Onderzoek toont aan dat vroeg met pensioen gaan, kan leiden tot (versnelde) cognitieve achteruitgang.
Vervroegde uittreding kan cognitieve achteruitgang bij ouderen versnellen, zo blijkt uit onderzoek van de faculteit van Binghamton University en de State University van New York.
Plamen Nikolov, universitair docent economie, en Alan Adelman, een doctoraatsstudent in de economie, onderzochten de nieuwe landelijke landelijke pensioenregeling van China (NRPS) en de Chinese Health and Retirement Longitudinal Survey (CHARLS). Met de studie [2] probeerden ze te achterhalen in hoeverre pensioenuitkeringen van invloed waren op de cognitieve vermogens van mensen van 60 jaar en ouder.
CHARLS is een nationaal representatief onderzoek onder de Chinese bevolking van 45 jaar en ouder. CHARLS is een `zusteronderzoek` van de Amerikaanse Health and Retirement Survey. De studie beoogt cognitie te meten met een focus op de kwaliteit van het episodisch geheugen en diverse (andere) componenten van het mentale vermogen.
Door een hogere levensverwachting en een afname van de vruchtbaarheid is de oudere bevolking het grootste demografische segment geworden in Azië en Latijns-Amerika. Daardoor is er een dringende behoefte ontstaan aan de introductie van nieuwe en duurzame pensioenstelsels.
Onderzoek suggereert echter dat deze pensioenregelingen schadelijk kunnen zijn. Pensioenering (en daarmee het verdwijnen van de noodzaak om te werken) blijkt een belangrijke rol te spelen bij het verklaren van cognitieve achteruitgang op oudere leeftijd.
“Vanwege deze grote demografische groei heeft China een landelijk pensioenprogramma (NRPS) geïntroduceerd in landelijke delen van het land. Het programma werd geïntroduceerd op basis van de behoeften en capaciteit van de economie met het doel om armoede op oudere leeftijd te verminderen”, zegt Nikolov. “In landelijke delen van het land was de traditionele gezinszorg voor ouderen grotendeels afgebroken (omdat hun kinderen naar de steden waren getrokken om geld te verdienen), zonder adequate formele mechanismen om deze plaats (van kinderen die voor hun ouders zorgen) in te nemen.
De onderzoekers ontdekten dat er significante negatieve effecten waren van pensioenuitkeringen op het cognitief functioneren van ouderen. De grootste indicator voor cognitieve achteruitgang was de `uitgestelde terugroepactie` (). UT is een breed toegepaste maatstaf in neurobiologisch onderzoek en geldt als een belangrijke voorspeller van dementie.
Het pensioenprogramma bleek meer negatieve effecten te hebben bij vrouwen. Nikolov stelt dat de gevonden resultaten de hypothese ondersteunen dat verminderde mentale activiteit leidt tot een verslechtering van de cognitieve vaardigheden.dens
Nikolov: “Mensen in NRPS-gebieden scoren aanzienlijk lager dan mensen in niet- NRPS-gebieden. Tijdens de 10 jaar sinds de implementatie leidde het programma tot een afname van de cognitieve prestaties. Die afname betrof bijna een vijfde van de standaarddeviatie op de metingen van de geheugenparameters die we hebben onderzocht”.
Verrassend genoeg waren de gevonden effecten vergelijkbaar met de bevindingen in landen met een hoger inkomen, zoals Amerika, Engeland en de Europese Unie. Nikolov zegt dat dit de wereldwijde negatieve cognitieve effecten van (vroege) pensionering aantoont.
Nikolov: “We waren verrast om te ontdekken dat een vroegpensioen daadwerkelijk leidt tot verminderde cognitieve prestaties. In een andere studie vonden we een zeer robuuste bevinding dat de introductie van pensioenuitkeringen leidde tot positieve effecten op de gezondheid door verbetering van de slaap en de vermindering van alcoholgebruik en roken. Het feit dat pensionering op zichzelf tot verminderde cognitieve prestaties leidt, is een grimmige bevinding over een onverwacht en raadselachtig probleem. Maar het is wel een bevinding met uiterst belangrijke implicaties voor iemands welzijn en kwaliteit van leven op oudere leeftijd”.
Hoewel pensioenuitkeringen en pensionering bleken te leiden tot een betere gezondheid, veroorzaakten deze programma’s ook een grimmige en negatieve invloed op andere dimensies: sociale activiteit, activiteiten die in verband staan met mentale fitheid en op sociale betrokkenheid in bredere zin.
“Voor cognitie bij ouderen lijkt het negatieve effect op sociale betrokkenheid veel zwaarder te wegen dan het positieve effect van het programma op voeding en slaap,” zei Nikolov. “Of anders, het soort dingen dat ertoe doet en een betere gezondheid bepaalt, kan gewoon heel anders zijn dan het soort dingen dat ertoe doet voor een betere cognitie bij ouderen. Sociale betrokkenheid en verbondenheid zijn misschien wel de meest krachtige factoren voor cognitieve prestaties op oudere leeftijd. ”
Nikolov zegt dat hij hoopt dat dit onderzoek zal helpen bij het maken van nieuw beleid om de cognitieve prestaties van de oudere generaties na hun pensionering te verbeteren.
“We hopen dat onze bevindingen van invloed zullen zijn op de gepensioneerden zelf. Maar wellicht nog belangrijker: we hopen dat ons onderzoek invloed heeft op de beleidsmakers in ontwikkelingslanden. We tonen robuust bewijs dat pensionering belangrijke voordelen biedt. Maar dat het ook aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Cognitieve achteruitgang bij ouderen- zelfs als dat niet ernstig invaliderend is – leidt tot een verlies van kwaliteit van leven en heeft negatieve effecten op het welzijn.
Beleidsmakers kunnen beleid introduceren gericht op het tegengaan van de vermindering van sociale betrokkenheid en mentale activiteit. Op die manier kunnen pensioenprogramma’s de positieve effecten op de gezondheid behouden en het negatieve effect op cognitie te niet doen.
Vertaling: Dick Schrauwen [1]
Verwijzingen
[1] Bewerking van onderstaand persbericht
– https://www.binghamton.edu/news/story/2117/research-shows-that-early-retirement-can-accelerate-cognitive-decline
[2] Artikel
‘Do Pension Benefits Accelerate Cognitive Decline? Evidence from Rural China’
– https://www.iza.org/en/publications/dp/12524/do-pension-benefits-accelerate-cognitive-decline-evidence-from-rural-china