Kinderen verwerven belangrijke sociale vaardigheden door interacties met hun ouders. Tot nu toe was het onduidelijk wat er gebeurt in de hersenen van moeder en kind. De ontwikkelingspsychologen Trinh Nguyen en Stefanie Höhl van de Universiteit van Wenen hebben deze vraag in een lopende studie onderzocht. Hoe meer moeders en hun kinderen op elkaar reageerden terwijl ze samen speelden, hoe meer de hersenactiviteiten van beiden aan elkaar werden aangepast. De studie is momenteel gepubliceerd in het vaktijdschrift Cortex.
Wat er in de hersenen van volwassenen gebeurt tijdens sociale interacties wordt momenteel diepgaand onderzocht. De aanpassing van ritmische hersenactiviteit lijkt een bijzonder grote rol te spelen bij interpersoonlijke coördinatie en communicatie. In een huidig project bij het Instituut voor Psychologie voor Ontwikkeling en Onderwijs aan de Universiteit van Wenen hebben Trinh Nguyen en Stefanie Höhl nu de vraag behandeld of moeders en kinderen een aanpassing van hun hersenactiviteiten laten zien wanneer ze samen spelen en welk gedrag een bijzondere bijdrage levert.
Voor het onderzoek lieten Trinh Nguyen, Stefanie Höhl en hun collega’s uit Leipzig kinderen van vijf tot zes jaar oud puzzels oplossen, samen of afzonderlijk met hun moeder, zoals ze dat ook thuis zouden kunnen doen. Tijdens het spel, functionele nabij-infrarood spectroscopie (fNIRS) tegelijkertijd afgeleid hersenactiviteit van moeder en kind.
Deze methode registreert veranderingen in zuurstofverzadiging in hersengebieden die belangrijk zijn voor verschillende aspecten van denken en voelen. De onderzoekers registreerden de hersenactiviteit van moeder en kind in de temporale kwab en frontale hersenen. Activering in deze regio’s hangt samen met het formuleren van gemeenschappelijke intenties, wederzijdse perspectieven en zelfregulering. Deze processen zijn vooral relevant voor sociale interacties en ontwikkelen zich in de voorschoolse leeftijd.
De resultaten laten zien dat de hersenactiviteit van moeder en kind alleen werd aangepast wanneer ze samen de puzzel speelden, en vooral wanneer de twee spontaan op elkaar reageerden. Er was geen synchronisatie als ze zich afzonderlijk aan de taak wijden. De studie toont aan dat aanpassing van hersenactiviteit al een fundamentele rol speelt in sociale interacties in de kindertijd. Trinh Nguyen en Stefanie Höhl willen in toekomstige studies verder onderzoeken of vaders en kinderen op dezelfde golflengte spelen en welke factoren deze aanpassing bevorderen.
Persbericht Universiteit van Wenen