelijks bij aan de totale respons die we in onze celtesten zagen. Dit betekent dat de resterende activiteit afkomstig kan zijn van andere (niet-geïdentificeerde) chemicaliën of hun metabolieten. In ons huidige onderzoek proberen we de stoffen die verantwoordelijk zijn voor de resterende activiteit aan het licht te brengen.”
Legler: “Deze studie laat zien dat een baby tijdens zijn ontwikkeling wordt blootgesteld aan meer hormoonverstorende stoffen dan we ooit dachten. Het is ontzettend belangrijk om deze onbekende stoffen te identificeren om hun risico voor de baby’s gezondheid te bepalen en maatregelen te treffen om de blootstelling te verminderen.”
Er zijn tal van manieren voor zwangere vrouwen en de bevolking in het algemeen om de blootstelling aan schadelijke stoffen te verminderen. Voor advies over het vermijden van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen zie de volgende (Engelstalige) websites:
• https://www.endocrine.org/topics/edc/what-you-can-do
• https://www.edc-free-europe.org/how-to-avoid-edcs
• https://www.nrdc.org/stories/9-ways-avoid-hormone-disrupting-chemicals
Voor meer informatie over hormoonverstorende stoffen zie de volgende (Engelstalige) website: https://echa.europa.eu/hot-topics/endocrine-disruptors
Met toestemming overgenomen, bron.