ADHD gen kan rol spelen bij gebruik van
verslavende middelen
UNIVERSITEIT VAN BARCELONA.
Volgens een artikel gepubliceerd in het tijdschrift
Translational Psychiatry, van de Nature Publishing Grou, kunnen
sommige variaties in het gen LPHN3 - geassocieerd met
aandachtstekort/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) bij kinderen en
volwassenen aanleiding geven tot kans om te roken, alcoholgebruik,
cannabisgebruik en gebruik van andere verslavende middelen.
De bevindingen zijn gebaseerd op een studie van
ongeveer 2.700 patiënten - kinderen, adolescenten en volwassenen -
uit de Verenigde Staten, Colombia en Spanje, die zal bijdragen tot
het aanbieden van nieuwe genetische hulpmiddelen om de preventie van
verslavend gedrag bij mensen met ADHD te voorkomen.
De nieuwe studie wordt geleid door de experts
Mauricio Arcos Burgos en Maximilian Muenke, van de National
Institutes of Health in Bethesda (Verenigd Staten).
Andere deelnemers aan de studie zijn de experts Bru
Cormand en Noelia Fernàndez, van de Faculteit Biologie en het
Instituut van Biomedicine van de Universiteit van Barcelona (IBUB),
Institut de Recerca de Sant Joan de Déu (IRSJD) en de Rare Diseases
Networking Biomedisch Onderzoekscentrum (CIBERER), Josep Antoni
Ramos Quiroga en Marta Ribasés, van het onderzoeksinstituut Vall
d'Hebron (VHIR) en het geestelijk gezondheidszorg Networking
Biomedical Research Centre (CIBERSAM), en experts van de
Universiteit van Antioquia en de Universiteit Simón Bolivar in
Colombia en andere instellingen.
ADHD: een complexe aandoening die kinderen,
adolescenten en volwassenen treft.
ADHD is één van de meest voorkomende aandoeningen
bij kinderen en adolescenten - de toestand kan blijven tot de
volwassenheid - en zijn eigenschappen zijn hyperactiviteit,
impulsiviteit en aandachtstekort. Eén van de genen gerelateerd aan
ADHD gevoeligheid is LPHN3, dat het eiwit latrophilin 3 codeert,
“een molecule gerelateerd aan de vorming van synaptische
verbindingen tussen bepaalde soorten neuronen, en daarom een goede
kandidaat voor een psychiatrische aandoening", merkt de docent Bru
Cormand, hoofd van de Onderzoeksgroep Neurogenetica van de Faculteit
Biologie van de UB, op.
De verbinding tussen LPHN3 en ADHD is één van de
meest bestudeerde met betrekking tot de etiologie van de stoornis.
Dit gen heeft bovendien een impact op de reactie van de patiënten op
de medicatie, de mate van ernst van de ziekte en storend gedrag.
Echter, tot nu toe is de diepte van de relatie tussen het gen LPHN3
en verslaving aan de stof niet onderzocht.
In de nieuwe studie pasten de experts een
innovatieve statistische methode toe (Recursive-partitioning
Frameworks) waarin klinisch, demografische en genetische informatie
over een specifieke aandoening - in dit geval ADHD- om een andere
co-morbide stoornis (die samen voorkomt), zoals verslaving aan
tabak, alcohol, cocaïne, cannabis en marihuana en anderen te
voorspellen.
Conclusies merken op dat, binnen de groep van
Spaanse patiënten met ADHD, een specifieke variatie van het
LPHN3-gen het risico op nicotine afhankelijkheid verhoogt met 40% .
Volgens de experts zijn de resultaten vergelijkbaar in de gevallen
voor alcohol en illegale drugs, die samen zijn bestudeerd in het
onderzoek.
Waarom gebruiken sommige patiënten verslavende
middelen en andere niet?
Niet alle mensen met ADHD vertonen gedrag met een
verslavend profiel. "We weten nu dat genetica hierin een belangrijke
rol speelt. Dit helpt ons om toekomstige risico's bij kinderen en
volwassenen met ADHD te voorkomen en preventie strategieën te
verbeteren. ADHD-genetica echter zijn divers, er zijn veel betrokken
genen en deze variëren bij de patiënten", merkt Cormand op.
75% van ADHD heeft een genetische basis en de
resterende 25% is gerelateerd aan omgevingsfactoren die kunnen
variëren, volgens de experts. Daarom kunnen externe factoren
relevant zijn in het uiterlijk van verslavend gedrag bij mensen met
ADHD. Bijvoorbeeld, bepaalde leefstijlen of sociale interacties
kunnen een belangrijke rol spelen.
"Ook cocaïne en andere verslavende stoffen
-waarschuwt Cormand- hebben een psychostimulante actie vergelijkbaar
met die in de belangrijkste farmacologische behandeling voor ADHD.
Dit zou verklaren waarom dit in sommige gevallen deze gebruikt
worden door de getroffen mensen als zelfmedicatie omwille van de
'gunstige effecten".
Verslavend gedrag: klinische studies ter verbetering
van preventiemaatregelen
Psychologische en farmacologische behandeling en
psychopedagogische interventie zijn de gecombineerde strategieën die
het meest efficiënt zijn bij ADHD behandeling. In de toekomst zullen
we nieuwe klinische onderzoeken nodig hebben om het belang van
genetica bij ADHD-gevoeligheid en verslavend gedrag dat de
gezondheid van de patiënt kan beïnvloeden te analyseren.
"Het is moeilijk om toegang te krijgen tot patiënten
met een ADHD-diagnose en records van drugsgebruik die toestemming
geven voor deze onderzoeksstudies. Ook in genetische studies moeten
populatiesamples homogeen zijn. Andere problemen zijn de
moeilijkheid om gegevens van alle individuen te verkrijgen, of zelfs
van degenen die kunnen liegen over hun gebruik van verslavende
middelen”, concludeert onderzoeker Noèlia Fernàndez, van de afdeling
Genetica, Microbiologie en Statistiek van de UB, en lid van de IBUB,
CIBERER en IRSJD.
Vertaling: Andre Teirlinck
Op zoek naar een natuurlijke
multivitamine?
Disclaimer
|
Raadpleeg bij medische klachten altijd
eerst een arts
of medisch specialist. De informatie op
deze site is niet bedoeld als vervanging van de diensten of informatie van
medische professionals en/of zorgverlenende instanties, noch kunnen bezoekers diagnostische of therapeutische waarde hechten
aan deze informatie voor de eigen medische situatie of die van
anderen. |