Een hoge inname van aluminiumverbindingen kan onder andere neurotoxisch ontwikkelingsstoornissen veroorzaken evenals schade aan de nieren, lever en botten.
De BfR baseert zijn beoordeling van de aluminiuminname van de bevolking uit voedsel op de nieuwste gegevens rond consumptie en concentratie. Verbruiksgegevens werden verzameld door middel van consumentenonderzoeken en verstrekken informatie welke voedingsmiddelen en hoeveel daarvan wordt gegeten door verschillende consumentengroepen.
De gebruikte gegevens tonen de gemiddelde aluminiumconcentraties in de verschillende voedselcategorieën. Voor niet voedingsproducten, zoals cosmetica of verpakkingen, is de beoordeling van de blootstelling ook gebaseerd op gegevens betreffende aluminium inhoud in de producten. Verder typische toepassingsvormen en hoeveelheden werden in aanmerking genomen.
Voor de risicobeoordeling van aluminiuminname gebruikt de BfR de aanvaardbare wekelijkse inname (TWI) afgeleid van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) van 1 milligram aluminium per kilogram lichaamsgewicht.
Uit de beoordeling van de BfR blijkt dat de aluminiuminname uit voedsel lager is vergeleken met eerdere studies. Voedsel is nog steeds relevant maar niet langer de belangrijkste bron van inname. Indien andere relevante bronnen van aluminium in aanmerking worden genomen, zoals aluminium bevattende cosmetische producten en niet gecoate materialen in contact met voedsel, kan de totale inname de TWI voor alle leeftijdsgroepen uitputten of zelfs overschrijden.
Consumenten kunnen hun aluminiuminname beïnvloeden. Degenen die hun aluminiuminname willen verminderen zouden antiperspirants en tandpasta moeten gebruiken zonder aluminium. Als het op voedsel aankomt, beveelt de BfR een gevarieerd dieet aan evenals afwisselende producten en merken. Dit kan bijdragen aan het verminderen van het risico van permanent hoge aluminiuminname veroorzaakt door individueel sterk vervuilde producten. De BfR beveelt aan, ook om andere redenen, indien mogelijk zuigelingen uitsluitend borstvoeding te geven in de eerste zes maanden van het leven. De BfR adviseert in het algemeen geen aluminiumfolie te gebruiken bij de bereiding en opslag van met name zure en zoute levensmiddelen. Als de bovengenoemde en andere vermijdbare bronnen van inname worden verminderd, wordt verwacht dat de meeste consumenten geen nadelige gevolgen voor hun gezondheid zullen ondervinden.
De BfR beveelt fabrikanten aan passende maatregelen te nemen om de hoeveelheid aluminium in voedsel te verminderen. Deze kunnen bijvoorbeeld omvatten: het gebruik van grondstoffen met een laag aluminiumgehalte of gecoate materialen voor het verwerken en verpakken van voedsel.
Er is nog steeds een hoge mate van onzekerheid bij de risicobeoordeling van aluminium omdat belangrijke gegevens nog ontbreken of anders kunnen worden geïnterpreteerd. Dit betreft bijvoorbeeld de vraag hoeveel aluminium eigenlijk door de huid wordt opgenomen en wat de gevolgen zijn op lange termijn van chronische blootstelling aan aluminium.
Vertalen: Andre Teirlinck