Frank Shallenberger legt in deze video het verschil
uit tussen een vetverbrander en koolhydratenverbrander. Een
vetverbrander verbrandt hoofdzakelijk vet in de mitochondriën
(energiefabriekjes van een cel) en een koolhydratenverbrander
hoofdzakelijk glucose.
Een vetverbrander verbrandt vet direct in de
mitochondriën, een koolhydratenverbrander alleen in een indirect
proces waarbij de vetten eerst worden omgezet in glucose. Frank
stelt ook dat je ook in het midden van de scope kan zitten en deels
een vetverbrander en een koolhydratenverbrander kan zijn.
Je kunt uit laten rekenen of je meer een vet- of
koolhydratenverbrander bent met de zogenaamde RER (Respiratory
Exchange Ratio), deze meet de verhouding tussen het koolstofdioxide
en zuurstofgehalte in je bloed. Is de ratio 1,0 dan verbrand je
alleen koolhydraten en is de ratio 0,7 dan verbrand je alleen
vetten. Zit je ertussenin dan verbrand je beide. Vet heeft meer
zuurstof nodig om omgezet te worden in energie, hierdoor is de ratio
bij vet lager. Als je ouder wordt (en minder actief) dan wordt je
steeds meer een vetverbrander.
Heel actieve mensen verbranden vaak vooral koolhydraten (SHA:
gemiddeld zitten mensen op 0,8 (67% vet, 33% koolhydraten)).
Frank stelt dat afhankelijk van het type dat je bent, je je
voedingspatroon aan zou moeten passen. Als je als een pure
vetverbrander koolhydraten eet, komt er insuline vrij en dat
onderdrukt de vetverbranding, waardoor je je vermoeid gaat voelen.
Ben je een pure koolhydratenverbrander dan kun je
sneller uitgeput raken, omdat in tegenstelling tot vetten,
koolhydraten niet worden opgeslagen in je lichaam. Vooral aan het
eind van de dag, kun je dan een gebrek aan energie krijgen, als je
niet voldoende koolhydraten eet.
Raadpleeg bij medische klachten altijd
eerst een arts
of medisch specialist. De informatie op
deze site is niet bedoeld als vervanging van de diensten of informatie van
medische professionals en/of zorgverlenende instanties, noch kunnen bezoekers diagnostische of therapeutische waarde hechten
aan deze informatie voor de eigen medische situatie of die van
anderen.